De geschiedenis van Onze Lieve Vrouw ter Nood begint ergens in de middeleeuwen als een jongen met zijn vee in het weidegebied loopt en struikelt. Hij kijkt geschrokken om en ziet iets, dat op een steen lijkt. Als hij beter kijkt, ziet hij een vreemd gevormd stuk hout en als hij het uitgraaft blijkt het een houten beeldje van Maria te zijn.
Trots gaat hij met zijn bijzondere vondst naar zijn moeder. Samen brengen ze dit beeldje naar de pastoor, die het wegbergt, totdat hij er een mooie plaats voor heeft gevonden. Niet veel dagen daarna loopt de jongen met zijn vee op dezelfde plaats, struikelt weer en het blijkt het beeldje van Maria te zijn. Een wonderlijke gebeurtenis.
Bouw van het heiligdom
Niet veel later dreigt een koopman op zee schipbreuk te lijden op het strand door een zware aanlandige storm. In zijn angst om te pletter te slaan bidt hij om hulp. Hij hoort de stem van Maria die zegt: “Als je mij gaat eren zal de wind gaan keren.” De schipper belooft dat en hij komt inderdaad behouden op zijn bestemming aan. Hij vergeet zijn belofte niet.
Als hij hoort van de wonderlijke vondst van het beeldje weet hij dat dit het teken is waar hij op wachtte. Hij bouwt op de plaats waar het beeldje was gevonden een kapel. Over deze kapel en een nabijgelegen geneeskrachtige waterput wordt in een bericht van 1409 al gesproken. Maar helaas heeft de kapel niet lang mogen bestaan. De reformatie brak aan. De kapel werd tijdens het Beleg van Alkmaar in 1573 vernield. Geleidelijk raakte de verering op deze plek in vergetelheid totdat in het begin van de twintigste eeuw de bedevaart nieuw leven ingeblazen werd.
Auteur: Liesbeth van Gool
Publicatiedatum: 04/06/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.