In een zoektocht naar een nieuwe westelijke route naar Indië, ontdekte hij samen met Jacob Le Maire, zoon van de Amsterdamse koopman Isaac Le Maire, de Straat Le Maire en Kaap Hoorn, maar ze verloren alles. Eenmaal in Indië werden hun schepen en alles aan boord door Jan Pieterszoon Coen geconfisqueerd onder verdenking van het schenden van het alleenrecht van de VOC. Schouten kwam met lege handen thuis. Zijn reis was niet geslaagd. ‘Met de kous op het hoofd thuiskomen’ betekent dat iemand na een mislukte reis, examen of afgewezen huwelijksaanzoek, teleurgesteld thuiskomt. Maar waar komt deze uitdrukking vandaan? En werd het al gebruikt in de tijd van Willem Schouten?
Leedvermaak, teleurstelling of slaapmuts?
Genootschap Onze Taal heeft het over de zegswijze ‘de kous op de kop krijgen’. Het betekent ongeveer hetzelfde als ‘met de kous op het hoofd thuiskomen’: afgewezen of teleurgesteld worden, als het ware ‘achter het net vissen’. Over de oorsprong van de uitdrukking is verder weinig bekend.
Er bestaat wel een schilderij van de zeventiende-eeuwse Haarlemse schilder Cornelis Dusart, waarop een muzikant met een kous op zijn hoofd staat afgebeeld. Hij speelt in een herberg, waar een paar andere bezoekers zich goed lijken te vermaken. Dit schilderij lijkt te zeggen dat de uitdrukking eerder te maken heeft met leedvermaak dan met teleurstelling. “Wie moet afdruipen zonder te krijgen wat hij of zij wil, staat ‘voor gek'”, legt het Genootschap Onze Taal uit. Het verklaart de uitdrukking echter niet.
Zowel het Woordenboek der Nederlandse taal als het Groot uitdrukkingenwoordenboek vindt het niet ondenkbaar dat ‘de kous op de kop of het hoofd’ betrekking kan hebben op het feit dat mensen in plaats van hun slaapmuts wel eens per ongeluk een kous op hun hoofd zetten.
IJzeren kous
Een bout op het hoofd krijgen, de bot schudden, een bons krijgen, een blauwtje lopen of een deksel op zijn neus krijgen. Als je volgens de Nederlandse taalkundige F. A. Stoett op deze en andere vergelijkbare gezegden let, is het goed mogelijk dat de kous in de uitdrukking niet van stof is, maar dat het gaat om een ijzeren kous. Hij wijst dan op de ijzeren ring in de strop van een takel, die het doorslijten van het touw moest voorkomen. Zo’n rond ijzer kon nog wel eens losschieten en het hoofd raken. Echter over de vraag of dit de uitdrukking ‘met de kous op het hoofd thuiskomen’ verklaard, wordt ten zeerste getwijfeld. Volgens Genootschap Onze Taal is het eigenlijk wel zeker dat het niet klopt.
Berooide zeelieden
Zowel F.A. Stoett als de zeventiende-eeuwse schrijver Carolus Tuinman beamen dat de uitdrukking bekend is onder zeelieden en vooral wijst op een ‘verloren reis’. Als een zeeman met de kous op zijn hoofd thuis kwam, was hij na een lange tocht op zee volledig “uitgeschut”. Hij had dan als het ware geen muts meer over om op zijn hoofd te zetten en geen geld om er een te kopen, zodat hij het maar met een kous moest doen.
“Hy is met de kous op ’t hoofd t’huis gekomen. Dit zegt men van ymand, die van eene vergeefsche reize berooit wederkeert, zo dat hy zich van zyn kous voor een muts moet bedienen, en baarvoets loopen op zyn moeders velkoussen, en vaders schoenen van menschenleer, die niet licht afgelegt en versleten worden, noch van mode veranderen. Deze zyn dan in staat om te zingen dat deuntje: Wilhelmus van Nassouwe: Het hair al door den hoed, den elboog door de mouwen. Zy komen dan hun moêr wel t’huis;en hebben zich wel uitgeslooft,als doolende Ridders van Sint Lazarus,of den bedelstaf. Een zeereize met verlies,noemen de Zeeuwen, een kous vaaren!”, schreef Carolus Tuinman.
Bronnen
- De kous op de kop krijgen;
- F.A. Stoett, Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1923-1925 (vierde druk).
- Carolus Tuinman, De oorsprong en uitlegging van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden, opgeheldert tot grondig verstand der vaderlandsche moedertaal. Deel I.
Auteur: Liza Koppenrade
Publicatiedatum: 24/02/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.