Het ambt van schout van Nieuwer-Amstel was zelfs in de verte niet te vergelijken met dat van een burgemeester, want een bestuursapparaat ontbrak destijds geheel. Het was dan ook geen full-time job. Aldus Peter van Schaik. ‘Het merkwaardige is dat het meeste dat wij van hem weten afkomstig is uit het archief van de naburige gemeente Ouder-Amstel. Cuijper woonde aan de Amstelzijde tegenover het dorp Ouderkerk op de plek waar later eeuwenlang het logement ‘De Oude Prins’ gevestigd was.’
De schout was niet voortdurend bezig met zijn ambtsuitoefening. ‘Zijn hoofdberoep was agrariër. Hij pachtte althans 18 ha. land aan de overkant van de Amstel, in Ouder-Amstel. Dat betekende dat hij in die gemeente werd aangeslagen voor de betaling van de Tiende Penning. Je zou mogen verwachten dat onze schout zich keurig hield aan de belastingwet, maar nee, hij chicaneert. Cuijper beweerde dat hij stukken grond onderverhuurde maar dat die weinig opbrachten. Hij kon echter niet onder de belastingaanslag vandaan komen.’
‘Rokenmaker’
Van Schaik: ‘In Ouderkerk hadden zij intussen de buik vol van hem. Hij is een rokenmaker, schreef men. Een rokenmaker is volgens het oud-nederlandse woordenboek een aandachttrekker, een opschepper, een fantast. En door hoogmoed – ook dat nog – zaait hij haat en nijd. Dat valt allemaal te lezen in het belastingkohier van Ouder-Amstel! Of was Aernt gewoon een nieuwlichter?’
‘Er is meer aan de hand met deze man, maar dat is te vinden een ander archief. Aernt Cuijper werd er namelijk van verdacht een volgeling te zijn van de reformator Maarten Luther en dat was rondom het midden van de 16e eeuw nog een gevaarlijke ketterij. We kunnen ons afvragen hoe hij zo voorlijk was dat hij op z’n minst kennis had gemaakt met de nieuwe leer. Dan kijken wij in de richting van Amsterdam. Nieuwe denkbeelden ontstaan en ontwikkelen zich veelal in een stedelijk milieu. Dat gold ook voor de toenmalige kritiek op de Rooms Katholieke Kerk. Cuijpers sympathie voor nieuwe opvattingen maken duidelijk dat hij georiënteerd was op Amsterdam. Het Amsterdamse stadsbestuur – dat het in onze gemeente voor het zeggen had – heeft Cuijper benoemd tot schout. Dat zegt genoeg.’
Varen naar de stad
Maar,’ vervolgt Van Schaik, ‘het platteland leefde in die tijd toch erg geïsoleerd? Dat is zo, maar dat gold minder voor Ouderkerk dan voor Amstelveen. Een Amstelvener die naar Amsterdam ging had te maken met slechte wegen, maar een Ouderkerker kon vrij geriefelijk per boot over de Amstel de hoofdstad bereiken. Je ziet het ook aan de verbreiding van de protestantse leer in deze omgeving. In de dorpen vinden de eerste en meeste bekeringen plaats; het achterland blijft de oude moederkerk meestal trouw.’
‘Cuijpers opvattingen werden intussen zo afwijkend gevonden dat hij werd opgepakt en voor ondervraging naar Utrecht werd overgebracht. Na verloop van enige tijd wilde men in Amstelveen wel eens weten wat de positie was van gevangen ambtsdrager. Daarom werd Wilhelmus Leest op pad gestuurd om in Utrecht terzake inlichtingen in te winnen. Het is helaas niet bekend met welke mededelingen hij thuis is gekomen. Als de nieuwlichter voor zijn overtuiging was gestorven dan was het nu nog wel bekend. Wie met geschiedenis bezig is, weet dat er vragen onbeantwoord blijven. Maar wel staat vast dat het Amsterdamse stadsbestuur aanleiding vond om Cuijper te ontheffen van zijn ambt.
Aernt Cuijper stond even, zegt Peter van Schaik, ‘in het volle licht en daarna verdween hij in het duister van de tijd.’
Publicatiedatum: 15/11/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.