Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Portret van een stad: Hoorn

Vele honderden schepen waaierden in de zestiende- en zeventiende eeuw vanuit Hoorn uit over de wereldzeeën. Ze gingen op ontdekkingstochten langs nog onontdekte handelsroutes en dreven handel in opdracht van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). De avonturen van de Hoornse schippers en kooplieden spreken nog altijd tot de verbeelding. Het is dan ook geen wonder dat er een schip prominent aanwezig is op onderstaand portret van deze bijzondere havenstad. Hoorn kent echter meer dan alleen een rijke zeevaarthistorie. In de binnenstad kijk je je ogen uit bij vele fraaie rijksmonumenten die het verleden levend houden. De idyllische stad aan het water is een schatkamer vol tastbare herinneringen aan een verhaalrijke geschiedenis. Laten de elementen in de tekening bij jou al een belletje rinkelen?

Hoofdtoren: van machtige verdedigingstoren tot restaurant

“Kosten werden niet gespaard en het is een fraai bouwwerk geworden, dat de haven bij het binnengaan een mooie aanblik biedt”, schrijft de Hoornse geschiedschrijver Theodorus Velius in een van zijn kronieken. De hoofdtoren dankt haar naam aan de houten pier of aanlegsteiger, het ‘Houten Hoofd’, naast de toren die al sinds 1464 de zee in steekt.

De hoogoprijzende hoofdtoren van Hoorn is een halfronde, laatgotische verdedigingstoren met dikke muren en zeewaarts gerichte schietgaten. Als je goed kijkt, kun je de dichtgemetselde gaten voor grootvuur nog zien! Het markante gebouw werd in 1532 in de haven opgetrokken uit natuur- en baksteen om de stad tegen aanvallen van buiten te beschermen. En met succes, want zowel de toren als de stad kijken meer dan vierhonderd jaar later nog net zo fier over het water als toen.

Een kleine honderd jaar na de bouw werd de functie van de verdedigingstoren niet meer als noodzakelijk geacht en kreeg het een andere bestemming. Het oude gebouw heeft, voordat het als restaurant werd uitgebaat, onderdak gegeven aan allerlei gildes en genootschappen. Van de Noorse Compagnie en het gilde van Lakenbereiders tot het Genootschap ter bevordering van de Genees-, Heel- en Verloskunde.

Pentekening van Hoorn. Beeld: Liza Koppenrade

Westfries Museum

Zeg je Hoorn, dan zeg je Westfries Museum. De luxe voorgevel die veel gezag uitstraalt, markeert met trots al sinds 1632 het centrum van de stad. Het museum neemt je mee op een wonderlijke reis door de tijd. Wie een blik in dit beeldbepalende gebouw werpt, ontdekt een rijke collectie curiosa, archeologische objecten, torenuurwerken, schilderijen, kostuums en scheepsmodellen uit de Gouden Eeuw.

Het statige hoofdgebouw was in de zeventiende eeuw bedoeld als bestuurszetel en vergaderplaats van de Gecommitteerde Raden (het bestuur) van West-Friesland en het Noorderkwartier. Toen de Bataafse Republiek zijn intrede maakte aan het einde van achttiende eeuw, veranderde het gewestelijke en landelijke bestuur en verloor het rijkversierde pand zijn functie. De Gecommitteerde Raden maakten plaats voor diverse gerechtsinstellingen en Staatsspoorwegen, voor het Westfries Museum bezoekers naar het bijzondere gebouw trok.

Scheepsjongens van Bontekoe

Ken je het verhaal nog? Een zware brand op Oost-Indiëvaarder Nieuw Hoorn, gevangen op Sumatra en een spannende voettocht naar Bantam. Op de havenmuur naast het Houten Hoofd staan en zitten de dappere ‘Scheepsjongens van Bontekoe’, Rolf, Padde en Hajo, die dit avontuur beleefden in de bekende jeugdroman van Johan Fabricius. Het verhaal is gebaseerd op het scheepsjournaal van de Hoornse schipper Willem IJsbrantsz. Bontekoe, die in de zeventiende eeuw in dienst van de VOC een heldendichtwaardige reis maakte naar de Oost. In 2011 kreeg Bontekoe zelf een borstbeeld, niet ver van de drie jonge avonturiers.

De eenhoorn van Hoorn

” (…) een zittende eenhoorn van keel (rood), gehoornd, gemaand, gebaard, gevlokt en gestaart van goud”, aldus de Hoge Raad van Adel in 1816. Het opvallend gekleurde, gehoornde paard klemt al honderden jaren het stadswapen van Hoorn tussen zijn benen en hoeven vast. De stad en het mythische wezen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar waarom werd een eenhoorn de houder van het Hoornse wapenschild?

Toen geleerden in de zestiende eeuw begonnen te twijfelen aan het werkelijke bestaan van de eenhoorn, kreeg het fabelachtige wezen een symboolfunctie. Het werd een teken voor kracht, ontembaarheid en zuiverheid, die bisschop Joris van Egmond in zijn bisschoppelijke wapen gebruikte; twee staande witte eenhoorns. In navolging van de kerkelijke gezaghebbende werd de eenhoorn ook de houder van het wapenschild van Hoorn. Hier kreeg het bijzondere wezen een imponerende rode kleur. Niet geheel ondenkbaar, want hij moest voor iedereen de kracht van de stad uitstralen. Het goud van de manen, sik en staart zou de rijkdom van de havenstad benadrukken.

Op de gevelsteen van de in 1818 afgebroken Oude Oosterpoort is de vroegst bekende afbeelding van het stadswapen met de eenhoorn te zien. Op de gevelsteen, die in het Westfries Museum wordt bewaard, wordt het wapen nog door twee staande eenhoorns geflankeerd.

Jacob le Maire en Willem Cornelisz Schouten

De Hoornse schipper Willem Cornelisz. Schouten heeft aan het begin van de zeventiende eeuw meerdere reizen naar Zuidoost-Azië gemaakt en ontdekte, samen met Jacob Le Maire, zoon van de Amsterdamse koopman Isaac Le Maire, de Straat Le Maire en Kaap Hoorn in een enerverende zoektocht naar een nieuwe westelijke route naar Indië.

Voor de grote onderneming werd de ‘Austraelsche Compagnie’ in Hoorn opgericht en werden twee schepen klaargemaakt: de ‘Eendracht’ en de ‘Hoorn’. Het heette de ‘Austraelsche Compagnie’, omdat ze hoopten het nog onbekende land ‘Terra Australis’, te ontdekken. Australië hebben Schouten en Jacob Le Maire niet gevonden, maar een nieuwe vaarroute naar Oost-Indië wel.

Eenmaal aangekomen in Oost-Indië, werden de reizigers echter opgewacht door de VOC. In opdracht van de machtige compagnie werden vervolgens de schepen en alles aan boord door Jan Pieterszoon Coen geconfisqueerd onder verdenking van het schenden van het alleenrecht van de VOC. De ontdekkingstocht kreeg toen onverwachts nog een jarenlange juridische nasleep. Het is echter niet dit, maar het bijzondere verhaal van deze avonturiers dat ook vandaag de dag nog tot de verbeelding spreekt en een onmisbaar onderdeel van de Hoornse geschiedenis is geworden.

Auteur: Liza Koppenrade

Bronnen

Publicatiedatum: 13/12/2016

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.