Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Gastvrij onthaal aan De Hemme

Kees Bakker was 12 jaar en scholier aan de ULO in Schagen, toen er op 17 april 1945 op de boerderij van zijn ouders twee gezinnen onderdak zochten. Tien personen uit de ondergelopen Wieringermeerpolder werden opgevangen.

Voor het gezin Bakker, wonend in buurtschap De Hemme onder de rook van Kolhorn, waren de evacués uit de ondergelopen Wieringermeerpolder de zoveelste gasten in een lange rij. “Ik begrijp tot op de dag van vandaag niet hoe mijn moeder dit allemaal aan kon.”

Zicht op ondergelopen Wieringermeerpolder vanaf Kolhorn in 1945.

Zicht op ondergelopen Wieringermeerpolder vanaf Kolhorn in 1945. Beeld: Beeldbank Regionaal Archief Alkmaar (FO3022019).

Onrustige tijd

In de laatste twee oorlogsjaren was er veel aanloop op de boerderij. ’s Avonds kwamen mensen uit Kolhorn melk kopen. ’s Nachts overnachtten er stedelingen, op zoek naar voedsel, in de schuur op het hooi. “Ze moesten hun persoonsbewijzen afgeven en mijn vader zag er streng op toe dat er niet gerookt werd. Veel te roken hadden de mensen toch al niet, tabak en sigaretten waren vooral een ruilmiddel voor voedsel. ’s Morgens kregen ze hun persoonsbewijs terug en mijn moeder gaf deze gasten een bord tarwemeelpap.”

Naast deze gasten-voor-één-nacht waren er ook logés die langer bleven. “In september en oktober 1943 hadden we zes weken lang twee Amsterdamse meisjes in huis, negen en tien jaar oud. In de stad heerste polio, geen goede plek voor opgroeiende kinderen. Onze boerderij was hun derde adres. Wiesje en Noortje Piccardt kregen hun huiswerk vanuit Amsterdam opgestuurd en mijn vader en moeder moesten erop toezien dat de meisjes hun huiswerk maakten. Dan was er nog de Amsterdamse tweeling, Theo en Iet, kinderen van een vriendin. Zij bleven tot het eind van de oorlog logeren.”

Het gewone leven ging voor Kees en zijn twee zussen ondanks alle drukte evengoed door. Bij de brug over het kanaal werden de laatste nieuwtjes uitgewisseld. “Je gooide een hengeltje uit en als het mooi weer was gingen we zwemmen in het kanaal.”

Inundaties Wieringermeer. Beeld: NIOD

Inschikken en aanpassen

Het voorjaar van 1945 begon heel vroeg. Begin april was het vee al naar buiten, de stallen waren schoon en droog. De natuur kwam tot leven, in de Wieringermeer bloeide het koolzaad volop. Toen was er die rampzalige gebeurtenis, de Duitse bezetter blies op 17 april de IJsselmeerdijk op en de polder stroomde vol water. “Nog op dezelfde dag arriveerde de familie De Jong uit Middenmeer, vader, moeder en een klein jongetje, een peuter nog maar. Zij gingen wonen op het zomerstalletje in het achterom van de boerderij. Ze sliepen in de naastgelegen paardenstal.”

In de loop van de middag kwam de familie Klok van de Waardweg. Ze kwamen met paard en wagen, vader, moeder, hun drie kinderen, een zuster van mevrouw Klok en haar vriend. Hun hele hebben en houwen was op die wagen gestouwd. Waar moest dit gezin ondergebracht worden? Het werd het boetje dat langs het pad stond, al moest dat wel eerst ontruimd worden. Met zeven personen woonde de familie Klok beneden in het schuurtje, de zolder was slaapkamer. Met passen en meten en flink inschikken was veel mogelijk.

Zaterdag wasdag

Acht volwassenen en negen kinderen woonden zo maandenlang op één boerenerf. “Gelukkig hadden we een buiten-wc, aangesloten op de gierkelder van de veestal; bij ons geen grote sanitaire problemen. Er was een grote regenbak met filter, aan drinkwater  was bij ons geen gebrek. Op het erf was verder bronwater beschikbaar, daar koelde mijn vader de melk mee en boende mijn moeder in de wasboet het melkgerei. Die wasboet was groot genoeg voor iedereen. Er stond een gietijzeren kookpot  voor het verwarmen van het water en een vuurduiveltje waarin de was gekookt kon worden. Wasborden, teilen, alles was er voor de handwas. Op de droogzolder hing bij regenachtig weer de was te drogen.”

Eén keer in de week ging iedereen in de tobbe, dat gebeurde op zaterdag in de koestal. “Als ik mijn zuster mag geloven, was dat altijd een feest”, vertelt Kees. De evacués kookten op een petroleumstel , ieder voor het eigen gezin. Moeder Bakker kookte, heel modern, op een elektrisch fornuis. Kees herinnert zich deze tijd, ondanks de drukte – of juist dankzij! – als een gezellige tijd. “We konden goed met elkaar overweg, al lagen de kleintjes echt wel eens met elkaar overhoop, maar dat hoorde erbij.”

Nabij Kolhorn: huisraad en landbouwwerktuigen uit de onderwatergezette Wieringermeer worden in veiligheid gebracht.

Nabij Kolhorn: huisraad en landbouwwerktuigen uit de onderwatergezette Wieringermeer worden in veiligheid gebracht. Beeld: Beeldbank Regionaal Archief Alkmaar (FO3010094).

Vertrek evacués

5 Mei was voor iedereen – gezin Bakker en evacués – een feestdag. “We waren bevrijd! Mijn moeder bakte koek, havermoutkoekjes, heerlijk! Ook had ze nog cacaopoeder bewaard, we dronken echte chocolademelk. Met z’n allen, de vijftien personen op ons erf, van klein tot groot, vierden we de bevrijding in de koestal.” Snel daarna vertrok de Amsterdamse tweeling, terug naar hun ouders. De Wieringermeer stond nog maandenlang onder water, de evacués bleven.

In de loop van de zomer van 1945 vertrok de familie de Jong als eerste. De familie Klok bleef tot oktober. Aan de Waardweg – helemaal aan de westelijke rand van de Wieringermeerpolder – had het water alleen de benedenverdieping van de huizen bereikt. Het huis was verder intact, de familie Klok ging op zolder wonen zolang de benedenverdieping nog niet goed droog was. Aan het drukke samenwonen op de boerderij van de familie Bakker aan De Hemme kwam zo een eind.

Opnieuw contact

De Amsterdamse meisjes Wies en Noortje Piccardt waren in 1943 ‘slechts’ zes weken te gast geweest in het gezin Bakker. Bij hun vertrek kregen de ouders van Kees als dank een boek, daarna had de familie nooit meer contact gehad. Tot het jaar 2005. Kees erfde in zijn latere leven de boekenvoorraad van zijn ouders. Bij het afstoffen van enkele boeken viel zijn blik bij toeval op een geschreven opdracht: “September 1943. Ter herinnering aan Wiesje en Noortje Piccardt.” Na een korte zoektocht kwam Kees opnieuw in contact met de zussen. Wies woonde in Californië en Noortje …  gewoon in Amsterdam! Een welkom weerzien. “Wij hadden elkaar veel te vertellen”, zo vatte Kees deze hernieuwde kennismaking met de logeetjes van toen samen.

Inundaties Wieringermeer. Beeld: NIOD

Verantwoording

De heer Kees Bakker was op 17 april 2010 als spreker te gast op een bijeenkomst georganiseerd door het Historisch Genootschap voor Geschiedenis van Wieringermeer. Onderwerp was het gastvrij onthaal van polderevacués in 1945 door de omringende dorpen van de Wieringermeer. Maar liefst 7000 polderbewoners, onderduikers en oorlogsevacués moesten op 17 april vluchten voor het water.

Auteur: Historisch Genootschap Wieringermeer, bewerking lezing Kees Bakker: redactie Oneindig Noord-Holland.

Publicatiedatum: 12/07/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.