Droom van Zamenhof vond hier grote weerklank
Zamenhof was geboren in Bialystok, een stad in het oosten van het huidige Polen met een bevolking die toentertijd bestond uit Polen, Duitsers, Joden, Russen en Litouwers. De verschillende bevolkingsgroepen stonden vaak vijandig tegenover elkaar. Zamenhof, zelf van joodse komaf, hoopte dat een gemakkelijk te leren tweede taal, te spreken naast de eigen moedertaal, de mensen dichter bij elkaar zou brengen. Onder het pseudoniem ‘Doctoro Esperanto’ (‘Hij die hoopt’) publiceerde hij in 1887 zijn eerste leerboek voor de nieuwe taal. De woordenschat van het Esperanto ontleende Zamenhof aan de Romaanse, Germaanse en Slavische talen, met nadruk op de eerste. De grammatica van de nieuwe taal was eenvoudig en regelmatig. Prettig was ook dat ieder woord precies zo werd uitgesproken als men het schreef.
Dwergstaatje ‘Amikejo’
Het Esperanto kende een grote bloei in de eerste helft van de twintigste eeuw. In Nederland werd in 1905 de eerste Esperanto-vereniging opgericht, ‘La Estonto estas nia’ (De toekomst is aan ons). In hetzelfde jaar werd in Frankrijk een internationaal congres georganiseerd, waar esperantisten uit de hele wereld elkaar ontmoetten en in het Esperanto met elkaar spraken. Sindsdien zijn deze congressen jaarlijks gehouden, met alleen een onderbreking gedurende de Tweede Wereldoorlog. In 1908 werd de Wereld Esperanto Vereniging (UEA) opgericht, die sinds 1955 haar hoofdkwartier heeft in Rotterdam.
Even leek het erop dat er zelfs een Esperantoland zou komen. De ca. 2500 inwoners van het onder het Drielandenpunt bij Vaals gelegen dwergstaatje Neutraal Moresnet raakten in 1908 geheel in de ban van het Esperanto. Er waren plannen om er een Esperanto-vrijstaat te vestigen onder de naam ‘Amikejo’, Esperanto voor ‘plaats van grote vriendschap’. De Eerste Wereldoorlog gooide roet in het eten. Na de oorlog werd Neutraal Moresnet ingelijfd bij België.
West-Graftdijk: ‘la verda villago’
In Nederland kreeg de nieuwe beweging vooral in de jaren dertig een grote aanhang. Enthousiaste esperantisten richtten tal van verenigingen op die de taal gingen propageren, waarbij men zich wonderlijk genoeg volgens de bekende maatschappelijke zuilen organiseerde: er kwamen socialistische, katholieke, protestantse en neutrale verenigingen. Esperanto was met name populair in de sterk internationaal gerichte arbeidersbeweging.
Ook in Noord-Holland was het Esperanto populair. De beweging dankte veel aan de inzet van enthousiaste voortrekkers. In West-Graftdijk bijvoorbeeld was dat het onderwijzersechtpaar Veenendaal-Bouwes. Vanaf 1934 gaf het echtpaar een Esperanto-jeugdblad uit onder de naam ‘La Juna Vivo’ (Het Jonge Leven). Door hun enthousiasme kwamen vele dorpsbewoners in de ban van het Esperanto. West-Graftdijk werd naar de groene vlag van de beweging wel ‘La verda villago’ (Het groene dorp) genoemd.
Op Texel waren twee broers, Johan en Gijs Duinker, die het Esperanto propageerden. De jonge Texelaar Siem de Waal reisde op de fiets door heel Europa, waarbij hij zich behoorlijk wist te redden in het Esperanto. Zijn ervaringen bewezen dat het Esperanto van nut kon zijn bij internationale contacten. In 1935 werd een groot Esperantofeest georganiseerd op Texel, waarbij zelfs een monument voor de taal werd onthuld.
Esperantoverenigingen
Het Regionaal Archief Alkmaar bewaart twee archieven van Esperantoverenigingen uit de regio. De oudste van de twee werd in 1933 in Schagen opgericht onder de naam ‘La Norda Stelo’ (De Noordster). Het was een regionale vereniging, bedoeld om de esperantisten in het noorden van Noord-Holland met elkaar in contact te brengen. Men kwam bijeen op wisselende plaatsen in het hele gebied. In 1938 organiseerde La Norda Stelo samen met de redactie van La Juna Vivo een internationale jeugdbijeenkomst in Groet. Er waren 203 deelnemers uit 9 landen.
In de zomer van 1940 was men van plan in Koedijk bijeen te komen, maar de Duitse inval doorkruiste de plannen. In maart 1941 werden alle Esperanto-organisaties in Nederland door de bezetter opgeheven en hun goederen in beslag genomen. Een door een jood ontworpen internationale taal was onacceptabel. De Duitsers braken zelfs het Texelse Esperanto-monument af.
Minister-president Drees spreekt Esperanto
Na de oorlog kende de beweging een korte periode van nieuwe bloei. Minister-president Willem Drees, overtuigd esperantist, was een van de sprekers op het in 1954 gehouden Esperanto-wereldcongres in Haarlem. Het Esperanto-monument op Texel werd in 1950 herbouwd en in Alkmaar werd in 1951 de ‘Esperanto-Klubo Alkmaar’ opgericht. Ook het archief van deze vereniging is te vinden in het Regionaal Archief.
Met de opkomst van het Engels als internationaal communicatiemiddel begon het Esperanto een gedegen concurrent te krijgen. Daarnaast daalden de ledenaantallen van de verenigingen. Een Teleac-cursus Esperanto in het seizoen 1971-‘72, gegeven door Kees van Kooten en Wim de Bie, kon het tij niet te keren. In 1982 werd La Norda Stelo opgeheven. Toch bestaat de Alkmaarse Esperanto-Klubo nog steeds en houdt de hoop levend dat het Esperanto ooit de internationale wereldtaal zal worden waarvan Zamenhof droomde.
Auteur: Harry de Raad
Publicatiedatum: 10/08/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.