Ontstaan in het holoceen
Het huidige landschap van Nederland is voor een belangrijk deel tijdens het holoceen gevormd. Dat geologische tijdperk begon ongeveer 10.000 jaar v.Chr. met een flinke temperatuurstijging. De ijskappen van Noord-Europa smolten waardoor de zeespiegel steeg. Langzamerhand werden de Noordzee en Waddenkust gevormd. In het verbeterde klimaat konden grote loofbossen groeien, waarin onder meer de bruine beer, wolf en eland zich thuis voelden.
Moerassen
Hier in de kustprovincies ontwikkelde zich een ander landschap. Met de stijging van het grondwaterpeil ontstonden er uitgestrekte moerassen. Plantenresten werden in deze natte omgeving niet afgebroken, waardoor duizenden jaren lang dikke lagen veen werden gevormd.
Ontginning
Vanaf de tiende eeuw werden in deze omgeving de eerste veengronden ontgonnen. Vanuit de hoger gelegen ruggen werden sloten gegraven om het water op veenrivieren af te laten stromen. Op de Amstel bijvoorbeeld, die weer in het IJ uitstroomde. Zo ontstond nieuw, droog land dat door de landbouwers in gebruik werd genomen.
IJdijken
Doordat water aan de bodem onttrokken werd, zakte het in cultuur gebrachte land. De zee kreeg vrij spel en kon door het stelsel van sloten diep het land indringen. Om landverlies tegen te gaan gaven de graven van Holland in het begin van de dertiende eeuw opdracht langs het IJ dijken te bouwen. Daarmee was de klus niet geklaard. Een goede dijk had onderhoud nodig en daar moesten de dorpelingen voor zorgen. Dit heette de dijkplicht en was een flinke last voor de plattelandsbewoners.
Westelijk Havengebied
Toen in 1875 door de Amsterdamsche Kanaal Maatschappij een deel van het IJ ten noorden van de Spaarndammerdijk werd drooggelegd, werd een nieuwe polder gecreëerd. Het karakter van het landelijke gebied dat hier ontstond veranderde ingrijpend in de tweede helft van de twintigste eeuw, toen Amsterdam uitbreidde met industriegebieden en de westelijke haven.
Archeologie van een dijk
De versteviging van de dijk is in de loop der tijd veranderd. Vlakbij station Sloterdijk zijn in 1981 de resten van een dijkbeschoeiing aan de IJzijde van de voormalige dijk opgegraven. Ter versteviging waren hier houten palen de grond in geslagen, waarvan de langste 7,75 meter was. Maar na verloop van tijd werden de palen door paalworm aangetast, waardoor de dijk steeds kwetsbaarder werd. Vanaf ongeveer 1700 werd geleidelijk aan de zogenaamde dijkmuur gebouwd. Delen van deze stevige, bakstenen muur zijn teruggevonden tijdens een kleine opgraving bij het boezemgemaal Halfweg. De dijk zelf bleek uit dikke lagen van verschillende soorten klei te bestaan.
Publicatiedatum: 09/06/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.