Het tussen 1429 en 1462 gebouwde godshuis was gewijd aan Sint Laurentius en Maria Magdalena. Maar in 1577 (bij de reformatie tijdens de Tachtigjarige Oorlog) kregen de hervormden het in de kerk voor het zeggen. Veel van de oude inventaris ging daarmee verloren. Het gotische koorhek dat uit ongeveer 1525 dateert, bleef echter gespaard. De rooms-katholieke gelovigen uit de stad moesten hun heil zoeken in een schuilkerk.
Driebeukige kruiskerk
De Grote Kerk is in de loop van de tijd aanzienlijk uitgebreid, de aanvankelijk eenbeukige kerk groeide uit tot een driebeukige kruiskerk. Van de oorspronkelijke kerk is nog iets terug te vinden in de muren van de kerk aan de oostzijde. Aan de noordzijde van het gebouw bevindt zich een met natuursteen omlijste laatgotische ingang uit de 15e eeuw. Daar is ook een classicistisch portaal met koepeldak uit het jaar 1673.
Het dagblad De Gooi- en Eemlander constateerde in september 1930 dat deze kerk een van de mooiste, “zoo niet de schoonste van de geheele streek” is. “Wanneer men het gebouw binnentreedt wordt men terstond getroffen door zijn rijzige bouw; het smaakvol slank geheel van gewelven en kolommen, die sierlijk ineenvloeien tot een grootsche bekapping van den gothischen tempel.”
Stoere toren
Bovenop de stoere toren zie je een spits met lantaarn en een peervormige bekroning. De onderkant van de toren stamt misschien wel uit de 13e eeuw, herkenbaar aan de in die tijd gebruikelijke (romaanse) bouwwijze met uitspringende verticale muurbekleding die hoog reikt. Uit die periode stammen de grote kloostermoppen die zijn gemetseld. De hogere geledingen van de toren zijn van de 15e eeuw en de spits dateert naar alle waarschijnlijkheid uit de 16e eeuw. Aan de verschillende steensoorten is goed te zien dat de kerktoren in de loop van de tijd hoger is gemaakt. Toch steekt de toren maar weinig boven het hoge kerkdak uit.
Klokken
In de toren zijn bij een restauratie in de vorige eeuw de bovenste galmgaten gereconstrueerd. De klok die je ieder uur in Weesp hoort, is gegoten door de beroemde klokkengieter Geert van Wou (1506). Elk kwartier dwarrelen over de stad de zilveren klanken van het carillon. Met dank aan onder anderen Pieter Hemony (1671), destijds een van de belangrijkste klokkengieters in het land. De luidklokken van deze oudste kerk van Weesp zijn ook door hem (in 1674) en door Hendrick Wegewaert (in 1614) gegoten. In de kerk, met plaats voor honderden bezoekers, is het fraaie orgel van de gebroeders Bätz uit Utrecht (1823) te horen. Het zal duidelijk zijn, hier aan de Nieuwstraat in Weesp staat en klinkt een rijksmonument.
Bronnen
Onder meer:
A.J. Zondergeld-Hamer, ‘De Geschiedenis van Weesp – Van prehistorie tot de moderne tijd’.
‘Weesp Monumentenstad’, monumentenspecial van Historisch Weesp (ledenblad Historische Kring Weesp).
Publicatiedatum: 07/04/2015
Vul deze informatie aan of geef een reactie.