Statige buitenplaats
In 1634 bestaat Groenendaal al; in dat jaar koopt François Tierens een woning met een kleine boomgaard, waarschijnlijk niet meer dan een boerderij. De volgende eigenaar: Johan d’Orville voegt het terrein van twee naburige buitenplaatsjes bij zijn bezit.
In 1739 wordt Johans zoon Jacobus Philippus eigenaar. Deze laat in datzelfde jaar nog een nieuw herenhuis bouwen aan de Sparrenlaan. Ook laat hij een tuinmanswoning, stallingen, koets- en wagenhuizen en broeikassen bouwen. Kennelijk groeit Groenendaal uit tot een statige buitenplaats; bij de verkoop in 1752 van Groenendaal aan mr. David van Lennep is sprake van een beeld op een piëdestal aan het einde van een laan Bovendien staan er marmeren beeldengroepen.
Molentje
In 1767 koopt John Hope , heer van Nederhorst den Berg, Groenendaal. Hij laat de Sparren- en de Adriennelaan aanleggen vanaf de Herenweg. De rechte lanen worden dan gecombineerd met slingerlanen in rococo- en vroege landschapsstijl. Uit die tijd stamt ook de slingervijver bij het restaurant. Ook het nog bestaande molentje van Groenendaal wordt door Hope in opdracht gegeven; het is het pompwerk voor de waterwerken van Groenendaal. Kennelijk voldoet het molentje niet helemaal. In ieder geval bouwt Rienze Lieuwe Brouwer hier in 1781 de eerste Nederlandse stoommachine als pompwerk. Deze machine, behalve een gebruiksvoorwerp ook een bezienswaardigheid, is helaas gesloopt in 1842. Ironie der geschiedenis: het ‘onvoldoende’ windmolentje bestaat nog wel.
Huis van Groenendaal gesloopt
In 1784 kopen de erven van John Hope de naburige buitenplaats Bosbeek. Het huis van Groenendaal wordt, op de centrale koepelruimte na, tegen 1790 gesloopt. Het resterende gedeelte verbouwt men tot tuinkoepel. Het nog bestaande restaurant is het voormalige koetshuis van Groenendaal uit de late achttiende eeuw. Na de afbraak van het woongedeelte van huis Groenendaal wordt huis Bosbeek gebruikt als herenhuis voor het verenigde Bosbeek en Groenendaal. Tussen 1784 en 1913 worden Bosbeek en Groenendaal steeds weer samen verkocht en vererfd. In 1802 verwerft Adrian Elias Hope het volle eigendom van Bosbeek en Groenendaal. Hij laat het Groenendaal-gedeelte van de verenigde buitenplaatsen onder meer verfraaien met nieuwe boomplantingen, een schelpnis met een zeenimf aan het noordwestelijke eind van de Adriennelaan, een rustbank van walvisgraten en een belvédère-torentje op een kunstmatige heuvel in het noordoostelijke parkgedeelte.
De gemeente koopt Groenendaal aan als Wandelbos
In 1913 koopt de gemeente Heemstede Groenendaal aan als wandelbos. Bosbeek wordt apart verkocht en maakt nu geen deel meer uit van wandelbos Groenendaal. Wel wordt het wandelbos in 1948 uitgebreid met delen van Meer en Berg . Sindsdien zijn helaas een aantal cultuurhistorische elementen verdwenen, onder meer het belvédère van Groendaal en de tuinkoepel. Sinds 1990 staat Groenendaal onder ecologisch beheer.
Auteur: Christian Bertram
Landschap Noord-Holland / Cultuurcompagnie
Publicatiedatum: 30/04/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.