Het ontstaan van het reactorcentrum in Petten
Uiteraard kende men vooral de gevaarlijke kant van het atoom. De bommen op Hiroshima en Nagasaki hadden laten zien welke vernietigende krachten er schuilden in kernenergie. Toch kwam er ook steeds meer aandacht voor de vreedzame benutting van de nieuwe energiebron. Een aansprekend voorbeeld was de Amerikaanse atoomonderzeeër de Nautilus, die in augustus 1958 onder het ijs naar de Noordpool voer met als aandrijving slechts een paar pond uranium. Atoomenergie droeg de belofte in zich van een oneindige energiebron tegen lage kosten.
Yellowcake
De Nederlandse regering zag in kernenergie de ideale oplossing voor het energieprobleem dat zou ontstaan na het opraken van de eigen olie- en kolenvoorraden. Dat er bij het Groningse Slochteren een enorme aardgasbel aanwezig was, wist men toen nog niet. De regering vond het van essentieel belang dat Nederland zelf in de eigen energiebehoefte kon voorzien. Daarom moest er kennis worden opgedaan met de nieuwe energiebron. Al in 1951 werkte Nederland samen met Noorwegen bij de bouw van een kernreactor in het Noorse Kjeller, in de buurt van Oslo. Die samenwerking was het gevolg van een aankoop van 200 vaatjes uraanhoudende ‘yellowcake’ in 1939 door het Nederlandse Ministerie van Oorlog, waar men toen al oog had voor de militaire potentie van deze grondstof.
De vaatjes hadden de oorlog ongeschonden overleefd in een kelder van de Delftse Technische Universiteit. De Noren wilden begin jaren vijftig graag met de Nederlanders samenwerken toen ze hoorden dat ons land beschikte over materiaal dat na verrijking zou kunnen dienen als brandstof voor de te bouwen kernreactor. In die jaren was dergelijk ‘strategisch’ materiaal niet op de vrije markt te koop.
Petten de ideale plek
Vanaf 1953 bood Amerika aan, nucleaire technologie te delen met andere landen, althans voorzover het ging om vreedzaam gebruik ervan. Grootschalig gebruik van kernenergie ging nu tot de mogelijkheden behoren. In 1954 besloot de Nederlandse regering om in eigen land met Amerikaanse technologie een onderzoeksreactor te bouwen. Een jaar later werd de Stichting Reactor-Centrum Nederland opgericht, die de plannen moest uitvoeren. Waar in Nederland moest de reactor komen? Twee van de eisen waren dat er in het gebied niet veel mensen mochten wonen en dat er zwak radioactief afvalwater geloosd kon worden. Eigenlijk kwamen alleen locaties aan de kust in aanmerking. De Zeeuwse en Waddeneilanden werden te moeilijk bereikbaar geacht en de Hollandse duinstreek tot aan Camperduin viel eveneens af omdat er drinkwater werd gewonnen. Vandaar dat het oog viel op een natuurgebied ten noorden van Petten. Op 28 augustus 1957 ging hier de eerste spade in de grond.
Geheimzinnig blauw licht
Het begin van de bouw van het reactorcentrum viel samen met de grote tentoonstelling ‘Het Atoom’ op Schiphol, die maar liefst 750.000 bezoekers trok. Het hoogtepunt van de tentoonstelling was een kleine werkende reactor. De mensen stonden uren in de rij om een blik te mogen werpen in het zeven meter diepe waterbassin waarin zich de reactor bevond. Op de bodem veroorzaakte elektromagnetische straling een geheimzinnig blauw licht, het zogenaamde Tsjerenkov-effect. Het maakte diepe indruk op de bezoekers.
Op de tentoonstelling werden ook andere wonderen van de moderne techniek aan het publiek getoond, zoals een grote rekenmachine, een robot, een elektronische keuken voorzien van een afwasmachine en zowaar een magnetron. Natuurlijk was er op het terrein eveneens een maquette te bewonderen van het nieuwe reactorcentrum in Petten. Het meest opvallende onderdeel was het reactorgebouw, een geheimzinnige koepel, voorzien van een stalen veiligheidsomhulsel.
Vertraging
Het duurde nog enkele jaren voordat de Pettense reactor in gebruik kon worden genomen. Het reactorvat was verkeerd gelast en de levering van een nieuw vat lukte niet voor 1961. In de tussentijd werd al wel een kleine instructiereactor geïnstalleerd op het terrein. Pas in 1962 kwam de eigenlijke reactor gereed. Het centrum telde inmiddels 604 personeelsleden. Nederland deed nu volop mee in het atoomtijdperk.
Atoomgeleerden
De gemeente Zijpe was aanvankelijk enthousiast over de komst van het reactorcentrum. Het leverde werkgelegenheid op en men hoopte dat een flink aantal atoomgeleerden in de gemeente zou komen wonen. De directie van het reactorcentrum had het laatste punt ook sterk benadrukt, om de gemeente gunstig te stemmen. Er moesten immers de nodige vergunningen worden verstrekt. De teleurstelling was groot toen uiteindelijk bleek dat de meeste personeelsleden werden gehuisvest in Alkmaar en Bergen. Met bedrijfsbussen werden ze naar Petten vervoerd.
Het enthousiasme voor kernenergie bleef ook in de jaren zestig nog bestaan. Dat men er in de jaren zeventig heel anders over zou gaan denken, waarbij ook binnen het reactorcentrum minder nadruk kwam te liggen op het onderzoek naar atoomenergie (vandaar de nieuwe naam Energie Onderzoekcentrum Nederland), was toen nog niet te voorzien. Het waren nog de jaren waarin Hein en Trijn konden dromen over een atoomfiets.
Auteur: Harry de Raad
Publicatiedatum: 23/08/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.