Gerrit van Schaik had tijdens zijn dienstplicht gediend bij de huzaren. Later heeft hij zich gemeld op vliegbasis Soesterberg om een opleiding tot vlieger te volgen. Op 15 mei 1933 haalde hij zijn brevet, tegelijk met onder meer Dries van der Poest Clement, die later het boek ‘Wij vlogen als vogels’ zou schrijven, waarin hij schrijft over zijn vliegeropleiding, de mobilisatie en de gebeurtenissen tijdens de meidagen van 1940. Met zijn vrouw woonde hij in Amsterdam, waar hij werkte als boekhouder bij de Beurs.
Na zijn vliegeropleiding diende Gerrit zich één dag per maand op Soesterberg te melden om zijn vliegvaardigheid op peil te houden. Dit werd ‘maandvliegen’ genoemd. Toen in september 1939 de mobilisatie afgekondigd werd, werd Gerrit op Soesterberg gelegerd. ’s Nachts mocht hij, als er toch niet gevlogen kon worden, naar huis toe. De afstand tot Amsterdam was echter te groot, zelfs op zijn Harley Davidson. Gelukkig mochten Gerrit en zijn zwangere vrouw bij het gezin van zijn schoonzus, die eveneens zwanger was, in Huizen verblijven en kon hij ’s nachts thuis zijn.
Naar de Grebbelinie
Kort voor het uitbreken van de oorlog werden de squadrons van Soesterberg overgebracht naar een geheim vliegveld bij Noordwijk-Binnen, tegenwoordig een zweefvliegveld. Het veld was gecamoufleerd als weidegrond met sloten. Om de grond vanuit de lucht op sloten te laten lijken, had men banen van zwarte teer over de grond getrokken. Met succes, want de Duitsers konden het veld niet ontdekken.
Vanuit de vliegbasis bij Noordwijk zijn tijdens de meidagen van 1940 enkele missies naar de Grebbelinie gevlogen. Op 11 mei vertrokken twee vliegtuigen, waarvan één met Gerrit, richting het oosten. Gerrit vloog expres heel laag over de woning in Huizen, zodat zijn vrouw en de andere familieleden aan het vliegtuignummer konden zien dat hij het was.
Overmacht
Bij de Grebbelinie vonden dagelijks luchtgevechten plaats. Daarbij maakten de Nederlandse piloten gebruik van het feit dat hun vliegtuigen langzamer waren dan die van de Duitsers. Daardoor konden ze kortere bochten maken en sneller draaien om achter de tegenstander te komen. Gerrit overleefde het luchtgevecht van 11 mei en vloog op de terugweg weer over Huizen om zijn vrouw gerust te stellen.
Na drie dagen meldde de basiscommandant dat er niet meer gevlogen werd omdat de overmacht te groot was. Toch moest hij vragen of er vrijwilligers waren. Gerrit meldde zich niet aan, omdat in maart zijn dochter geboren was. Andere vliegers zijn allen gesneuveld bij de Grebbelinie. Een van hen stapte, na te zijn neergehaald en een geslaagde noodlanding te hebben gemaakt, met opgeheven handen uit de kist. Hij werd prompt neergeschoten door de Duitsers. Zijn navigator deed alsof hij al dood was en wist zo te overleven.
Een echte vliegersfamilie
Na de capitulatie betrokken Gerrit en zijn vrouw weer hun woning in Amsterdam. Hij hervatte zijn werk bij de Beurs. Op mooie dagen kwamen ze vaak op de fiets naar Huizen om frisse lucht te snuiven en hun familie te bezoeken. Tijdens die bezoekjes zullen ongetwijfeld veel herinneringen zijn opgehaald aan de spannende periode van de mobilisatie.
In 1948 werd Gerrit instructeur bij de net opgerichte Rijksluchtvaartschool in Gilze-Rijen en nadien in Eelde. Opmerkelijk is dat zijn eerste leerling ene Van Zanten van Veldhuizen was, de latere gezagvoerder van het KLM-toestel dat op Tenerife zou verongelukken. Door Gerrit was bij bestempeld als een ‘geboren vlieger’. Gerrit sloot zijn carrière af als hoofd van de vliegdienst op Schiphol. Ook zijn zoon en kleinzoon kregen een carrière in de luchtvaart. Een vliegersfamilie zoals we niet vaak zien.
Auteur: Fred van Daalen
Dit verhaal is gebaseerd op het boek ‘Wij vlogen als vogels’ van A. van der Poest Clement. Voor Oneindig Noord-Holland is het artikel geredigeerd door redacteur Sarah Remmerts de Vries.
Publicatiedatum: 28/02/2022
Vul deze informatie aan of geef een reactie.