
Eerste eigenaren van het hotel waren Leendert en Aaltje Spaander, die van een normale kroeg een goedlopende slaapgelegenheid maakten. In de stormnacht van 13 op 14 januari 1916 werd Volendam hard getroffen. Van verblijfplaats voor bezoekende bekendheden werd Hotel Spaander een opvang voor de slachtoffers van de storm. En hoewel weinig mensen reden hadden om te lachen pakte dat, als we de verslagen mogen geloven, verrassend gezellig uit.
Hotel Spaander – Achterzijde. Beeld: Noord-Hollands Archief, Provinciale Atlas.
Het hotel van de familie Spaander
Leendert Spaander was een ondernemende man. Voordat hij in 1881 een herberg opende, was hij actief in de visserij en bedacht diverse manieren om de vangst zo efficiënt mogelijk te verkopen. Toen hij van de visserij naar de hotelbranche overstapte deed Spaander er alles aan om het dorp op de kaart te zetten. Zo zorgde hij er onder andere voor dat Volendam onderdeel werd van de trektocht die bekend stond als ‘de rondvaart door Waterland met de biefstuktram’, een toeristische rondreis tussen Amsterdam en de verschillende dorpen rond de Zuiderzee. Deelnemers aten biefstuk, aardappelen en groenten in de herberg. Het was zo’n succes dat de familie Spaander moest uitbreiden om de vraag aan te kunnen en de herberg werd een hotel.
Volendam tijdens overstrooming 1916. Beeld: Noord-Hollands Archief.
Magentadorp
Volendam was niet alleen populair onder toeristen, ook kunstschilders uit de hele wereld haalden er hun hart op. Aan het einde van de negentiende eeuw ontvluchtten veel kunstenaars de steeds drukker wordende steden en zochten rust en inspiratie in een meer landelijke omgeving. Volendam voldeed in dat opzicht volledig aan alle eisen. Onder kunstenaars uit binnen- en buitenland stond het dorp ook wel bekend als het magentadorp doordat de rode kleur veelvuldig in het plaatsje te vinden was: in de zeilen van de vissersboten, de kledij van de vissers, en de huizen. Spaander zorgde ervoor dat het zijn schilderende gasten aan niets ontbrak. Speciaal voor hen bouwde hij bijvoorbeeld een aantal ateliers. Het kwam nog wel eens voor dat een schilder de rekening betaalde met het werk dat hij in het dorp had gemaakt, met als resultaat een grote kunstverzameling voor de hotelier. De verzameling is tot op de dag van vandaag in het hotel te vinden. Sommige kunstenaars verlieten de familie nooit meer; drie van de zeven dochters Spaander trouwden met een schilder.
Watersnood 1916. Beeld: Noord-Hollands Archief.
Opvang voor iedereen
En toen de stormnacht in januari 1916. Een groot deel van het dorp aan de Zuiderzee kwam door een dijkdoorbraak onder water te staan. Er vielen geen slachtoffers, maar de bewoners van het ondergelopen benedendorp konden niet in hun woningen blijven en moesten ergens anders worden ondergebracht. De gastvrijheid die Spaander eerder al aan zijn hotelgasten toonde, werd nu ook weer aangewend. Diverse kranten uit die tijd melden dat het hotel in totaal tussen de zeventig en tachtig gedupeerden opving. Het Rode Kruis richtte er daarnaast een noodhospitaal in, omdat het hotel zich op het hoogste punt van het dorp bevond.
Hoewel iedereen van harte welkom was en er geen vergoeding werd gevraagd, werd er wel verwacht dat je je steentje bijdroeg. Vrouwen en meisjes hielden het gebouw schoon en onderhielden de kamers. De mannen en jongens waren onder andere verantwoordelijk voor het schillen en schoonmaken van de massa’s aardappelen en groenten die alle tijdelijke gasten van het hotel voorgeschoteld kregen. De handjes uit de mouwen dus, maar daar stonden voldoende eten en een schoon bed tegenover. Volgens ooggetuigen leek de eetzaal ’s avonds op een grote maar gezellige huiskamer van een zeer groot gezin.
Hotel Spaander Volendam, serre met uitzicht op IJsselmeer (voorheen Zuiderzee). Beeld: Noord-Hollands Archief.
‘Gesticht van liefde’
De barmhartigheid van de familie Spaander bleef niet onopgemerkt. Tot op Sumatra, een eiland dat onderdeel was van toen nog de kolonie Nederlands-Indië, was men op de hoogte van de Volendamse watersnood en de genereuze opvang. In de krant De Sumatra Post werd Hotel Spaander zelfs een ‘gesticht van liefde’ genoemd. Ook toen koningin Wilhelmina een paar dagen na de ramp een bezoek bracht aan Volendam was Leendert Spaander, als belangrijk inwoner van het dorp, van de partij.
Interieur van Hotel Spaander met schilderijen. Beeld: Gouwenaar via Wikimedia Commons.
Weer naar huis
Begin mei 1916 vertrokken de laatste veertig vluchtelingen uit het hotel. Normale gasten ontvangen was echter nog niet aan de orde. Het feit dat het gebouw op het hoogste punt van het dorp lag en daardoor niet ondergelopen was, betekende niet dat het hotel geen last had gehad van de storm. In tegendeel: de geschatte schade lag tussen de 8000 en 9000 gulden. En daar was de waarde van alle kunstwerken die door het water waren vernield nog niet eens bij opgeteld.
Aan de andere kant leverde de storm ook weer nieuwe kunstwerken op doordat verschillende kunstenaars het waterballet op doek vastlegden. Een deel van deze werken is in de collectie van Spaander terechtgekomen. Het zou nog heel wat voeten in de aarde hebben voordat Hotel Spaander zijn oude glorie weer terug had, maar het is gelukt. Nog altijd heeft de onderneming een prominente plaats in het dorp. Ondanks het eigen leed werd niemand na de overstroming bij het hotel geweigerd. Een bijzondere familie in een bijzonder dorp, die veel meer heeft betekend voor de plaatselijke gemeenschap dan welke toerist of schilder dan ook.
Auteur: Nienke Knotter
Publicatiedatum: 29/12/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.