De wet binnen de palen
De traditie van de banpalen begon echter al veel eerder, op 9 december 1342. Op deze dag kreeg de stad Amsterdam van de graaf van Holland, Willem IV, het ban- en vangprivilege. Dit privilege hield in dat het stadsbestuur het recht kreeg de misdadigers in de stad op te pakken en naar het buitengebied te verbannen. Dit buitengebied werd aangegeven door de banpalen. De misdadiger werd na zijn veroordeling met een roede de stad uitgeleid. Deze roede was de symbolische stok van de rechterlijke macht. Eenmaal bij de banpaal aangekomen was er voor de misdadiger geen weg meer terug, het gebied binnen de banpalen was verboden terrein voor hem geworden. Door deze verbanningen hielpen de steden elkaar aan elkanders louche figuren, de verbanning gold namelijk alleen voor de stad waarbinnen de misdadiger veroordeeld was. Andere steden kon hij gewoon betreden en daar zocht hij dan ook een nieuwe woonplaats.
Verschuiving rechtsgebied
Door de stadsuitbreidingen in de loop der eeuwen werden de banpalen steeds verplaatst, de stadsgrenzen schoven immers steeds verder op. Maar de grootste verschuiving van het rechtsgebied vond plaats in 1544, toen keizer Karel V met een privilege het Amsterdamse rechtsgebied uitbreidde. Vanaf toen gold de jurisdictie niet meer alleen binnen de stadsgrenzen, de banpalen werden namelijk 7½ kilometer buiten deze grenzen geplaatst. De bannelingen mochten nu behalve de stad ook de aangrenzende buitengebieden niet meer betreden. Voor dit nieuwe gebied werden nieuwe banpalen ontworpen. Deze moesten groter en hoger zijn dan de vorige; in 1559 werden ze geplaatst. Op de sokkels van de banpalen was de inscriptie ‘Terminus Proscriptionis / uytterste palen der Ballingen’ te lezen. Een van deze banpalen kwam te staan op de Spaarndammerdijk, op ongeveer dezelfde plek waar hij nu weer te zien is.
De reis van de banpaal
Sinds zijn plaatsing op de Spaarndammerdijk in 1559 is de banpaal tweemaal vereeuwigd door Nederlandse schilders. In 1650 maakte Rembrandt een ets, rond 1839 aquarelleerde Ten Cate de paal. Daarna volgde een reis via een schoolplein naar het Stoomgemaal bij Halfweg, om vervolgens in de tuin van het Stedelijk Museum geplaatst te worden. Door een uitbreiding van dit museum kwam de banpaal in 1954 in een tuin naast het Tropenmuseum terecht. In 1976 werd deze tuin samengevoegd met het Oosterpark en hier bleef de banpaal dan ook staan tot 2006; in dat jaar werd hij weer op oude plek teruggebracht.
Drinken en vechten buiten de palen
De banpaal werd in 1559 in het buitengebied van Amsterdam geplaatst, maar rustig was het hier lang niet altijd. Buiten de palen eindigde het rechtsgebied van de stad Amsterdam, maar ook het gebied waar het stadsbestuur belastingen mocht heffen. Herbergen maakten hier slim gebruik van en vestigden zich buiten de banpalen. Hier golden geen stedelijke belastingen en konden herbergiers hun drank veel goedkoper aan de man brengen. Niet alleen reizigers en bannelingen dronken hier graag, ook onguur volk uit de stad kwam naar de herbergen om te drinken. Ze waren dan ook vaak het toneel van vechtpartijen, gevloek en grove taal.
Auteur: Anna van der Molen.
Publicatiedatum: 16/06/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.