Dronckenmanshuisje
Rond 1630 staat op de plek van het huidige huis een ‘nieuw getimmert huis en erve met boomgaard staande en gelegen bij ’t Dronckenhuisgen’. De eigenaar van het huis is ook eigenaar van de herberg, één van de vele etablissementen die zich rond de Haarlemmerhout bevinden. In 1657 wordt de Leidsche Vaart gegraven. Deze vaart loopt langs diverse buitenplaatsen zodat diens eigenaren redelijk comfortabel en snel naar hun stadse huizen en zakelijke beslommeringen kunnen reizen. Halverwege de achttiende eeuw wordt door de Amsterdammer Christoffel Lublink de hofstede Endenhout gekocht, met daarop een huis, de herberg en de opstal van een huis met boomgaarden. Hij koopt tevens grote stukken weiland. De naam Endenhout wordt nu pas voor het eerst officieel gebruikt. De naam is afgeleid van de naam van een buurtschap.
Het huis Eindenhout
Aan het eind van de achttiende-eeuw koopt George Gerard Lans het terrein met een grootte van 700 roeden. Hij vergroot het terrein tot 5,5 hectare. Daarnaast laat hij er door de meestertimmerman en architect Pierre Esaie Duyvené (1760-1801) het huidige huis neerzetten, Endenhout II. Duyvené bouwt een huis in neo-classicistische stijl geïnspireerd op paviljoen Welgelegen uit 1789, het tegenwoordige Provinciehuis. Eindenhout is uit gemetselde steen opgetrokken en bekleed met grenenhouten planken die natuursteen-werk moeten verbeelden. Het gebruik van de vier vrijstaande Corinthische zuilen onder het fronton was een nieuwigheid. De zuilen zijn van baksteen met stuc bekleed. In 1799 wordt op kaart voor het eerst het terrein van Eindenhout zichtbaar met een landschappelijke aanleg, gevat in een rechte slotenstructuur. De tuin was er tot vermaak en productie: tussen de lanen was een bosje met haardhout geplant. Het ontwerp volgt de principes van de Vroege landschapsstijl: 2 lange rechte lanen, slingerende paden, die langs verschillende elementen voeren. Er zijn zichtlijnen en volop afwisseling tussen gesloten beboste delen met open weides waarin solitairen dan wel kleine groepjes bomen geplant zijn. In het hart ligt een grote druppelvormige vijver.
Huis met de beelden
Ter verfraaiing van het huis bestelt de nieuwe eigenaar Temminck in 1802 twee marmeren sfinxen in Italië. Hij plaatst deze aan weerszijden vóór het huis. Volgens de overlevering overleefde één beeld de reis niet, waarna deze werd nagemaakt in een Hollands atelier. Aan deze sfinxen heeft het huis zijn naam ‘Het huis met de beelden’ te danken.
Bewoning en bezit
Vanaf 1818 is Eindenhout bijna 130 jaar in het bezit van de familie Van Brienen. Tussen 1838 en 1841 breidt Arnold Willem van Brienen het grondstuk uit tot tien hectare. De zijvleugels van het huis worden uitgebouwd door L.P. Zocher. Na deze lange periode gaat de buitenplaats meerdere malen over van eigenaar. Als eerste wordt de buitenplaats verkocht aan de Haarlemse Mariastichting om er een ziekenhuis te bouwen. Na afstel van de plannen wordt de resterende 4,5 hectare van de buitenplaats in 1962 verkocht aan de gemeente Haarlem. Op een deel van het terrein wordt een politiemanege aangelegd. De rest wordt door verwildering in de jaren ’80 als vogelreservaat aangewezen. In 1972 komt het vervallen huis en een stukje van de tuin in particuliere handen. Het huis wordt gerestaureerd en krijgt zijn oorspronkelijke kleuren terug. Rondom het huis wordt een tuin in formele stijl aangelegd. Het huis is sinds die tijd in appartementen verdeeld en wordt bewoond. In 2009 krijgt het openbare deel van de buitenplaats rondom de koepel een opknapbeurt.
Niet te missen
In het openbare deel van Eindenhout staat een koepel, in 1915 gebouwd en vervaardigd van gewapend beton. Het is in Haarlem het eerste bouwwerk van dit met ijzer versterkte cementwerk. Hij wordt versierd met afgietsels van de sfinxen voor het huis en met op het ronde koepeldak een syrene. Na jaren gebrek aan onderhoud is de koepel in 1963 in erg slechte staat. Pas in 2008 durft men het aan dit kwetsbare bouwwerk te restaureren. In oktober 2009 wordt de herstelde koepel onthuld door schrijver Harry Mulisch. Hij was het die in de jaren ‘50 in het koepeltje had geposeerd voor een fotograaf omdat hij een foto achter zijn bureau te saai achtte, en dit een ‘verrukkelijk oord’ vond.
Landschap Noord-Holland / Cultuurcompagnie
Publicatiedatum: 01/05/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.