Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Meer en Bosch

De voormalige buitenplaats Meer en Bosch is nu een uitgestrekt terrein voor ziekenverpleging met voornamelijk laat negentiende- en twintigste-eeuwse bebouwing. Van het negentiende-eeuwse park resteren nog oude bomen en het herenhuis aan de Achterweg.

Geschiedenis

Het terrein van het latere Meer en Bosch was tot 1643 eigendom van de – van origine Antwerpse – familie De Cordes. Het droeg toen de naam ‘Het Paradijs’ en lag tussen de toenmalige Voorweg en de Achterweg. In 1668 werd het terrein uitgebreid met een boerderij. Uit een aanzienlijk verschil tussen aankoop- en verkoopprijs kunnen we opmaken dat de Amsterdammer Nicolaes van der Hage hier tussen 1685 en 1696 een nieuw buitenverblijf heeft laten bouwen. De vernieuwde buitenplaats kwam in 1699 in handen van Aernout van Lennep (1658-1728). Hij breidde het terrein verder uit en liet er een koepel, een menagerie en bijgebouwen neerzetten.

Het huis op Meer en Bosch

Het huis op Meer en Bosch Foto: C. Bertram.

Meer en Bosch

Honderd jaar later, rond 1798, strekte Het Paradijs zich uit tot aan de Haarlemmermeer. Er volgde een naamswijziging naar Meer en Bosch door de nieuwe eigenaar Hendrik Gabriel Certon. Die naam werd tot ca. 1810 naast de oude naam Het Paradijs gebruikt. Certon was ook degene die het huis omstreeks 1800 naar achteren liet uitbreiden. In 1833 kocht jonkheer Everard van Weede van Dijkveld (+1844) Meer en Bosch. Van Weede van Dijkveld was getrouwd met Cornelia Maria van Lennep (+1855) en woonde eerst in Amsterdam en later, als griffier en lid van de Eerste Kamer, in Den Haag. De familie Van Weede van Dijkveld gebruikte Meer en Bosch tot 1853 als zomerverblijf en verhuurde het huis vervolgens aan de burgemeester van Heemstede, Mathijs Samuel Petrus Papst (+1863). Papst kocht Meer en Bosch uiteindelijk in 1861.

Buitenplaats Meer en Bosch ca. 1840. Reproductie van een prent van P.J. Lutgers

Buitenplaats Meer en Bosch ca. 1840. Reproductie van een prent van P.J. Lutgers. Collectie Noord-Hollands Archief.

De drie delen van Meer en Bosch

Na zijn overlijden in 1863 deed zijn weduwe de buitenplaats over aan Samuel Tate Freeman (+1871). Freeman was een van de Engelse ingenieurs die het Noordzeekanaal hielpen aanleggen. In de tijd van Freeman bestond het terrein uit drie componenten: ten eerste uit een moestuin annex bijgebouwen in het zuiden nabij de samenloop van Voor- en Achterweg. Ten tweede uit een parkgedeelte met een lange rechte laan dwars over het terrein en het herenhuis in het midden. En ten derde uit weilanden met een stal- en koetshuis aan de Voorweg in het noorden, tegen het terrein van de pastorie aan.

De tuin van Meer en Bosch

De tuin van Meer en Bosch. Collectie Noord-Hollands Archief.

Vallende Ziekte

In 1885 vestigde de ‘Christelijke Vereniging voor de Verpleging van Lijders aan de Vallende Ziekte’ (epilepsie) hier een verpleeghuis, een filiaal van de Haarlemse inrichtingen Zoar en Bethesda. Het herenhuis nam men in gebruik als directeurswoning, de tuinmans- en koetsierswoning als patiëntenverblijven. De oude gebouwen konden al snel de groeiende patiëntenaantallen niet meer aan. Daarom verrezen tussen 1895 en 1905 op het terrein nieuwe verpleeghuizen met Bijbelse namen: gebouw Salem in 1889, Eben Haëzer in 1895 en Nieuw Zoar in 1905. In 1901 kwam er een kerk bij (kapel Irene) en ook andere gebouwen volgden. Op de voormalige delen van Meer en Bosch aan de overkant van de Achterweg verrezen ook gebouwen voor de ziekenverpleging. Door de bebouwing verloor Meer en Bosch stukje bij beetje de structuur en het uiterlijk van een buitenplaats.

Het voormalige herenhuis is Rijksmonument, paviljoen Salem (1889, architect H. Korringa) heeft de status van gemeentelijk monument.Het terrein is in principe alleen toegankelijk voor personeel en bewoners.

Directeurswoning van Meer en Bosch, 1909. Collectie Noord-Hollands Archief.

Auteur: Christian Bertram

Literatuur:

  • Damme, A. van. De buitenplaatsen te Heemstede, Berkenrode en Bennebroek 1628-1811. Haarlem: Gebr. van Brederode, 1903, 96-99.
  • Groesbeek, J.W. Heemstede in de historie. Heemstede: Gemeentebestuur van Heemstede, 1972, 66.
  • Peper, C. Historie hofstede het ‘Paradijs’ later ‘Meer en Bosch’ te Heemstede. Heemstede: VOHB, 1960.
  • Peper, C. ‘Renovatie Meer en Bosch’. Heerlijkheden, Kwartaalblad van de VOHB 31 nr 120 (2004): 72-78.
  • Peper, Cees. ‘De voorgeschiedenis van SEIN op Meer en Bosch’. Heerlijkheden,Kwartaalblad van de VOHB 37 nr 146 (2010): 35-41.

Publicatiedatum: 30/04/2012

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.