Ruim voor het begin van de jaartelling, in de tijd dat het veen aangroeide was de Kromme Leek een indrukwekkende veenrivier, die uitwaterde in het Flevomeer. Rond het jaar 900 vestigden zich de eerste bewoners in het gebied van Wognum, een veenlandschap met hogere en lagere delen, waar kleinere veenstroompjes hun water in de Leek loosden.
Ontginning en dijkenbouw
De eerste ontginners gebruikten het hoogteverschil bij het graven van sloten om het veen te ontwateren. Het afwateren van het veen leidde tot bodemdaling, met als bijbehorend gevolg dat de rivier steeds breder werd. Deze brede rivier gaf wateroverlast. Om deze wateroverlast te bedwingen werd rond 1300 de Zwaagdijk aangelegd door het ambacht Drechterland (een ambacht is een rechtsgebied met lagere rechtspraak onder het gezag van een schout, baljuw of drost). De Zwaagdijk werd in de loop der jaren de scheiding tussen de ambachten Drechterland en de Vier Noorder Koggen. Maar ook andere dijken werden aangelegd om de wateroverlast van de Kromme Leek te beteugelen, zoals de Bobeldijk, de Kleine en de Grote Zomerdijk en de Risdam (het Keern).
Publicatiedatum: 23/09/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.