Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Haarlemse joden naar Kamp Westerbork

In de nacht van 25 op 26 augustus 1942 vertrok vanaf het rangeerterrein bij de Westergracht een speciale trein. Daarin zaten 179 Haarlemse joden. De trein bracht ze naar Kamp Westerbork vóór de oorlog een kamp voor naar Nederland gevluchte Duitse joden -  in Drenthe. Enige dagen later werden de meesten van hen daar opnieuw in een trein geladen. Die reed rechtstreeks naar Auschwitz. Daar vonden meer dan 110 Haarlemse joden op 31 augustus, minder dan een week na hun gedwongen vertrek uit de Spaarnestad, de dood in de gaskamers. Van het bestaan van de gaskamers was toen nog niemand in Nederland op de hoogte.

De ‘Endlösung’

Hitler gaf in december 1941 de opdracht alle joden in door Duitsland bezet gebied om het leven te brengen. In januari 1942 vond een conferentie plaats van Nazi-kopstukken in een villa aan de Wannsee bij Berlijn. Daar werd besloten hoe die ‘definitieve oplossing van het joodse vraagstuk’ de zogenaamde Endlösung haar beslag zou krijgen. Die term is na de oorlog berucht geworden als het buitengewoon cynische eufemisme dat in de notulen van de Wannsee-conferentie de moord op het Europese jodendom beschreef. Bij het al bestaande concentratiekamp Auschwitz werd het nieuwe kamp Birkenau gebouwd. In de gaskamers aldaar konden vele honderden joden tegelijk vermoord worden. Auschwitz-Birkenau lag in het bezette Polen. Daar vonden de meeste Nederlandse joden hun dood. In de periode maart-juli 1943 werden ze gedeporteerd naar de gaskamers van het kleine vernietigingskamp Sobibor, ook in Polen.

Organisatie in Nederland

Op 13 augustus 1942 stelde de afdeling Bevolking van de gemeente Haarlem in opdracht van de Duitsers een lijst samen met de namen en adressen van joodse inwoners. Met behulp van dat soort lijsten organiseerde de ‘Zentralstelle für Jüdische Auswanderung’ de deportatie van de joden. Die Zentralstelle bevond zich in Amsterdam. Het was een afdeling van de S.S. die zich verschool achter weer zo’n cynisch eufemisme – Auswanderung betekent emigratie – maar zich feitelijk bezighield met deportatie van joden naar de vernietigingskampen. In juli 1942 was ‘Westerbork’ in Drenthe – vóór de oorlog een kamp voor naar Nederland gevluchte Duitse joden – uitgebreid om dienst te doen als tussenstation. Vanuit dit kamp vertrokken wekelijks, meestal op dinsdag, de volgeladen treinen naar Auschwitz of Sobibor.

Kamp Westerbork.

Deportatie uit Haarlem

De 179 joden die Haarlem verlieten in de nacht van 25 op 26 augustus vormden slechts een deel van het beoogde aantal. Op maandag 24 augustus ontvingen 650 Haarlemse joden een brief met de opdracht zich de volgende dag te melden bij de school op de hoek van de Westergracht en de Leidsevaart. Zo’n 230 oudere joodse Haarlemmers zouden naar Westerbork gebracht worden, de overigen kregen te horen dat ze naar Duitsland moesten om er te werken. Van de 650 aangeschrevenen meldden zich slechts 149. Bij een inderhaast georganiseerde razzia pakten de Duitsers nog dertig joden op. In andere Nederlandse steden vonden vergelijkbare acties plaats en ook daar meldde zich slechts een deel van de opgeroepenen. Ontevreden met de resultaten besloot de Zentralstelle tot een andere aanpak.

Deportatie uit Westerbork.

Naar Amsterdam

Op 16 februari 1943 kregen alle in Haarlem overgebleven joden een schriftelijke aanzegging dat ze binnen een week dienden te verhuizen naar Amsterdam. Ze moesten zich daar vestigen in het ‘jodenkwartier’. Na het verstrijken van die termijn was Haarlem voor joden verboden gebied. Hun deportatie naar Westerbork, en verder naar de vernietigingskampen, vond voortaan plaats vanuit de hoofdstad.

Balans

Van ongeveer 690 Haarlemse joden staat vast dat zij het leven lieten als gevolg van de Nazi-terreur. In dat aantal hebben we de vijftien joden die door zelfmoord om het leven kwamen meegeteld. Aangezien de vervolging zich in Haarlem richtte op ongeveer 1100 ‘Volljuden’, schatten we het percentage omgekomenen op ongeveer 63%. Dat is bij benadering tien procent minder dan het landelijk gemiddelde. Het zou naar ons idee te ver gaan om daaraan conclusies te verbinden, al was het maar omdat de genoemde aantallen wellicht na verdergaand onderzoek aangepast zullen moeten worden.

Bronnen

* Kees van der Linden, Jaap Temminck en Wim de Wagt, Kom ga sjoelen. Bijdragen over de geschiedenis van de joodse gemeenschap in Haarlem (Haarlem 1999), pp. 37-60.
* J. Presser, Ondergang. De vervolging en de verdelging van het Nederlandse jodendom 1940-1945 (‘s-Gravenhage 1965).
* J.J. Temminck, ‘Vertrokken onbekend waarheen. De Haarlemse joden in de Tweede Wereldoorlog’, in: Jaarboek Haerlem 1995 (Haarlem 1996). pp. 139-171.

* Aanwezig in de bibliotheek van het Noord-Hollands Archief.

Publicatiedatum: 11/01/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.