Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Atlas der Neederlanden: Noord-Hollandse zeegeulen en ondiepten in kaart gebracht

Een verrassend groepje zee- en kustkaarten in handschrift van het kustgat tussen het vasteland en Texel,  gaat vooraf aan de meer algemene gedrukte kaarten van Holland boven het IJ. Bij deze kaartenset draait het om de nauwkeurige weergave van de wispelturige geulen, de ondiepten, de scheepswrakken en de bakens die aan een veilige doorvaart van de drukbevaren zeegaten moeten bijdragen. De veranderlijkheid van natuurlijke gegevenheden en de continue noodzaak van aanpassing van de betonning en andere bakens was een extra reden om de kaarten in handschrift uit te voeren. Een gedrukte kaart zou te snel aan veroudering onderhevig zijn en om de haverklap een nieuwe, gewijzigde oplage vereisen.

Firma van Keulen

Het gaat om grootschalige navigatiekaarten die werden verkocht door Johannes van Keulen. Dit type handschriftkaarten heeft te maken met een unieke dienstverlening van de firma Van Keulen. De overgebleven exemplaren in dit genre blijken zelden het voorbeeld voor gedrukte kaarten te zijn geweest. Integendeel: ze werden in overgrote meerderheid nagetekend van gedrukte kaarten van kusten en zeeën waar Nederlandse zeelieden actief waren. Vaak werden daarvoor ook kaarten van Engelse en Franse origine gebruikt. Het zijn snel vervaardigde en praktische producten, bedoeld voor een relatief kleine markt. Ze werden vervaardigd met destijds goedkope handarbeid van niet bijzonder geschoolde kopieerders. Zulke kopieën in handschrift waren tussen 1704 en 1749 bij de firma Van Keulen te koop. Welgeteld 757 exemplaren zijn getraceerd in collecties over de hele wereld.

Dynamisch zeegat

Onnodige decoraties zal men op deze kaarten niet aantreffen. Alle voor de zeeman essentiële elementen staan afgebeeld en niet-wezenlijke zaken, zoals de topografie van het vasteland achter de kuststreek liet men weg. Alleen landschappelijke kenmerken die wél van belang zijn voor de scheepvaart staan prominent aangegeven. Daartoe behoren lichtbakens aan de wal, maar ook kerktorens die vanuit zee zichtbaar waren en als houvast dienden. Wanneer men deze kaartensets vergelijkt, dan blijkt hoe groot de dynamiek in dit zeegat tussen de kop van Noord-Holland en Texel is geweest.

Marsdiep en de rede van Texel in handschrift door Jacobus Buchell, vervaardigd bij Johannes van Keulen, 1732. Foto: Bijzondere Collecties (UvA).

Spanjaardsgat

De geulen die we tegenkomen op de eerste kaart zijn van zuidwest naar noordwest: het Landsdiep, de Slenk of Kyl, het Spanjaardsgat en deels het minder belangrijke kanaal voor de lootsgaljoten en vissersschepen, kleine platbodems met een geringe diepgang. Daartussen liggen de platen met ondiep water – de Zuiderhaaks, de Noorderhaaks of Keizersplaat en het Geestzand –, waarvan sommige deels droog bleven, ook bij hoog water. Sommige geulen verdwenen voor korte of langere tijd. Zo raakte de Slenk kort voor het midden van de zeventiende eeuw geheel verzand, waardoor Zuider- en Noorderhaaks tijdelijk tot één grote plaat samensmolten. Extreem was de verplaatsing van het Spanjaardsgat door de eeuwen heen. Tussen het midden van de zestiende en het begin van de achttiende eeuw draaide het bijna een halve slag voor de toegang van het Marsdiep.

Gat van Texel

De tweede kaart geeft een compleet beeld van de Texelstroom. ’t Gat van Texel of het Marsdiep, de vernauwing van de ‘Texelstroom’ tussen Texel en Huisduinen, ontstond waarschijnlijk als een doorbraak ten gevolge van stormvloeden in 1170 en 1196. De monding van een veenstroompje ter plaatse, dat al omstreeks 800 als ‘fluvius Maresdeop’ (= zeediep) vermeld wordt, veranderde daardoor in een uiterst belangrijk zeegat. Het zou de toegangsweg worden tot de haven van Amsterdam en de uitvalsweg naar de Noordzee. Er zijn dan ook veel zeekaarten van gemaakt, gedrukt en in handschrift. Ook zien we de benaming ‘Koopvaders Reeden of Moskovisch Reede’, op de kaart staan. Dit was de ankerplaats voor het Marsdiep, aan de zuidoostkant van Texel, waar onder meer VOC-schepen zich verzamelden alvorens de reis naar de Oost te aanvaarden. Dit onderstreept nog maar eens het belang van dit onrustig stukje zeegat voor de Nederlandse geschiedenis.

Texelstroom en het Marsdiep in handschrift, vervaardigd bij Johannes van Keulen, ca. 1730. Foto: Bijzondere Collecties (UvA).

Burgemeester als cartograaf

Eén van de belangrijkste kaarten, zo niet de belangrijkste, voor de scheepvaart van en naar Amsterdam en andere havensteden in de regio is de derde kaart, een gedetailleerde hydrografische kaart van de Zuiderzee. Hij werd ontworpen door Nicolaes Witsen, Amsterdams burgemeester, bewindhebber van de VOC en serieus amateur-wetenschapper. De cartografie had zijn bijzondere belangstelling en hij vervaardigde een aantal zeer verdienstelijke kaarten. Zijn grote kaart van Tartarije uit 1687 betekende een belangrijke verbetering in het cartografisch beeld van noordelijk Europa en Azië. Sinds 1696 was Witsen commissaris van de pilotage voor de zeegaten benoorden de Maas. In die hoedanigheid was hij niet alleen verantwoordelijk voor een veilige vaart van het IJ naar de Noordzee en vice versa, maar ook voor een goede kartering van de belangrijke routes van en naar de havenplaatsen aan de Zuiderzee. Zoals de kaart vermeldt, kwam hij tot stand op grond van Witsens eigen waarnemingen en met behulp van ingewonnen informatie van loodsen. In 1712 werd de kaart van Witsen bij Johannes van Keulen in druk uitgegeven.

Zuiderzee en de vaarweg van Amsterdam naar Texel en het Vlie in handschrift door Nicolaes Witsen, vervaardigd bij Johannes van Keulen, ca. 1730. Foto: Bijzondere Collecties (UvA).

Amsterdams scheepvaartbelang

We zien op de kaart een mooi overzicht van de vaarroutes in de Zuiderzee en het Waddengebied. Gezien vanuit Amsterdam ging een schip eerst richting Urk teneinde het Enkhuizer Zand te omzeilen, vervolgens koerste het naar het noordwesten om vóór het uitgestrekte Breezand te kiezen voor de Texel- of de Vliestroom. Het feit dat alleen deze route staat aangegeven betekent dat de kaart geheel vanuit het Amsterdamse scheepvaartbelang is gedacht. De handschriftkaarten van Van Keulen en Isaak de Graaf verwijzen alle naar het jaar 1712. Gezien de afwijkingen op de eerste hier opgenomen kaart van de Texelstroom uit 1732 zullen ze snel aan veroudering onderhevig zijn geweest.

Tekst: Jan Werner, conservator Kaarten en Atlassen bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. De tekst is een beknopte weergave van de uitvoerige beschrijvingen uit de publicatie Atlas der Neederlanden – kaarten van de Republiek en het prille Koninkrijk.

Publicatiedatum: 27/11/2013

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.