Cees en de enkelgrafbeker
Het is zelfs heel goed mogelijk dat Cees deze beker ooit heeft vastgehouden.
Enkelgrafcultuur is een lastig begrip; vóór de tijd van Cees werden mensen in groepen begraven (zoals het geval was bij de hunebedden), later alleen. Noord-Holland, en dan vooral West-Friesland, staat internationaal bekend als de belangrijkste regio als het gaat on de enkelgrafcultuur. Nergens worden er zo veel vondsten in zo’n goede staat gevonden!Een bijzonder detail van deze beker zijn de versieringen. De beker lijkt versierd te zijn met afdrukken van touw, daarom wordt deze beker ook wel een touwbeker genoemd. Maar dat is misschien nog niet eens het aller bijzonderst! Deze beker vertoond sporen van vele reparaties door zijn toenmalige eigenaars. Dit lijkt er op te duiden dat mensen vroeger zeer gehecht konden zijn aan specifieke eigendommen.
Sporen van reparatie in het verleden
Destijds werden reparaties als volgt uitgevoerd. Ze boorden met een vuurstenen boortje twee gaten aan weerszijden van de scheur, en verbonden de scherven zo met een touwtje (bijvoorbeeld van vlas of varkensdarm). Dit deden ze net zo lang en vaak tot de beker weer heel was. De gaten zijn nog duidelijk zichtbaar in dit exemplaar.
Destijds werden reparaties als volgt uitgevoerd. Ze boorden met een vuurstenen boortje twee gaten aan weerszijden van de scheur, en verbonden de scherven zo met een touwtje (bijvoorbeeld van vlas of varkensdarm). Dit deden ze net zo lang en vaak tot de beker weer heel was. De gaten zijn nog duidelijk zichtbaar in dit exemplaar. De beker is dan niet meer geschikt voor vloeistoffen, maar nog wel voor droge opslag van bijvoorbeeld hazelnoten.Deze beker is niet alleen in het verleden gerepareerd, restauratieattelier Restaura heeft voor Huis van Hilde deze pot teruggebracht naar zijn oorspronkelijke staat. Niet de hele beker is terug gevonden, ongeveer de helft ontbrak. Zelfs toen de meeste scherven aan elkaar gelijmd waren, was de oorspronkelijke vorm niet goed te zien. Daarnaast was de beker enorm kwetsbaar, de randen konden zeer makkelijk afbrokkelen.
De overgebleven scherven
Niet de hele beker is terug gevonden, ongeveer de helft ontbrak.
Bij de restauratie van de beker is als volgt te werk gegaan. “De oude instabiele verlijmingen zijn losgehaald en de delen van de beker zijn opnieuw verlijmd. De ontbrekende delen van de beker zijn reconstructief aangevuld met ingekleurd gips, evenals diverse openstaande breuken. De oudtijds gerepareerde breuk is echter niet aangevuld. Bij bestudering van de scherven werden enkele aanzetten van geboorde gaatjes herkend zodat er vier paren gaatjes aan weerszijden van de breuk konden worden vastgesteld. Er zijn geen sporen gevonden van het materiaal dat is gebruikt om de beker in het verleden te repareren. In de aanvullingen is de versiering doorgezet, deze zijn op kleur geretoucheerd zodat de oorspronkelijke vorm van de beker weer goed bekeken kan worden. De donkere aanslag op de beker is behouden omdat deze wijst op het oorspronkelijke gebruik.”(Restaura)
Scherven aangevuld met gips
De ontbrekende delen van de beker zijn reconstructief aangevuld met ingekleurd gips evenals diverse openstaande breuken. De oudtijds gerepareerde breuk is echter niet aangevuld.
Het feit dat deze beker in het verleden eerder is gerepareerd was niet de enige reden om deze te restaureren. Helaas zijn er niet veel enkelgrafbekers in het depot, en op deze na, is er geen echt goed genoeg om te restaureren. Gelukkig hebben we naast deze mooi herstelde beker ook nog een aantal bekers die voor ons ter beschikking zijn gesteld door amateur archeoloog Harrie van der Meij. De bekers zijn vanaf januari samen met de steentijdman te bewonderen in Huis van Hilde.
Publicatiedatum: 21/08/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.