Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De Spaarndammer sluizen

De Spaarndammer sluizen bestaan uit een bebouwde dijk met daarin sluizen liggend in het midden van een grote waterplas. De sluizen zijn een belangrijk waterstaatkundig 'object'. Spaarndam is namelijk één van de vier plaatsen waar het wateroverschot van het grote Hoogheemraadschap van Rijnland geloosd wordt op het buitenwater.

Tegenwoordig pompt een modern gemaal het meeste water naar het Noordzeekanaal. Vroeger stroomde het bij eb via spuisluizen in het IJ. De schutsluis dateert in oorsprong al uit de dertiende eeuw.

Gezicht op de Spaarndammersluizen.

Gezicht op de Spaarndammersluizen. Beeld: beeldbank Noord-Hollands Archief.

Middeleeuwse oorsprong

De eerste vermelding van een sluis bij Spaarndam dateert van 1253. Na een grote stormvloed in 1248 werd de open verbinding tussen het Spaarne en het IJ afgesloten met een dijk. Deze dijk blokkeerde ook de scheepvaart en daarom verordonneerde de graaf van Holland in 1253 dat er een ‘spui’ (een sluis) in de dijk moest worden aangelegd. Om de bouw van de sluis financieel mogelijk te maken moesten de passerende schepen tol betalen. Na voltooiing werd de tol vervangen door sluisgeld. De eerste sluis voor de scheepvaart was overigens nog geen echte schutsluis, maar een eenvoudige klepsluis die alleen bij gelijke waterstand in Spaarne en IJ geopend kon worden.

Gezicht op het dorp Spaarndam, komende van het Gemeenlandshuis.

Gezicht op het dorp Spaarndam, komende van het Gemeenlandshuis. Beeld: Noord-Hollands Archief.

Vloeddeur

De spuisluizen bestonden uit houten ‘pijpen’ met daarin een vloeddeur. De opkomende vloed in het IJ drukte de deur dicht; daalde het water weer, dan ging de deur open en kon het polderwater uitstromen. Het aantal spuisluizen varieerde gedurende de jaren, omdat door de voortgaande ontginning van de moerasgebieden steeds meer water gespuid moest worden. Op een gegeven moment besloot men echter bredere spuisluizen te bouwen en nam het aantal weer af tot uiteindelijk de twee die er nu nog liggen.

Onderhoud en kosten

De houten spuisluizen moesten regelmatig vervangen worden en de deuren waren aan veel onderhoud onderhevig. De kosten daarvoor werden doorberekend aan de dorpen, de ‘ambachten’, in het spuigebied. Per spuisluis werd een vast aantal dorpen aangewezen dat voor de kosten op zou draaien. De sluizen werden dan ook naar de dorpen vernoemd. In Spaarndam treffen we onder andere de Woerdersluis aan. Het Grootwaterschap Woerden maakte geen deel uit van het Hoogheemraadschap van Rijnland, maar het spuide wel een deel van zijn water op de boezem van dit ‘schap’. Het was daarom niet meer dan redelijk dat ook de ‘Woerdenaren’ bijdroegen aan het onderhoud van een sluis.

De Groote Sluis in Spaarndam.

De Groote Sluis in Spaarndam. Beeld: Collectie Braakman.

Een bron van conflicten

Tussen het Hoogheemraadschap, de beheerder van de sluizen, en de stad Haarlem ontstonden in de loop der eeuwen vele conflicten. In 1560 verlangde Haarlem bijvoorbeeld de bouw van een grote schutsluis. Het Hoogheemraadschap verzette zich hiertegen, omdat zij bang was dat een houten sluis een zwakke plek in de dijk zou vormen. Haarlem beloofde daarom een moderne, hardstenen sluis. Na moeizame onderhandelingen startte in 1567 de bouw. Tot de voltooiing bestond er extra gevaar voor overstromingen. Een storm in oktober 1568 leidde bijna tot een dijkdoorbraak en daarom kwam het bevel van het Hoogheemraadschap om een extra dijk vóór de sluis te bouwen.

Sluizen in Spaarndam.

Sluizen in Spaarndam. Beeld: Noord-Hollands Archief.

Wederzijdse beschuldigingen

Kort na de voltooiing van de extra dijk in 1570 werd Haarlem belegerd door de Spanjaarden. Van de dure sluis had de stad geen enkel profijt meer en effectief toezicht op de sluis was niet mogelijk. Na de oorlog was Haarlem verplicht de zware schade aan de sluis te herstellen, maar de stad kon de kosten niet opbrengen en verweet het Hoogheemraadschap verwaarlozing van contractuele verplichting en goed beheer. Na veel wederzijdse beschuldigingen en na tussenkomst van de Prins van Oranje, werd besloten de reparatie te laten uitvoeren door het Hoogheemraadschap en Haarlem zou een deel van de kosten dragen.

Auteur: Veronique Rap

Bronnen

* Petra J.E.M. van Dam, ‘Spuien en heien. Innovatie en de rol van de stedelijke elite bij sluisbouw te Spaarndam in de 15e eeuw’, in: Ludy Giebels, Zeven eeuwen Rijnlandse uitwatering in Spaarndam en Halfweg. Van beveiliging naar beheersing (Leiden 1994), pp. 29-46.
* A.J. Enschedé, Bijdrage tot de geschiedenis van den Grafelijkheidstol te Sparendam (Haarlem 1874).
* G. ’t Hart, ‘Geschiedenis van de kleine en grote Haarlemmersluis te Spaarndam’, Haerlem Jaarboek 1967 (Haarlem 1968), pp. 112-135.

* Ter inzage in de bibliotheek van het Noord-Hollands Archief.

Publicatiedatum: 16/06/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.