Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De Historische Kring Velsen bedient een hoop kernen

De Historische Kring Velsen organiseert elk jaar negen lezingen, heeft een website, een beeldbank en een Facebookpagina die regelmatig ververst wordt. De lezingen worden altijd druk bezocht, maar actieve vrijwilligers kunnen ze nog wel gebruiken. Wij spraken met een aantal van deze vrijwilligers over het jaarboek, het 'eerste stenen project' en de geschiedenis van het gebied rondom het Noordzeekanaal.

De Historische Kring Velsen bestaat sinds 1992 en telt 468 leden. Het werkgebied van de vereniging bestaat uit zeven kernen: IJmuiden, Santpoort-Noord en Santpoort-Zuid, Velsen-Noord en Velsen-Zuid, Velserbroek en Driehuis. Bestuurlijk vallen ze onder één gemeente, maar veel samenhang vertonen de gebieden niet.

Marianne Kwant, voorzitter van de vereniging, waarvan het bestuur elke dinsdag bijeenkomt in het Zee- en Havenmuseum in IJmuiden, bevestigt dat de verschillen groot zijn. “Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom we, in vergelijking met andere verenigingen, niet zo veel leden hebben. De verschillen zijn nogal groot. Een voorbeeld is Velsen-Noord, dat door het kanaal van de rest is afgescheiden. Daarom gaan we daar in ons jaarboek van 2024 extra aandacht aan besteden.”

Naast dat jaarboek, Velisena, organiseert de vereniging elk jaar negen lezingen, er is een beeldbank, een website en de pagina op Facebook wordt regelmatig ververst.

Zo zag het Noordzeekanaal er in 1939 uit, met zicht op de veerponten. Links Velsen-Noord, rechts het dorp Velsen. Prentbriefkaart uit de collectie van Henk de Reus.

Noordzeekanaal

De aanleg van het Noordzeekanaal, die tussen 1865 en 1876 plaatsvond, heeft een enorme impact gehad op de ontwikkeling van dit duingebied. Het kanaal werd gegraven op verzoek van Amsterdamse kooplieden, die een goede verbinding met de zee wilden.

Velsen was er niet bij betrokken, legt Marianne uit. “Het gemeentebestuur kreeg niet eens een uitnodiging voor de opening van het kanaal, al zal dat later wel goed zijn gekomen. En het was ook helemaal niet de bedoeling dat IJmuiden hier zou ontstaan.”

IJmuiden was aanvankelijk niet meer dan ‘een duingebied met twee boerderijtjes’ vertelt medebestuurslid Theo van Gorsel. Marianne knikt instemmend. “Veel van de kanaalgravers, die uit Zeeland en Brabant kwamen, waar grote armoede heerste, woonden in hutjes. Na de aanleg van het kanaal bleven zij hier hangen en dat waren de eerste bewoners van IJmuiden. Die plaats is dus spontaan gegroeid, daar heeft nooit een plan achter gezeten.” Er zijn nog wel pogingen ondernomen om van IJmuiden een mondaine badplaats te maken, voegt Theo er aan toe. “Er zijn zelfs hotels gebouwd, maar dat is nooit van de grond gekomen, omdat dat niet zo matchte met de vissershaven en andere bedrijvigheid daar omheen.”

Een aantal actieve vrijwilligers van de Historische Kring Velsen op een rij: (v.l.n.r.) Piet Boutelier, Theo van Gorsel, Marianne Kwant, Henk de Reus en Yvonne Bax-Bakker. Foto: Arnoud van Soest.

Een schilderachtig dorpje

Het Noordzeekanaal snoepte ook steeds meer van het schilderachtige dorpje Oud-Velsen af. Aangezien de schepen steeds groter werden, moest het kanaal telkens worden verbreed en moesten steeds meer huizen worden afgebroken. Secretaris Yvonne Bax-Bakker weet nog dat haar broer zijn woning in de Torenstraat op moest geven. Dat vonden hij en zijn vrouw erg jammer, want zij woonden er goedkoop en mooi. Theo: “Nu zou er veel meer tegen gedemonstreerd worden, maar in die tijd werd dat gewoon geaccepteerd.”

Eigenlijk is het de schuld van Amsterdamse landeigenaren dat grote delen van Oud-Velsen voor de aanleg van het kanaal zijn opgeofferd, zo begrijpen we van Piet Boutellier, die voor de historische kring de ICT doet. “Eén van de redenen dat het kanaal Velsen heeft doorkliefd, is dat de ‘hoge heren’ van Amsterdam, die hier hun landerijen hadden, zoals Beeckestijn en Waterland, niet wilden dat het kanaal door hun gebied werd aangelegd.”

De eigenaar van landgoed Waterland, Willem Boreel van Hogelanden, was Minister van Staat toen het kanaal werd gegraven. Hij had dus flink wat in de melk te brokkelen, wat tot die onlogische knik in het kanaal kan hebben geleid, zo wordt algemeen vermoed.

Het landgoed Beeckestijn heeft sinds de Tweede Wereldoorlog een metamorfose ondergaan. Het is opgeknapt en er vinden rondleidingen door het landhuis en de tuinen plaats. Foto via Wikimedia Commons, Svdmolen,CC BY-SA 3.0.

Hoogovens

Maar het kanaal bracht uiteraard ook voordelen, weet Marianne: “De werkgelegenheid heeft een grote vlucht genomen, neem papierfabriek Van Gelder of neem de Hoogovens. Het kanaal was een geweldige plek voor aan- en afvoer.”

De Hoogovens, inmiddels Tata Steel, bood ooit werk aan 28.000 mensen, of 40.000 mensen als je de toeleveringsbedrijven mee rekent. Maar ook de visserij nam een grote vlucht, vertelt bestuurslid Henk de Reus. “Toen het kanaal er kwam, ontdekten de vissers dat dit een hele mooie plek was om stormvrij aan te leggen.” Later kwam er een visveiling, van waar de vis naar Amsterdam, Haarlem en Zaanstreek werd vervoerd. Een deel van die afvoer verliep toen nog via het spoor, want in 1898 werd het eindpunt van de spoorlijn verlegd van de sluizen van IJmuiden naar de Vissershaven.

Ook de Tweede Wereldoorlog hakte er flink in, vervolgt hij. “Zo’n dertig procent van de huizen en andere gebouwen is in de oorlog verloren gegaan of zwaar beschadigd. Ze zijn voornamelijk gesloopt, om een schootsveld voor de  Duitsers te creëren, maar er zijn ook huizen door bombardementen verloren gegaan. Dat heeft IJmuiden wel getekend. Na de oorlog kreeg je een wederopbouw, dus tussen 1948 en 1970 zijn er nieuwe wijken gebouwd.” Dat waren niet allemaal architectonische hoogstandjes laat Theo doorschemeren: “Er moest snel gebouwd worden voor weinig geld; een echt centrum heeft IJmuiden nooit gekregen.”

Panorama van Oud-IJmuiden circa 1910, in oostelijke richting gefotografeerd, met links het Noordzeekanaal. Prentbriefkaart uit de collectie van Henk de Reus.

Eerste stenen

Een van de projecten waar de historische kring trots op is het ‘eerste stenenproject’ waar vrijwilliger Hanny Tibboel zich met hart en ziel op heeft gestort. Zij probeert eerste stenen in kaart te brengen, die in woningen, bedrijfspanden of openbare gebouwen in de gemeente Velsen zijn ingemetseld. Hanny heeft al 65 stenen ontdekt, zo vertelt ze aan het Noord-Holland Nieuws, maar er moeten er volgens haar nog véél meer zijn. Vandaar dat ze haar mede-Velsenaren oproept met haar mee te speuren. Ze is vooral benieuwd naar de verhalen achter zo’n eerste steen. Als voorbeeld noemt ze een monumentaal gebouw aan de Rembrandtlaan, dat om 1951 begon als gemeenschapshuis bij de verderop in de straat gelegen kerk. Nu wordt er in gewoond, maar toen ze in de archieven dook ontdekte ze dat er waarschijnlijk weinig gebouwen in Velsen zijn die zoveel verschillende functies hebben gehad, van een gebouw waar gymnastiekwedstrijden en theatervoorstellingen werden gehouden tot een tandartspraktijk en een tweedehandswinkel. Leuke weetjes waar ze zonder die eerste steen waarschijnlijk nooit achter zou zijn gekomen.

De website van de Historische Kring Velsen bevat overigens ook een lijstje van werkgroepen die niet meer actief zijn, zoals de niet-actieve werkgroep straatnamen en de niet-actieve werkgroep nijverheid en industrie. Meestal vermeldt je geen werkgroepen die ter ziele zijn, maar voorzitter Marianne Kwant kan dat wel uitleggen. “We hebben allerlei werkgroepen gehad, maar de mensen die daar in zaten, zijn nu allemaal tachtigers. En de mensen die wél actief zouden kunnen worden, passen tegenwoordig op hun kleinkinderen, doen aan mantelzorg of ze gaan er op uit met hun camper. We hebben dus ideeën genoeg, maar we kunnen nog wel een paar actieve vrijwilligers gebruiken.”

Al gauw wisten ook buitenlandse visserschepen hun weg naar de haven van IJmuiden te vinden. Op deze foto uit 1910 lost een Engels haringschip zijn lading. Prentbriefkaart uit de collectie van Henk de Reus.

Oude prentbriefkaarten

Naast een website beschikt de Historische Kring Velsen ook over een Facebookpagina, waarvoor Henk de Reus uit een collectie van 2.500 oude prentbriefkaarten put. Prentbriefkaarten worden nu niet meer verstuurd, maar rond 1900 hadden mensen nog geen telefoon, laat staan internet. “De post werd in die tijd nog drie keer per dag bezorgd, dus als tante Truus naar haar nicht in Den Helder wilde, dan stuurde ze ’s ochtends een kaartje en schreef ze: ik sta vanavond bij je op de stoep.”

Het begin van de vorige eeuw was dus een gouden tijd voor ansichtkaarten. En niet alleen de foto op voorkant gaf een prachtig tijdsbeeld, dat gold ook voor wat mensen op de achterkant schreven. “Ik heb een prentbriefkaart van een militair die aan zijn moeder schrijft: ‘Mam, wil je af en toe de banden van mijn fiets nat maken.” Want dat waren rubberen banden die nog uitdroogden. Of hij vroeg zijn moeder of ze de doos wilde bewaren, waarin hij haar wat had gestuurd, omdat het ‘zo’n mooie doos’ was. Nu zouden we zo’n doos meteen in de papierbak gooien.”

Velisena

Elk jaar geeft de historische kring een fraai geïllustreerd jaarboek uit, Velisena. De artikelen variëren van de kerstening van Velsen, die al in de achtste eeuw begon tot een portret van Reformhuis Kuilboer in de Raadhuisstraat 4 in IJmuiden, waar zich voorheen een ‘melkinrichting’ bevond. Je moet nu eenmaal met je tijd meegaan.

Het nummer bevat ook een portret van de familie De Waard, een vissersfamilie uit Middelharnis, die in 1912 in IJmuiden neerstreek. Vader Johannes voer geregeld naar de Doggersbank om op haring te vissen. Johannes had een goed hart. Niet alleen nam hij een Joodse familie met kinderen op, die naar Engeland had willen vluchten, maar toen dat mislukte, in de bosjes bij de Westerbegraafplaats lag te slapen. In de oorlog werkte hij in een visbakkerij, waar visresten tot visballen werden verwerkt. Op een avond tijdens de oorlog kwam hij op straat een man tegen die kermde van de honger. Hij gaf hem spontaan zijn zak met visballen en kwam met lege handen thuis. Nou ja, morgen weer een dag, zou hij gezegd hebben.

Zijn zoon Thomas ging ook varen, bij de Stoomvaart Maatschappij Nederland, maar vliegen vond hij eigenlijk veel leuker. Tijdens zijn militaire dienst in Den Helder haalde hij zijn vliegbrevet en na zijn diensttijd werd hij reservevlieger. Samen met een fotograaf vloog hij in een Fokker rond om luchtfoto’s te maken. Daarbij vloog hij soms laag over IJmuiden waar zijn familie dan stond te zwaaien, waarna Thomas met een grote witte zakdoek terugzwaaide en stoer een ‘looping’ maakte.  Zijn moeder stond dan doodsangsten uit en riep: ‘Oh jongen, ik kieke niet.’

In december 1944 werd Thomas bij een razzia opgepakt en naar Duitsland gestuurd om daar te gaan werken. In april 1945 wist hij te ontsnappen en met een paar lotgenoten liep hij terug naar IJmuiden, ‘van boerderij naar hooizolder.’ Na de oorlog ging Thomas bij het Loodswezen in IJmuiden werken. Samen met zijn collega’s loodste hij schepen door het Noordzeekanaal naar Amsterdam. Op 22 januari 1984 overleed hij op 79-jarige leeftijd in het Zeewegziekenhuis, waarmee aan zijn bewogen leven een einde kwam.

Auteur: Arnoud van Soest

Publicatiedatum: 24/06/2024

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.