Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Heel Noord-Holland aan het aardgas

Het was een ingrijpend project. Kilometers aan buizen werd door het hele land uitgerold, monteurs bouwden miljoenen fornuizen en geisers om. Oude kooktoestellen gingen naar de sloop. Cabaretier Wim Kan zong in zijn oudejaarsconference op de radio ‘Twaalf miljoen oliebollen op aardgas’. En nu, zestig jaren later, gaan we van het aardgas af.

Een journalist berekende in 1964 dat er zeker 40.000 buizen van twaalf meter lengte nodig waren om het aardgas dat in Slochteren in het weiland van boer Boon was ontdekt door het hele land te transporteren. Van de leiding die via Zwolle naar Den Haag werd gelegd, kwam bij Amersfoort een aftakking naar Hilversum. Vandaar zou het aardgas via Amsterdam, Zaandam en Alkmaar naar Den Helder stromen.

Hilversum was de eerste gemeente in het westen van het land waar burgemeester Boot in 1963 symbolisch het laatste oude stadsgas aanstak. Weekblad Vrij Nederland schreef in augustus 1964 dat het aardgas dat in Slochteren, maar bijvoorbeeld ook in plaatsen als Edam en Egmond was aangetroffen ‘een revolutionaire verandering in ons levenspatroon (zal) veroorzaken.’ Al was het maar omdat nu iedereen centrale verwarming zou kunnen krijgen.

Knorrend haardvuur

De reclameslogan ‘Gezellige mensen stoken kolen!’ raakte achterhaald. Voor de kolenhandelaren die destijds ‘de gezelligheid bij het knorrende haardvuur’ benadrukten, viel de basis van hun bestaan weg. Om dagblad Tubantia te citeren: ‘De gasbellen, die aan de aarde ontsproten doofden het heilige vuur waarmee de bandstoffenhandelaar probeerde zich een goed belegde boterham te veroveren. ’t Beleg ging in rook op, de zorgen namen toe.’

Voor een zoon van een kolenhandelaar leek het voortaan wel ‘zelfmoord om het vak van zijn vader te kiezen.’ In de Haarlemmermeer, aldus de krant, kon een kolenboer ‘de tragiek niet meer verwerken. Hij beroofde zich van het leven.’

Bijna alle woningen van de twaalf miljoen mensen die ons land toen telde, zouden op het aardgasnet worden aangesloten. Dat was al een heel gedoe. En dan moesten ook nog alle fornuizen, geisers en dergelijke apparaten worden omgebouwd voor dat gas. In Amsterdam bijvoorbeeld was het zaak vrijwel alle meterkranen te vervangen, meldde het energiebedrijf. Het Gereformeerd Gezinsblad kopte olijk ‘(Ges)kraantje lek’. De kranen, gemaakt voor stadsgas, waren namelijk niet berekend op de hogere druk van het aardgas.

Naar aanleiding van de overstap op aardgas zijn vele oude gasfornuizen niet meer bruikbaar. Grote stapels oude fornuizen. Fotograaf: Joost Evers / Anefo, 1966. Beeld: Nationaal Archief, CC0, Bestanddeelnummer 919-8158.

Westergasfabriek

Het ontsteken door de burgemeesters van de eerste (of laatste) gasvlam luidde het einde in van de gasfabrieken die in veel steden rookten. Neem Hilversum, daar was in 1885 een gemeentelijke gasfabriek gebouwd op een stuifzandgebied van de heide. Het hier geproduceerde gas was bestemd voor de straatverlichting en voor particulieren. Deze gasfabriek kreeg een spoorwegaansluiting voor de aanvoer van steenkool. Met het binnenhalen van het aardgas uit Groningen was de gasfabriek overbodig. De slopershamer galmde en de hoge schoorsteen klapte onder veel bekijks tegen de vlakte.

En zo ging het overal in de provincie. Neem de Westergasfabriek in Amsterdam, gebouwd in 1863 aan de Haarlemmertrekvaart. Dat was handig met het oog op de aanvoer van steenkool. Deze fabriek groeide uit tot de grootste steenkolengasfabriek in het land. Het complex besloeg wel vier hectare.

Burgemeester Van Hall (Amsterdam) ontsteekt op 4 oktober 1965 in het plantsoen bij het Amstelstation het eerste aardgas in de hoofdstad. Stadsarchief Amsterdam, afbeeldingsbestand OSIM00006001288

Hoogovens voorzag gemeenten in de omtrek, ook de hoofdstad, van gas. In 1964 meldde het Algemeen Handelsblad dat het Velsense bedrijf ongeveer driekwart van het totale Amsterdamse gasverbruik dekte. De komst van aardgas betekende dat de leveringscontracten tussen Amsterdam en de Hoogovens moesten worden herzien. Dat zou wel eens juridisch touwtrekken kunnen worden. Maar ja, schreef de krant, omdat de regering heeft uitgesproken dat de gehele bevolking gelijkelijk van de gasbron moet genieten, zal er met de Hoogovens een goede afspraak moeten worden gemaakt. Want ‘het is psychologisch onverteerbaar, dat de hoofdstad niet zou profiteren van de voordelen van de Slochterense vondst.’

Het terrein van de vroegere Amsterdamse Westergasfabriek groeide in de loop van de tijd uit tot een druk bezocht cultuurpark.

De nieuwe gasfabriek (Westergasfabriek), vervaardiger: Greive jr, Johan Conrad (1837-1891), 1885. Stadsarchief Amsterdam, Afbeeldingsbestand 010194001653.

Het neerhalen van de schoorsteenpijpen van de Westergasfabriek. Collectie Stadsarchief Amsterdam, Afbeeldingsbestand OSIM00003005088.

Daverende knallen

De grote gasbel van Slochteren was zeker niet de eerste in het land, want in 1948 boorde de Nederlandsche Aardolie Maatschappij (NAM) al aardgasvelden aan bij Coevorden (Drenthe). Dat was dan ook de eerste gemeente in 1951 die aardgas kreeg. Er bleken meer aardgasbronnen te bestaan. Maar de grote klapper kwam eind mei 1959 in Kolham bij Slochteren (Groningen). Daar bleek onder de akker van boer K.P. Boon, op meer dan tweeduizend meter diepte, zo’n kolossale aardgasvoorraad te zitten dat heel Nederland hiervan zou kunnen profiteren.

Overal in het land ging men naarstig op zoek naar andere mogelijk interessante aardgasvelden. De oliecrisis in 1973 wakkerde deze speurtocht aan. Zoals bij de Egmonden waar daverende knallen de bevolking hadden opgeschrikt, aldus Het Parool in 1978. ‘Het onderzoek wordt gedaan door de springstofladingen in de grond te laten ontploffen’.

Ook in de natuurgebieden in Waterland en in de Staatsboswachterij Schoorl wilde men weer seismisch onderzoek gaan plegen. Staatsbosbeheer was daar alles behalve gelukkig mee.

Brak water

Het polderbestuur van de Haarlemmermeer was niet ingenomen met proefboringen naar gas. Door die boringen ontstonden soms wellen met brak water. En het zoute water kan gevolgen hebben voor de landbouw en bloemkwekerijen, aldus dagblad De Waarheid in 1964. Soms bleken dergelijke wellen nauwelijks te dempen.

Nee, beter dan in de polderbodem diep te boren, vond het gemeentebestuur een plannetje om een aftakking te maken van een aardgasleiding die al jaren door de polder liep. Helemaal van de Kaag naar Vijfhuizen. Deze leiding transporteerde gas uit een wingebied in Zuid-Holland naar de Hoogovens in IJmuiden. Een creatief plan, maar van zo’n eigen aftakking is het nooit gekomen. Haarlemmermeer moest wachten op het gas uit Slochteren.

Bij het opdoeken van de gasfabriek aan de Harmenjansweg in Haarlem in 1970 moest ook de schoorsteen eraan geloven. Noord-Hollands Archief, Collectie van foto’s en negatieven van Fotopersbureau De Boer te Haarlem, inventarisnummer 3445.

Schrik slaat om het hart

Voorafgaand aan het binnenhalen van dat aardgas uit Slochteren was een grote campagne gestart om huisvrouwen op de nieuwe tijd voor te bereiden. Haarlems burgemeester Cremers opende begin maart 1965 de Haarlemse Voorjaarsbeurs voor de Vrouw in het Krelagehuis aan de Leidsevaart. En daar sprak de directeur van het Haarlemse energiebedrijf over ‘de toekomst van het aardgas in Haarlem en omgeving en de betekenis daarvan voor de huisvrouw’.

Op de internationale huishoudbeurs in de Amsterdamse RAI hadden in 1964 de verenigde gasfabrikanten al voorlichting gegevens over het gebruik van aardgas, de prijs en de noodzaak tot het ombouwen van fornuizen en dergelijke.

Met name dat ombouwen was een karwei. Op de tv vertelden inwoners van Hilversum en Bussum, de voorlopers in de omschakeling naar aardgas, welke moeilijkheden zij hadden ondervonden. Dat was bepaald niet kinderachtig, erkende Beatrijs, katholiek weekblad voor de vrouw. Menigeen zal schrik om het hart zijn geslagen. ‘In vele huiskamers zal men misschien gezegd hebben: Nou voor mij hoeft het niet, laten ze dat aardgas maar rustig in de grond laten zitten.’

Hoe indrukwekkend een gasfabriek kon zijn, zag je aan de Spoorgracht in Den Helder, rechts de Gasbrug over de Molenvaart. De foto dateert uit de jaren 1915-1925. Noord-Hollands Archief / Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 19852.

Tweepits komfoortje

Bedenk wel, aldus de redacteur van Beatrijs, dat men bij het omschakelen in de eerste gemeenten nog geen enkele ervaring had. Door de fouten die in Hilversum en Bussum zijn gemaakt, heeft men geleerd hoe het niet moet.

Wat bleek? In Hilversum waren er veel meer gastoestellen aanwezig dan het plaatselijke gasbedrijf had aangenomen. En lang niet alle onderdelen die vervangen moesten worden waren in voorraad, Soms moesten de monteurs lang wachten voordat ze de onderdelen kregen die ze voor het ombouwen van bepaalde typen toestellen nodig hadden.

Maar, meldde Het Vrije Volk, daarin komt nu verandering. De in ons land veel voorkomende onderdelen gaat men nu centraal inkopen en verdelen onder de gemeenten waar men aan ombouwen begint. De journalist zag achter het gebouw van het Hilversumse gasbedrijf een hoge stapel afgekeurde toestellen liggen. Dat lijkt veel, maar als je de cijfers bekijkt valt het mee, hoorde hij. ‘Zeventig percent van de komforen  en fornuizen bleek omgebouwd te kunnen worden, alle gaskachels werden omgebouwd en het percentage van de afgekeurde geisers was heel laag.’

Uitgebreid werd voorlichting gegeven over koken op aardgas, foto uit 1968. Noord-Hollands Archief, Collectie van foto’s en negatieven van Fotopersbureau De Boer te Haarlem, inventarisnummer 10088.

De dagen dat de huisvrouw haar fornuis kwijt was, moest ze zich met een tweepits toestelletje behelpen, maar een schrale troost was dat alle kosten voor het ombouwen voor rekening van de gemeente kwamen.

Begin december 1968 meldde De Telegraaf dat de klus was geklaard, de overschakeling op aardgas was in het hele land praktisch voltooid. In Egmond aan Zee werden de laatste gastoestellen omgebouwd. De twaalf miljoen oliebollen, waar Wim Kan in 1964 van zong, waren op het aardgas aangesloten.

En nu moeten we, met ons achttien miljoenen, weer van het aardgas zien af te komen.

Auteur: Jan Maarten Pekelharing

Publicatiedatum: 20/06/2024

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.