Wit Bleeklust
In de zeventiende eeuw bevond zich ter plaatse van de latere Gliphoeve de blekerij Bleeklust, met bijbehorende bleekvelden en bebouwing. De infrastructuur daarvoor, zoals de Prinsenlaan en de Glipperzandvaart gaan zelfs terug tot 1608. Het zeventiende-eeuwse brede en lage woongebouw van de blekerij werd rond 1725 aan de achterzijde uitgebreid met een beuk waarin een kelder en opkamer waren opgenomen. Rechts werd terugliggend een bouwdeel van één bouwlaag tussen topgevels toegevoegd. Ook het nog bestaande luidklokje op het dak dateert uit 1725.
Groen Bleekrust
Bleeklust ging in 1811 failliet en werd verkocht aan de koopman Carel Hendrik Aschen. Hij verbouwde de blekerij om tot kleine buitenplaats en veranderde Bleeklust in Bleekrust. Het brede voorste deel van het huis werd verhoogd met een verdieping en kap onder een schilddak. Daardoor ontstond een symmetrisch en voornaam beeld aan de voorzijde, waarachter nog de oudere bouwdelen schuilgingen. Ook de bepleistering met een blokkenpatroon, de toepassing van empire vensters en omlijsting van de deurpartij gaven het huis een statig negentiende-eeuws karakter. De tuin werd eveneens in het eerste kwart van de negentiende eeuw aangelegd naar ontwerp van landschapsarchitect J.D. Zocher sr. Er werden ook een oranjerie en een achthoekige koepel op de heuveltop gebouwd.
Aan de zuidzijde van het gebied ligt een open gebied, waarvan de aanleg teruggaat tot de oorspronkelijke functie van bleekvelden. In de tuin direct rondom het huis en het boomrijke parkbos aan de noord en oostzijde is de landschappelijke aanleg van Zocher herkenbaar. Een vijver met eiland is verbonden met een kronkelende beek dat onder het huis door loopt. De beek langs de Prinsenlaan dateert in aanleg waarschijnlijk nog uit de zeventiende eeuw.
Gliphoeve
Bleekrust verwisselde een aantal keer van eigenaar, waarbij ook een deel van het gebied (tijdelijk) bij het gebied van de Hartenkamp werd gevoegd. Intussen werd het buiten omgedoopt tot de Gliphoeve. In 1840 werd het gekocht door de letterkundige en bestuurder Hendrik Jacobus Koenen en na hem volgden verschillende, vaak eminente eigenaren. Tot begin twintigste eeuw diende de Gliphoeve voor de eigenaren als buitenplaats, dat wil zeggen als zomerverblijf naast een vaste woning in de stad. Na 1950 werd het permanent bewoond door de familie Oldewelt-Van Leeuwen. Na ruim 60 jaar door hen met zorg en toewijding te zijn bewoond en onderhouden, staat de Gliphoeve anno 2012 te koop en kan de geschiedenis door anderen worden voortgezet.
De gliphoeve is een rijksmonument, waarbij zowel het huis als de aanleg worden beschermd. Het wordt particulier bewoond en is niet openbaar toegankelijk.
Landschap Noord-Holland / Cultuur Compagnie
Literatuur:
- Bertram, Christian. Noord-Hollands Arcadia. Ruim 400 Noord-Hollandse buitenplaatsen in tekeningen, prenten en kaarten uit de Provinciale Atlas Noord-Holland. Met een bijdrage van Erik A. de Jong. Alphen aan den Rijn: Canaletto, 2005, 115-116.
- Krol, Hans. ‘Enkele bewoners van “De Gliphoeve”’. [In 2 delen]. Nieuwsbrief Vereniging Oud-Heemstede – Bennebroek 13 nr. 47 (1986): 6-15 [I]; 13 nr. 48 (1986): 5-12 [II].
- Meddens-van Borselen, A. ‘Bewoners en eigenaren van de Gliphoeve in Heemstede, 1782-1840’.
[Nieuwsbrief Vereniging] Oud-Heemstede – Bennebroek 25 (1998): 120-129.
Publicatiedatum: 30/04/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.