Korenmolen De Otter

Nadat de korenmolen in 1899 in vlammen is opgegaan, koopt de timmerman en molenmaker Jan Levendig het erfpachtrecht van deze molen. De stoommachine is in opkomst en die blijkt heel wat betrouwbaarder te zijn dan de wind. De handige Jan puzzelt de hele molen bij elkaar met allerlei losse molenonderdelen, die elders wegens afbraak te koop worden aangeboden.

2 min

Recycling van een molen

Voor het molenlijf schaft Jan delen van een watermolen aan. Deze molenonderdelen zijn niet zomaar te gebruiken. Jan past de molen aan door ‘het achtkant’ smaller te maken.

Van een gesloopte Zaanse molen weet hij een bovenas te bemachtigen, die in 1888 gegoten is. Voor het wiekenkruis koopt hij een binnenroe uit 1894, oorspronkelijk van een korenmolen in Chaam. Zowel de binnen- als buitenroe zijn te lang, dus daar haalt Jan een stuk af.

In 1900 is de molen klaar en kan zijn zoon Pieter Levendig er als korenmolenaar aan de slag. De molen behoudt de naam van zijn verbrande voorganger. Trots prijkt deze op ‘de baard’ van de molen, vlak onder het wiekenkruis: ANNO 1900 DE OTTER.

Deze korenmolen is een buitenkruier. Dat wil zeggen dat het mechanisme om de kap met de wieken op de wind te zetten zich buiten de molen bevindt. De Schermer poldermolens zijn allemaal binnenkruiers (foto: SSM)

Korenmolenaar

Pieter Levendig moet zien rond te komen van de opbrengst van zijn molen. In tegenstelling tot de watermolenaars, die in dienst van het polderbestuur een vast salaris krijgen.

Zijn molen staat vlak bij het dorp Oterleek. Bij hem kan de plaatselijke bevolking haar graan laten malen. Om zijn molen te onderscheiden van de watermolens heeft hij de buitenzijde geschilderd en niet geteerd.

Pieter en zijn gezin wonen niet ìn de molen, zoals de watermolenaars, maar in een kleine woonvoorziening op het erf. Want een korenmolen is een productiemolen en de binnenruimte is onmisbaar voor maalinstallatie en de opslag.

Maalinstallatie in korenmolen de Otter (foto: SSM)

Geschiedenis vanaf 1344!

In 1344 staat er al een korenmolen bij Oterleek. Dat blijkt uit een notitie uit dat jaar: de molendwang, die inhoudt dat de plaatselijke bevolking verplicht is bij die molen haar koren te laten malen, wordt voor 25 pond afgekocht. Waar deze molen precies heeft gestaan is onbekend.

Rond 1646 wordt een korenmolen op de huidige plek gebouwd. Ene Jan Wyerse uit Ursem verkrijgt het recht om met deze molen te mogen malen: het windrecht.In 1831 doet hier nog altijd een korenmolen dienst, het is een grote achtkantige rietgedekte molen met twee koppels maalstenen. Deze molen brandt af in 1899. En dan zijn we weer terug bij waar dit verhaal begint.

De bakkerij bij korenmolen de Otter (foto: SSM)

In 1963 wordt de molen verkocht aan de gemeente Oterleek, die hem in 1974 overdraagt aan de Stichting Schermer Molens. De molen wordt weer maalvaardig gemaakt en kan weer in bedrijf genomen worden. Vanaf 2007 is de molen in gebruik als zorgmolen. Bij de molen is een bakkerij met een winkeltje, waar verse bakkerijproducten verkocht worden.