Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Fries aardewerk uit de Romeinse tijd in Noord-Holland

Met de komst van de Romeinen in Noord-Holland (15 n. Chr.) veranderde het door de inheemse bevolking gemaakte aardewerk definitief in dat van een Friese herkomst. Daarbij moeten we niet denken aan hordes noordelijke Friezen die onze provincie overspoelden, maar meer aan het door alle bevolkingsgroepen accepteren en gebruiken van het Friese vormenscala. Dit bestond uit bolle potten die over het algemeen even breed waren als hoog en waarvan de grootste breedte niet ver onder de rand lag.

Veranderende vormen in de derde eeuw

De Friese cultuur in het noorden van het land heeft vanaf de eerste eeuw onder druk gestaan van de buren, de Chauken. Dit volk had geen aardewerk met ronde vormen, maar juist met hoekige, geprofileerde vormen. Deze Chaukische vormen, die we inmiddels ‘Saksisch’ noemen, bereikten in de derde eeuw Noord-Holland en worden zelfs dan al ook in Zuid-Holland gevonden. Langzaam zien we de Friese vormen vervangen worden door die van de Saksen en ontstaat er een geheel ander vormenrepertoire.

Verschillende groottes

Zoals wij nu ook pannen van verschillende afmetingen in de keukenkast hebben, zo had een Fries huishouden ook verschillende maten potten staan, die afhankelijk van de omvang van het gezin gebruikt werden voor de dagelijkse voedselbereiding. Waarschijnlijk werd er gezamenlijk gegeten uit dezelfde pot waarin ook het voedsel werd klaargemaakt, want vooral uit de eerste eeuw ontbreken kleine maten potten of schalen en kommen die voor individueel gebruik in aanmerking zouden kunnen komen. De kleinste vormen die bekend zijn, zullen gebruikt zijn om uit te drinken. Pas aan het eind van de eerste eeuw ontwikkelt zich een kleine pot met een wijde opening en een kleine voet die makkelijk ‘in de hand’ te houden is. Vanaf die tijd zien we hieruit twee vormen ontstaan: een lage brede pot zoals hierboven omschreven en een pot op een relatief dunne steel, die algemeen als ‘kelk’ bekend is geworden.

Invloed van Romeinen?

Romeinen aten altijd individueel; ieder had zijn eigen serviesgoed en dat was een bord of een brede ondiepe kom. Mogelijk dat deze eetgewoonte binnen de Friese bevolking geleid heeft tot het maken van individueel serviesgoed. De genoemde kelk vond zelfs zijn weg naar Friesland. Friezen gebruikten voor vloeistoffen een bolle pot met een nauwe opening, meestal voorzien van twee oortjes aan de rand. Deze vorm ontwikkelt zich in de loop van de tijd tot een slanke hoge pot. Hiernaast bestaat er nog een populaire vorm met twee oren, maar deze is juist heel wijdmondig. Deze vorm zou heel goed geschikt zijn als melkkan om de geit te melken.

Welke vormen werden gebruikt?

Geheel afhankelijk van het soort bedrijf dat werd uitgeoefend en de samenstelling van het huishouden, zal er in elke individuele nederzetting een verschillend assortiment aan potten en schalen in gebruik zijn geweest. Ook een deel van de wintervoorraad kan heel goed ‘verpakt’ zijn geweest in aardewerk. Aardewerk is immers ‘muis-proof’ als de opening goed is afgesloten. Naast potten en schalen werden er ook deksels van aardewerk gemaakt!

Metalen potten?

Het is maar helemaal de vraag of de inheemse bevolking gebruik heeft gemaakt van metalen potten – die natuurlijk van handel met de Romeinen afkomstig waren. De Friese vrouwen waren immers zeer behendig in het maken van potten, zodat gebroken vaatwerk eenvoudig en goedkoop was te vervangen. Mensen die over gebroken potten niet moeilijk deden, werden tot in de late middeleeuwen aangeduid als ‘mensen bij wie je wel een potje kon breken’.

Auteur: Frans Diederik

Friese knobbeloorpot gevonden te Uitgeest.

Publicatiedatum: 15/11/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.