
Vleeshal
De slacht zelf vond plaats in het abattoir. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het verbieden van de onverdoofde slacht – een voorwaarde voor het verkrijgen van koosjer vlees – één van de eerste anti-joodse maatregelen van de Duitse bezetter, op 5 augustus 1940. De opperrabbijnen van Nederland stemden echter in met een uitzonderingsmaatregel die het gebruik van een elektrisch verdovingsapparaat toestond, waardoor de rituele slacht kon worden voortgezet en er nog tot in 1943 koosjer vlees kon worden verkocht.

Exterieur Israelietische Vleeshal Nieuwe Amstelstraat, circa 1939 Collectie Joods Historisch Museum
Er waren wel tal van beperkingen aan verbonden: zo werd het aantal winkels dat koosjer vlees mocht verkopen – en dan uitsluitend aan joden – in april 1942 teruggebracht tot 46 en waren vanaf dat moment ook joodse slagerijen buiten Amsterdam verboden. Het ritueel slachten van kippen viel ook onder het verbod op onverdoofde slacht, maar men slachtte kippen – net als voor de oorlog – nog lange tijd thuis. Tegenwoordig is er nog maar één koosjere slagerij in Amsterdam, Slagerij Marcus in de Waalstraat.

Maaltijdbereiding in vleeshal. Portretfoto van groep werkers met jodenster in de Vleeshal in de Nieuwe Amstelstraat die eten bereiden voor het kamp Westerbork, 1942 Joods Historisch Museum, collectie Jaap van Velzen.
Publicatiedatum: 21/02/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
2 reactiesLs. In uw stuk Een nieuwe en gemeenschappelijk Vleeshal begint rechts van bovenste foto de tekst over opening van de vleeshal in 1929 maar die wordt snel afgebroken. Onder de foto wordt verder gegaan met de oorlog. Mijn vraag is: hoe kan ik het vervolg lezen van 1929?
Ls.
Het is opeens wel leesbaar. Goede stukjes overigens.
F. Roest