’s Middags 15 december 1667 arriveerde op Nederlands grondgebied een hoge gast uit Florence, Cosimo de’ Medici. Hij werd vergezeld door een stoet van bedienden. Via Arnhem en Utrecht reisde hij vervolgens naar Amsterdam, waar hij maandag 19 december aankwam.
Cosimo de’ Medici was de zoon van de groothertog van Toscane, Ferdinand II. Het was de vader die de jonge prins op reis had gestuurd. Hij hoopte dat het vastgelopen huwelijk van zijn zoon na een verblijf in het buitenland weer op de rails gezet kon worden.
Via de achterdeur naar binnen
De vijfentwintigjarige Cosimo had geen zin in al teveel plichtplegingen en daarom reisde hij zogenaamd ‘incognito’ – zonder zich nader bekend te maken. Maar zoals later met het onofficiële bezoek van tsaar Peter de Grote ook het geval was: zo’n hoog personage kon zijn identiteit natuurlijk niet verhullen.
Zijn wens leidde soms tot merkwaardige taferelen. Om niet door een massa nieuwsgierigen aangegaapt te worden, ging hij in verband met een rondleiding door het stadhuis van Amsterdam, toen nog een gloednieuw gebouw, door de achterdeur naar binnen! Zijn gevolg van deftig geklede Italianen trok daarentegen ieders aandacht en leidde met succes vóór op de Dam de aandacht af.
Een lege schouwburg
Bizar was de voorstelling in de schouwburg op de Keizersgracht – ook een modern gebouw, uit 1637. Het bestuur van het gewest Holland had er bij Amsterdam op aangedrongen toch vooral iets bijzonders te doen, want de handelsrelatie met Livorno, de belangrijke havenplaats in Toscane, moest goed in het oog worden gehouden. Een officiële ontvangst op het stadhuis was door de kroonprins eerder afgeslagen, maar een toneelvoorstelling beviel hem wel. Zo werd op 30 december het stuk Medea van Jos Vos opgevoerd. Cosimo de’ Medici zat in de ereloge, in gezelschap van een paar belangrijke stadsbestuurders. Verder was de schouwburg helemaal leeg.
De jongeman had zijn zin gekregen: ‘geen poespas alsublieft’, maar hij bleek toch wel heel erg teleurgesteld geweest te zijn. Bij een later bezoek aan Den Haag bleek misschien waarom: daar toonde hij zich erg geïnteresseerd in de Haagse jongedames…
IJspret
Het vroor overigens dat het kraakte, op zich niet bijzonder in een periode dat het klimaat tot lange en ijzige winters leidde. Opvallend in de verslagen over zijn reis is het enthousiasme waarmee Cosimo naar de toenmalige ijspret keek; hij was verbaasd over het feit dat iedereen tegelijkertijd op de schaats stond en zich vermaakte, jong en oud, rijk en arm – de ijspret kende geen standsverschillen.
In februari 1668 reisde Cosimo de’Medici terug naar Italië. Zijn afwezigheid had echter niet veel geholpen, en zo onvluchtte hij in 1669 opnieuw zijn vrouw Margaretha Louisa van Orleans. Na een aantal andere landen te hebben bereisd, zou hij toen opnieuw de Republiek der Verenigde Nederlanden bezoeken.
Auteur: Lodewijk Wagenaar
Publicatiedatum: 15/06/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.