Wat doen we als de Russen komen? Dat vroegen veel Nederlanders zich in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog af. Hoewel het Rode Leger van de Stalin heel Oost-Europa had bevrijd, waren er al tijdens de oorlog spanningen ontstaan tussen de Sovjet-Unie en bondgenoot Amerika. De ideologische verschillen waren te groot. In de communistische Sovjetsamenleving stond het politieke, culturele en economische leven onder volledige controle van de staat. Lijnrecht daartegenover stond het democratisch-kapitalisme van de Verenigde Staten, waarin niet alleen een grote mate van vrijheid bestond, maar ook grote verschillen tussen arm en rijk.
Door deze spanningen daalde in die eerste naoorlogse jaren het IJzeren Gordijn over Europa neer en verdeelde het continent in twee blokken: het Westblok, bestaande uit de West-Europese landen onder Amerikaanse leiding, en het Oostblok van de Sovjet-Unie en zijn Oost-Europese satellietstaten. Een directe confrontatie tussen deze machtsblokken zou uitblijven, omdat beide mogendheden geen kernoorlog wilden riskeren. De VS beschikte namelijk sinds 1945 over een atoombom, de Sovjet-Unie sinds 1949. Een straffe wapenwedloop en propagandaoorlog zorgden voor een gevoel van dreiging dat bijna vijftig jaar zou duren: de Koude Oorlog.
Spionage en sabotage
De Koude Oorlog was voor veel mensen een tijd van wantrouwen, waarin de complottheorieën niet van de lucht waren. De constante dreiging van een atoomaanval, de oorlogen die in Korea en later Vietnam werden uitgevochten en de nieuwe prominente rol van de media creëerden een verwarrend en bedreigend wereldbeeld. Dit vormde een perfecte voedingsbodem voor complotdenken.
Zo kwamen sommige mensen tot de conclusie dat de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy (1963) een inside job was geweest en dat de beroemde maanlanding (1969) nooit had plaatsgevonden, maar in een studio was opgenomen. Ook gingen er allerlei geruchten rond over de Bilderbergconferenties (vanaf 1954), waar machtige figuren uit de politiek en het bedrijfsleven samenkwamen, evenals het Tonkinincident (1964), dat voor de Verenigde Staten de aanleiding vormde voor betrokkenheid bij de Vietnamoorlog, en later de ziekte Aids (jaren ’80), die volgens sommigen ingezet zou zijn als vorm van biologische oorlogsvoering.
Maar verreweg de belangrijkste complotten vormden zich rond de tegenstelling tussen de VS en de Sovjet-Unie. De jaren vijftig werden gekenmerkt door Sovjetspionage, China als nieuwe communistische staat en de slopende Koreaoorlog (1950-1953). Senator Joseph McCarthy wendde deze gebeurtenissen aan om een ware heksenjacht op communisten in de Amerikaanse politiek te ontketenen. Andersom gold dit wantrouwen ook. Toen de communistische DDR in 1950 geplaagd werd door aardappelkevers die de oogst verpestten, verdacht men direct de Amerikanen van sabotage. De beestjes werden zelfs ‘Ami-Käfer’ gedoopt.
In geval van nood
Ook in Nederland heerste grote angst voor het ‘Rode Gevaar’ uit Moskou. Daarom trof men in het diepste geheim voorbereidingen voor een aanval uit het oosten. In de jaren vijftig zagen maar liefst 140 nieuwe luchtwachtposten het levenslicht. De mergelgroeven van de Cannerberg bij Maastricht werden in gebruik genomen als geheim hoofdkwartier van de Navo, compleet met eigen kapsalon en een golfbaan. Iets noordelijker, tussen Kampen en Nijmegen, legde men de 127 kilometer lange IJssellinie aan. De linie bestond uit 200 verdedigingswerken en kon een strook land van 5 tot 10 kilometer breed onder water zetten. In 1952 was de linie voltooid.
Hetzelfde jaar werd de Bescherming Bevolking (BB) in het leven geroepen, om burgers tijdens oorlog en rampen te helpen. De BB bestond onder meer uit een reddingsdienst, een brandweerdienst en een eerstehulpdienst. Toen de nucleaire dreiging van de Sovjet-Unie toenam, werd besloten om daar een nieuwe dienst een toe te voegen: de ABC-dienst (Atomaire, Biologische en Chemische dienst). De kringen waarin de BB georganiseerd was, beschikten elk over een eigen atoombestendige commandopost. Ze hielden oefeningen en deden folders in brievenbussen met ‘Wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf’. Op basis van de tips uit de folder zullen vele huishoudens een noodrantsoen, noodradio en zaklamp in huis hebben gehaald.
Bunkers voor burgers en bestuur
Maar in eigen huis schuilen was natuurlijk niet afdoende als er een atoombom zou vallen. Daarom werden onder allerlei overheidsgebouwen, zoals gemeentehuizen, provinciehuizen en ministeries, noodzetels aangelegd. Zo zou het bestuur van het land gewoon door kunnen gaan tijdens een nucleaire oorlog. De communicatie werd gewaarborgd door een PTT noodstudio in Hilversum, de gezondheid door noodhospitalen, zoals die bij het AMC in Amsterdam. Voor de bevolking verrezen atoomschuilkelders onder trein- en metrostations. Zo liggen er maar liefst veertig verborgen bunkers in Amsterdam, die tijdens een aanval opengesteld zouden worden.
Ook noordelijker in onze provincie bevindt zich een ondergrondse wereld onder de straatstenen. Zo werd onder het Alkmaarse gemeentehuis in 1968 een bunker aangelegd voor noodbestuur. De kleine bunker, die uitgerust was met eigen noodstroomaggregaat, 40 cm dikke muren en een onderaardse nooduitgang die uitkwam in de tuin van het stadhuis, bood ruimte aan een handjevol personen om korte tijd te verblijven. In de jaren zeventig kregen ook de telefooncentrale aan de Alkmaarse Ringweg en parkeergarage De Vest zo’n schuilkelder, de laatste bedoeld voor burgers. In geval van nood zou het onderste parkeerdek omgebouwd kunnen worden tot schuilplaats voor zo’n 6.000 personen.
Als voormalig Marine Hoofdkwartier van Nederland was het natuurlijk logisch dat ook Den Helder zijn keur aan noodzetels kreeg. Het hoofdkwartier zelf kreeg een bunker met twee ondergrondse verdiepingen en vele speciale communicatieruimtes. Vlakbij stond het voormalige Navigatiestation Noord-Holland met een eigen radarbunker, van waaruit tussen ca. 1957 en 1976 ons luchtruim gecontroleerd werd op Sovjetvliegtuigen. Ook onder gemaal de Helsdeur werd een schuilkelder aangelegd, voor het personeel van het gemaal en hun gezinnen.
Een warm einde aan de Koude Oorlog
In alle angst en wantrouwen van het moment, opgehitst door de media en de Amerikaanse politiek, realiseerden maar weinig mensen zich dat het eigenlijk wel meeviel met de daadwerkelijke atoomdreiging. De internationale verhoudingen stonden weliswaar op scherp, maar waarschijnlijk heeft Stalin nooit de bedoeling gehad om zijn invloed naar het westen uit te breiden, laat staan met nucleaire middelen. Met het creëren van satellietstaten in Oost-Europa wilde hij vooral zijn eigen grenzen veiligstellen en voorkomen dat de Sovjet-Unie nog eens aangevallen zou worden vanuit het westen, zoals zo recent nog door Hitler was gebeurd.
De Koude Oorlog kwam tot een ‘warm’ einde met de politiek van glasnost (vrijheid van meningsuiting) en perestrojka (een open politiek en economisch systeem) van Sovjetleider Michail Gorbatsjov. Met het tekenen van het Akkoord van Minsk en het terugtreden van Gorbatsjov als president hield de Sovjet-Unie in december 1991 op te bestaan. De Nederlandse luchtwachtposten en bunkers waren toen al een tijd in onbruik geraakt. Sommige zijn tegenwoordig vervallen of in gebruik als opslagplaats. Anderen zijn nog helemaal intact en gunnen ons bij het openen van de zware deuren een bijzondere blik in het verleden. Op koudeoorlog.nl is dit erfgoed verzameld en toegankelijk gemaakt voor iedereen die er meer over wilt weten.
Tekst: Sarah Remmerts de Vries
Bronnen:
- Geschiedenis van de Koude Oorlog en erfgoedlocaties, koudeoorlog.nl.
- GIS-kaart Koude Oorlog, Stichting Menno van Coehoorn.
- ‘Bunkers: voor als de bom valt’, Regionaal Archief Alkmaar.
- Sarah Remmerts de Vries, ‘Amsterdam en het einde van de Koude Oorlog’, Historiek.
- Lars van der Kooij, ‘Bijna vergeten: veertig verborgen bunkers in Amsterdam’, Oneindig Noord-Holland.
- Edwin Ruis, ‘Feit of fictie? Samenzweringstheorieën’, Historiek.
- Marjolein Hartman, ‘Complottheorieën Koude Oorlog’, Universiteit Utrecht.
- Kees van Leeuwen, ‘In geval van nood. Ondergrondse noodzetels voor de rijksoverheid tijdens de Koude Oorlog’.
Publicatiedatum: 26/02/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.