Een oogje in het zeil houden
“Houd jij even een oogje in het zeil?” Het is je vast wel eens gevraagd. Het spreekwoord betekent ‘iets in de gaten houden’. Als je een oogje in het zeil houdt, let je op iets of iemand en ben je zorgvuldig aan het waarnemen.
Al in de late Middeleeuwen werd het gebruikt: ‘Oog in het seil houden’. Het ‘zeil’ in het spreekwoord komt uiteraard van de zeevaart. Een goede zeevaarder houdt een wakend oog, is voortdurend op zijn hoede en scant niet alleen de wilde zee of oceaan om zich heen, maar let ook op zijn zeilen. “De gelykenis is van voorzichtige schippers, die op hunne zeilen letten”, schrijft Carolus Tuinman in 1726, ” ’t Is, Schipper, pas op! Eer de boelyn over de ree geraakt.” Een ‘boelyn’ of ‘boelijn’ is een boeglijn of touw die aan de verticale lijken (aan de zomen van het zeil bevestigd touw) van een zeil is vastgemaakt. Met een ‘boelijn’ kan een zeevaarder ervoor zorgen dat een zeil beter wind vangt. Als de ‘boelyn over de ree’ geraakt, kan het zeil niet goed in de wind worden gezet. Een schipper moet ‘een oog in het zeil houden’ om dit te voorkomen.
Een bezem in de mast voeren
Het idee achter deze tegenwoordig minder bekende uitdrukking is dat je de zee had ‘schoongeveegd’, vrijgemaakt van vijanden of zeerovers. ‘Een bezem in de mast voeren’ betekent dat je als het ware ‘meester bent over de zeeën’, een overwinnaar op zee. Zowel de uitdrukking zelf als de betekenis wijzen in de richting van de Nederlandse gouden eeuw. Een periode waarin geregeld zeeslagen werden gevoerd en meerdere landen om de zogenaamde ‘heerschappij over de zee’ vochten.
In het negentiende-eeuwse Zeemanswoordenboek van de Amsterdamse schrijver, taalkundige en politicus, Jacob van Lennep, wordt voor de oorsprong van het gezegde naar de Hollands-Wendische Oorlog in de vijftiende eeuw gewezen. Een zeeoorlog van Holland en Zeeland tegen de Hanzesteden. Één van de vroege gebruikers van de uitdrukking is Joost van den Vondel. “Dan voert hy op den mast een bezem tot een wapen”, schreef de toneelschrijver en dichter.
De bezem van Maarten Tromp
Er gaat een verhaal de ronde dat de Nederlandse zeeheld Maarten Harpertszoon Tromp in 1652 letterlijk een bezem aan zijn mast had gebonden om te laten zien dat hij de zee had vrijgemaakt van zijn vijanden. Dit was na zijn overwinning op de Slag bij de Singels, een zeeslag tijdens de Eerste Engelse oorlog. Of Tromp dit echt heeft gedaan is onzeker.
De in Amsterdam geboren cartograaf, verzamelaar, schrijver en diplomaat, Nicolaas Witsen, schreef in 1690 totaal wat anders over de uitdrukking ‘een bezem in de mast voeren’. Door een bezem aan de mast te binden, werd er wel degelijk een signaal afgegeven. Dit hield alleen niet het pochen na een heldhaftige overwinning zoals bij Maarten Tromp in, maar was een teken dat het schip te koop werd aangeboden.
Overigens, het Nederlandse oorlogsschip de ‘Zr. Ms. Tromp’, is nog steeds in het bezit van een bezem. Toen het commando over het schip in 2010 werd overgedragen, gaf de vertrekkende commandant geen vlag of vaandel aan zijn opvolger, maar ‘de bezem van Tromp’.
Bronnen
Woordenboek der Nederlandse Taal, Boelijn
Nicolaas Witsen, Aaloude en hedendaagsche scheeps-bouw en bestier (2 delen)
Onze taal: Een bezem in de mast voeren
Publicatiedatum: 03/02/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.