De Bakenesserkerk in Haarlem is al eeuwen onderdeel van het historisch aangezicht van de stad. Het godshuis is gesticht in de Middeleeuwen en heeft het Beleg van Haarlem, de grote stadsbrand en de Reformatie overleefd. Dankzij Stadsherstel heeft de kerk een tweede leven gekregen. Maar wat heeft de kerk precies te verduren gekregen?
Kapel
De Bakenesserkerk begon als een eenvoudige kapel gewijd aan de maagd Maria. Niet toevallig dankt de Vrouwenstraat haar naam aan deze kapel. Niemand weet wie de kapel heeft opgericht, maar er zijn sterke vermoedens dat dit Willem II moet zijn geweest omstreeks 1250. We weten van deze kapel omdat deze genoemd wordt in rekeningen uit 1421. In 1480 onderging het godshuis de eerste verbouwing en werd de kapel een kerk. De fundamenten werden gelegd voor de karakteristieke toren die er een eeuw later zou komen.
De Tachtigjarige Oorlog
De Bakenesserkerk speelde een rol in een gruwelijke gebeurtenis. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog koos Haarlem de kant van de opstandige protestantse stadhouder Willem van Oranje. De stad kreeg het zwaar te verduren onder het beleg van de Spanjaarden en moest zich in 1573 overgeven. Soldaten en aanhangers van Van Oranje werden in de Bakenesserkerk opgesloten. De kerk werd een wachtlokaal voor een brute slachting. Toen de Spaanse beulen het werk niet meer aan konden, werden de overige gevangenen aan elkaar gebonden. Zij vonden de verdrinkingsdood in het Spaarne.
De Reformatie
De Bakenesserkerk was in eerste instantie een katholieke kerk, wat betekende dat er veel ornamenten en versieringen waren. Na het vertrek van de Spanjaarden in 1577 konden de hervormden weer vrijelijk hun geloof uitoefenen. De Bakenesserkerk werd toen aan de Hervormde gemeente geschonken. Alle katholieke ornamenten werden binnen drie dagen verwijderd. Slechts vier beelden van Evangelisten zijn bewaard gebleven. De kerk bleek al snel te klein voor de groeiende Hervormde gemeenschap. Na de plundering van de Grote Kerk op de Grote Markt door de protestanten, werd de Bakenesserkerk verlaten. De Grote Kerk werd nu het middelpunt van de Hervormde gemeenschap.
Wonen in de kerk
Voor het vertrek van de Spanjaarden woedde er een grote brand in de stad. Op 23 oktober 1576 gingen 449 woningen in vlammen op en ontstond er woningnood. De verlaten Bakenesserkerk bood uitkomst. Er werden kleine woningen in een gedeelte van de kerk gebouwd. Dit heeft de kerk behoed voor zijn ondergang, want eerder twijfelde men of de kerk niet afgebroken moest worden. De kerk bleef bewaard en kreeg in 1620 zijn oorspronkelijke functie terug. De Hervormde gemeenschap was zo groot geworden dat er nieuwe kerkgebouwen nodig waren. De Bakenesserkerk werd verbouwd en weer voor diensten gereedgemaakt. Op de Oostpoort die toen werd aangebouwd staat dan ook het jaar 1620.
Verval
Ondanks de verbouwing bleef de Bakenesserkerk toch relatief klein. Vanaf 1779 tot 1954 werd de kerk daarom gebruikt voor speciale kinderdiensten. Daarna werd de kerk nog enkele keren voor invalbeurten gebruikt, als een andere kerk verbouwd werd. Maar de kerk bleef vooral leeg en raakte in verval. Het ontbrak de Hervormde gemeente aan financiën om de Bakenesserkerk te blijven onderhouden. Na de verkoop van de kerk aan een particulier in 1996 waren er verschillende plannen om de kerk weer nieuw leven in te blazen. Uiteindelijk heeft Stadsherstel zich over het gebouw ontfermd, waarna het grondig is gerestaureerd. Sinds 2011 huisvest de Bakenesserkerk het kantoor én een tentoonstellingsruimte van de Dienst Archeologie van de gemeente Haarlem. Daarmee heeft de mooie Bakenesserkerk een tweede leven gekregen.
Aan dit tweede leven ging een heel proces vooraf. Het Steunpunt Monumenten en Archeologie bracht dit verloop nauwgezet in beeld. Ze onderzochten niet alleen de nieuwe functie van het project en het proces, maar benadrukken ook de succesfactoren, lichten de struikelblokken uit en geven als conclusie tips, met als doel inspiratie te bieden voor vergelijkbare herbestemmingsinitiatieven in de toekomst.
Publicatiedatum: 05/02/2018
Vul deze informatie aan of geef een reactie.