Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Timmermansgildehuisje in Hoorn

Omstreeks 1630 stichtten de Hoornse huistimmerlieden een nieuw gildehuis. De eerste bijeenkomst was in 1631. Beneden was de ruimte waar de proeven van toelating tot het gilde werden afgelegd. Zo kon iemand van leerling (beginneling), gezel (gevorderde) en uiteindelijk meester (eigen baas) worden. Een meesterproef kon bijvoorbeeld zijn, het maken van een fraaie kast. Die werd dan door het bestuur van het Gilde beoordeeld. Als je voor de meesterproef slaagde werd je “meester Timmerman” en kon je en een eigen zaak beginnen.

U komt het Timmermansgildehuisje binnen door een poort. Boven de poort is een aantal symbolen te zien die duiden op het oorspronkelijke gebruik van dit gebouwtje: een bijl, schaaf en beitel. Aan het eind van de steeg links staat het Timmermansgildehuis. In Hoorn staat nog maar één gildehuis; dit Timmermansgilde-huis. Daar is het Westfries Genootschap zuinig op !

Omstreeks 1630 stichtten de Hoornse huistimmerlieden, die St. Jozef als patroon hadden, verenigd in het Sint Josefgilde op een terrein gelegen in den Dal achter het Pesthuis aan het Weidje (thans de Veemarkt) een nieuw gildehuis. De eerste bijeenkomst was in 1631. Beneden was de ruimte waar de proeven van toelating tot het gilde werden afgelegd. Zo kon iemand van leerling (beginneling), gezel (gevorderde) en uiteindelijk meester (eigen baas) worden. Een meesterproef kon bijvoorbeeld zijn, het maken van een fraaie kast. Die werd dan door het bestuur van het Gilde beoordeeld. Als je voor de meesterproef slaagde werd je “meester Timmerman” en kon je en een eigen zaak beginnen.

Het laatste Gildehuis van Hoorn.

Stoel-, wiel-, en koppedraaiers

Uit de bewaard gebleven gildeboeken kan worden afgeleid dat de volgende ambachtslieden waren aangesloten: timmerlieden, kistemakers, stoel-, wiel-, en koppedraaiers. De ambachten waren behoorlijk van elkaar gescheiden, blijkens een stuk uit 1663 waarin de stoeldraaiers verklaren geen zaken te doen in banktralies, tralies, deurknoppen, voeten, rolletjes aan kaarten of prenten; dat alles behoorde tot het werk der wieldraaiers. De koppedraaiers maakten kaaskoppen voor de kaasmakerij.

De eigenlijke gilderuimte was boven. Deze zaal werd gebruikt voor vergaderingen en diners. Bij de restauratie in 1980 bleek dat het plafond in de bouwtijd beschilderd was geweest met rozetten en bladranken. In het midden van het plafond is een cirkel tevoorschijn gekomen, waarin een roos met het randschrift: Al wat onder dese roos sal worden gesproocken, Dat moeter nader sijn beloocken. Anno 1635. Boven de huidige kastruimte loopt deze plafondschildering door, hetgeen wijst op en oorspronkelijk geheel andere indeling van de ruimte.

Een vers van de heilige Jozef, ook timmerman

De schouw laat een schildering zien van de heilige Jozef (ook timmerman) met de heilige familie op de vlucht naar Egypte, geschilderd in 1790 door Jacob Jansen en gerestaureerd door N. van Bohemen te Den Haag. Dit schilderij is omgeven  door de namen en wapenschilden van de voogden (bestuurders) van het Timmermansgilde. Het vers op de plank boven de raveelbalk luidt:

Toen men hier mogt dien tijd beleven,             

Dat wij Seventien Hondert schreven,                       

En nog ’t Negentig Jaar,                                          

Zijnde Voogden met malkaar                                                           

In drie maal drie, te zaam gekomen,                        

Om deese Mandel, die hier Staat,                             

’t Schilderstuk met dit Cieraat,                                 

’t Geen ook den Luister dot vermeeren,                   

Aan Josephs Kamer, te verëeren,

Jehova, bewaar dees Stee,

En geef onderlinge Vree

Op dat Liefde en Eendracht woonen

Bij hun, die Voogden, hier vertoonen,,         

Dat zij met een Goe gewis,

’t Gild bestier dat Cieraad is;

Jakob Jansen; Fecit 1790

Het huis is gebouwd met een houtskelet, waardoor oorspronkelijk de muren slechts halfsteens waren (ze hadden geen dragende functie). Op de bovenverdieping was aan de Dal-zijde een travee afgeschoten met een houten wand, deels van eigen wagenschot, met twee deuren voor het trapportaal en een kast. In het middelste van de vijf overgebleven traveeën was een stookplaats met brede rookvang. Deze oefende zoveel druk uit op de lange gevel aan de binnenplaats, dat vermoedelijk in 1789/1790 een kleinere schoorsteen werd aangebracht in Lodewijk XVI-stijl. De gildekamer was gebouwd tegen een huis aan de westzijde dat ook in eigendom was van het gilde.

De schouw met daarop een schildering van de heilige Jozef.

Westfries Genootschap

Het timmermansgildehuisje is sinds 1988 eigendom van het Westfries Genootschap. In 1820 werd het gilde opgeheven; de rechten gingen over aan de gemeente Hoorn. Een deel van de bezittingen van het gilde, zoals wandborden, begrafenisschilden en glaswerk staan in het Westfries Museum. Wel is tot begin vorige eeuw in het huisje een timmermanswerkplaats gevestigd geweest.

Voor meer informatie kijk op www.westfriesgenootschap.nl

Publicatiedatum: 16/11/2012

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.