Wie op de Lange Vechtbrug staat (ook een rijksmonument!), heeft prachtig zicht op de fraaie rij gevels. De rivier de Vecht was cruciaal voor de ontwikkeling die Weesp doormaakte. Op de oever van het water vestigden zich de eerste pioniers. Hier over de Vecht voeren eeuwen later de schippers die van de Zuiderzee verder het land in koersten.
Trekvaart
Een hele stap vooruit was het toen er in 1639 een trekvaartroute was gegraven die rechtstreeks van Amsterdam via Diemerbrug naar Weesp leidde. Zo ontstond er een snelle verbinding van Amsterdam naar de Duitse steden aan de Rijn. De Weesper Trekvaart heette daarom ook wel Keulse Vaart. En de bewoners van Weesp deden hun voordeel met al dat langsvarende vracht- en passagiersverkeer.
Bierbrouwerij
Dankzij de goede kwaliteit van het water van de Vecht kon hier prima bier worden gebrouwen. In de 16e eeuw waren de plaatselijke brouwers goed voor de productie van enkele tienduizenden vaten per jaar. Dat was veel te veel voor eigen gebruik, het merendeel van de vaten werd daarom naar Amsterdam gevaren. Eén brouwer had zelfs een filiaal in die stad geopend. Schepen met vaten bier vertrokken van de steigers aan de Hoogstraat – de straat was overigens van oudsher aan beide zijden bebouwd. Later is de bebouwing pal aan de oever verdwenen.
Dat Amsterdam vooral bier van elders betrok, was een gevolg van de slechte kwaliteit van het oppervlaktewater in de stad. Je kon er geen goed bier meer brouwen. Het rivierwater in en rond Weesp was veiliger. Het brouwen en verschepen van bier zorgde in Weesp voor de nodige werkgelegenheid. Rond 1618 telde de stad ongeveer tien brouwerijen. Maar langzamerhand nam nadien het aantal brouwerijen af, het accent kwam toen te liggen op het stoken van brandewijn.
Jeneverstokerij
De molens in en rond de stad maalden het graan dat nodig was voor de jeneverstokerijen. Jenever uit Weesp was bijzonder in trek onder schepelingen die naar de Oost zeilden, omdat deze drank aan boord niet bedierf. Er was een officiële instantie die verklaarde dat deze jenever beter geschikt was voor consumptie in de tropen dan die van de concurrenten uit Schiedam. In de Schiedamse jenever zouden bij langdurig bewaren wormpjes zitten, zo ging althans het verhaal.
Dalende afzet jenever
Ondanks het wormpjesverhaal daalde de afzet van de jenever uit Weesp na verloop van tijd. Schiedam lag aanzienlijk gunstiger voor de aanvoer van graan en ook voor het transport van de jenever. In 1885 sloot de laatste stokerij in Weesp.
Gouden jaren
De historische bebouwing aan de Hoogstraat herinnert aan de gouden jaren van Weesp. Na de aanleg van het Merwedekanaal tussen Amsterdam en Utrecht verloor de Vecht aan betekenis voor de vrachtvaart. In 1891 ging het gedeelte van het kanaal tussen Nigtevecht en Weesp open voor de scheepvaart. De rivier die vanouds door het lage land naar Weesp kronkelt, is nu vooral een populaire route voor de pleziervaart. Even aanleggen in Weesp is zeker de moeite waard. Er valt veel te zien en cafés zijn er genoeg.
Bronnen
- A.J. Zondergeld-Hamer, De Geschiedenis van Weesp – Van prehistorie tot de moderne tijd.
- ‘Weesp Monumentenstad’, monumentenspecial van Historisch Weesp (ledenblad Historische Kring Weesp).
Publicatiedatum: 10/04/2015
Vul deze informatie aan of geef een reactie.