Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

In de armen van Amsterdam

In 1921 worden zeven Waterlandse dorpen onderdeel van de gemeente Amsterdam: Holysloot, Ransdorp, Schellingwoude, Durgerdam, Nieuwendam, Zunderdorp, en Buiksloot. Tot dan toe behoren ze tot de drie zelfstandige gemeenten Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp. De annexatie komt niet zozeer voort uit de expansiedrift van Amsterdam, maar uit de wens van de plattelandsgemeenschappen zelf zich aan te sluiten bij de hoofdstedelijke gemeente. Maar waarom?

De annexatie van 1921

Bij de zogenaamde ‘annexatie van 1921’ wordt het Amsterdamse grondgebied drie keer zo groot. Naast de Waterlandse dorpen worden ook Watergraafsmeer, Sloten, delen van Nieuwer-Amstel, Ouderamstel, Diemen, Oostzaan, Zaandam en Westzaan ingelijfd. Er is dan al decennia lang gesproken over de grenswijziging van de gemeente Amsterdam, die behoefte heeft aan meer ruimte voor industrie en havenfaciliteiten.

Kaart van Amsterdam met de toegevoegde gebieden na de Annexatie van 1921. Beeld: Dienst Publieke Werken via Beeldbank Stadsarchief Amsterdam

De meeste gemeenten verzetten zich tot het uiterste tegen hun opheffing, maar dat geldt niet voor Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp. In een plan van 1905 geeft de gemeente Amsterdam aan dat ze alleen kleine strookjes buitendijks land van de drie gemeenten wil vergaren, met de Waterlandse Zeedijk als noordgrens. Dat is voldoende om op de noordelijke IJ-oever een grootschalig industriegebied te realiseren. In 1913 vraagt Buiksloot echter om gehele inlijving, en in 1918 volgen Nieuwendam en Ransdorp.

Woongebouw met arbeiderswoningen uit 1918 aan de Ganzenweg in de Vogelbuurt naar ontwerp van Arnold Ingwersen en Tjeerd Kuipers. Beeld: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed via Wikimedia Commons

Amsterdam als lichtend voorbeeld

De wens van de Waterlanders om onderdeel te worden van het grote Amsterdam komt voort uit verschillende motieven. Voor Buiksloot zijn de bestaande verbonden- en verwevenheid met Amsterdam en zijn industrie op de noordelijke IJ-oever reden om de hoofdstad in 1913 al te verzoeken de gemeente in zijn geheel in te lijven. Veel Buiksloters werken dan al voor Amsterdamse bedrijven. Ook de aantrekkingskracht die de moderne Amsterdamse Vogelbuurt op de IJ-oever genereert en de daarmee gepaarde afgunst is een motief voor de dorpelingen. Voor deze wijk worden vooraanstaande architecten aangetrokken, en bovendien zijn de woningcomplexen aangesloten op alle moderne luxe voorzieningen.Daarnaast motiveren problemen in bestuurlijke en economische zin de Waterlanders in zee te gaan met Amsterdam. Het takenpakket voor gemeentes wordt in de jaren voor de annexatie groter en gecompliceerder, wat de uitvoering daarvan voor kleine dorpen moeilijk, zo niet onmogelijk maakt. Ook stijgen de belastingen aanzienlijk in de plattelandsgemeenten, maar de dorpelingen zien daar niet iets voor terug.

De mobilisatie van 1914. Beeld: Carel Eijgenraam, collectie Stadsarchief Amsterdam

Waterland in zwaar weer

Maar de grootste voedingsbodem voor de vrijwillige annexatie door Amsterdam is de verarming van de Waterlandse gemeenten als gevolg van de Eerste Wereldoorlog en de watersnood van 1916.

De nationale economie heeft flink te lijden van de oorlog. Het leger wordt, ondanks de neutraliteit van Nederland, wel gemobiliseerd. Mannen uit heel Nederland kunnen daardoor jarenlang hun dagelijkse werk niet uitvoeren, en moeten hun loon bovendien inruilen voor een bescheiden soldij. Levensmiddelen en brandstof worden schaars, waardoor primaire behoeften als bijvoorbeeld brood erg duur worden. In Amsterdam wordt een ambtelijke afdeling voor levensmiddelenvoorziening opgericht en door onder andere het vroegtijdig inkopen van levensmiddelen en brandstof is de situatie daar beter dan in de omliggende gemeenten. In Nieuwendam leidt het tekort eind januari 1916 tot een ‘hongerdemonstratie’, waarin de dorpelingen goedkoop voedsel en gratis brandstof eisen, ‘net als in Amsterdam’.

Kale bomen door het zoute water na de watersnoodramp in Buiksloot, 1916. Beeld: Provinciale Atlas, Noord-Hollands Archief

Door de watersnood lijden de mensen en bedrijven in Waterland enorm veel schade. Huizen en boerderijen verdwijnen in de golven, vee verdrinkt. Het Nationale Watersnoodcomité keert schadevergoedingen uit, maar in veel gevallen maar deels en door de wijze van uitkeren verarmen vooral de boeren, want bedrijven krijgen minder vergoed dan personen. Durgerdam krijgt bovendien in 1917 te maken met nog een binnendijkse watersnoodramp, die de boeren zwaar treft. Tijdens de rampperiode wordt de band met Amsterdam verder versterkt.

Na de ramp gaat het verbouwen van landbouwproducten door het grote zoutgehalte in de grond niet zoals gehoopt. Het deel van het vee dat ontsnapt is aan de overstromingen moet van zoute weilanden grazen en worden bijgevoederd. Hoewel het Ransdorp iets beter vergaat dan Nieuwdam heeft ook deze gemeente te lijden onder hoge belastingen en lage, door de overheid vastgestelde melkprijzen. Daarnaast zien de vissers van Ransdorp hun toekomst somber in, zeker als in juni 1918 de Wet tot afsluiting en gedeeltelijke drooglegging van de Zuiderzee wordt aangenomen, wat grote gevolgen voor de visvangst zal hebben.

Een aankondiging van de wet tot uitbreiding van de gemeente Amsterdam in De Tijd op 30 december 1920. Beeld: Delpher

Akkoord

De bevolking van Waterland ziet na alle rampspoed haar belangen het best gewaarborgd door aansluiting bij Amsterdam. De gemeente Amsterdam staat positief tegen het voorstel de gemeentes in zijn geheel onder haar vleugels te nemen. De nieuwe gebieden kunnen dienen als huisvesting van de arbeiders van de florerende industriestad op de IJ-oever. Op 28 december 1920 verschijnt in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden de ‘Wet tot uitbreiding van de gemeente Amsterdam’. Hiermee is de inlijving van Waterland officieel.

Auteur: Annemarie van der Meulen

Bron

‘Als Amsterdam zich over ons ontfermt, de geschiedenis van de inlijving bij Amsterdam van de gemeenten Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp in 1921.’ José Lutgert, Uitgave Stichting Historisch Centrum Amsterdam-Noord, 1996.

Publicatiedatum: 29/11/2016

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.