Noord-Holland kent veel plaatsen met bijzondere namen. Van sommige is de oorsprong snel vast te stellen, bij andere is het nodig om wat dieper te graven in het verleden. In deze serie verhalen onderzoeken we elke maand een andere regio van onze provincie, om achter de herkomst van de lokale plaatsnamen én bijnamen van de inwoners te komen. Deze maand: de Kop van Noord-Holland.
Oostelijk van het dorp De Waal op Texel lag eeuwenlang een heuvel die in de volksmond Sommeltjesberg werd genoemd. De plaatselijke bevolking was ervan overtuigd dat er in de heuvel Sommeltjes woonden, een soort geesten of aardmannetjes. Deze Sommeltjes dansten in het maanlicht op de berg. Daar maakte men elkaar graag bang mee. De Sommeltjes stalen ook metalen voorwerpen en verstopten die in de berg.
De Bomendiek, die oorspronkelijk Waaldam heette, is waarschijnlijk rond 1362 aangelegd. De Waaldam sloot de Lage Waal af, een geul die diep in het zuidoostelijk deel van het eiland doordrong. In het verlengde van de Waaldam lagen de Burgerdijk, de Oude Dijk en de Rozendijk. Deze hielden het zeewater tegen dat bij stormvloeden vanuit het noorden opdrong. Vanaf 1436 werden pogingen ondernomen om de kwelder ten noorden van de Waaldam in te polderen. Diverse pogingen tot bedijking mislukten: de dijken werden telkens tijdens stormvloeden weggeslagen. Pas vanaf 1612 werd de bedijking definitief en ontstond de polder Walenburg. Bij de drooglegging van de polder is de Waaldam opgehoogd. De polder grensde in het noorden aan een kweldergebied dat regelmatig onder water liep en zodoende de dijken bedreigde. De drooglegging van de Eierlandse Polder (1835) en de Polder Het Noorden (1876) maakten hieraan een eind.