De Valkenburgerstraat
De broodfabriek De Haan vestigde zich in 1830 in de Valkenburgerstraat, ooit een op en top Joodse straat. De straat lag op het eiland Marken, een in de zestiende eeuw aangeplempt stuk land dat bestemd was voor scheepstimmerlieden die werkten op de werven in de buurt. Samen met de eilanden Uilenburg en Rapenburg gingen hier aan het eind van de zeventiende eeuw voornamelijk arme Asjkenazische (West-Europese) Joden wonen. De Haan begon als broodbakkerij, maar ging zich later specialiseren in het maken van matzes. Verderop in de Valkenburgerstraat zat nog een matzebakker, van S.B. Snatager en Co. Deze bakker stond vooral bekend om zijn mierzoete roomgebak en gemberbolussen die hij verkocht in zijn banketbakkerij in de Jodenbreestraat.
Matzefabriek De Haan
Matzefabriek De Haan was een begrip in Joods Amsterdam. De firma bakte voor de Tweede Wereldoorlog ongeveer 5 a 6 miljoen matzes per jaar. De matzes werden voor transport in de bekende ronde dozen verpakt en via de Uilenburgergracht, aan de achterkant van de fabriek, per boot of kar gedistribueerd door heel Nederland. Het enige wat nu nog rest van de oude matzefabriek is een gevelsteen met een haan. De steen hangt in de hal van het moderne appartementencomplex.
Matzes met Pasen
De Hollandia, opgericht in 1933, is de enige nog bestaande matzefabriek in Nederland. Elk jaar met Pesach worden er in de fabriek matzes onder toezicht van het rabbinaat bereid. Opmerkelijk is de populariteit van matzes bij niet-Joden in Nederland, het enige land ter wereld waar traditiegetrouw niet-Joden met Pasen matzes eten, en dan bij voorkeur met roomboter en bruine suiker.
Het gebruik om matzes te eten met Pasen schreef Herjo Woudstra (1940-2011), oud-eigenaar van Hollandia, toe aan de vooroorlogse gewoonte van de Joden in Nederland om ter gelegenheid van Pesach hun niet-Joodse vrienden en kennissen matzes te schenken. Zo raakte de matze ingeburgerd in de Nederlandse cultuur.
Publicatiedatum: 21/02/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.