Laatste kans op onderzoek
Toen de woonwijk in 1965 werd gerealiseerd was de ligging van de terp al bekend, maar heeft men slechts een klein deel opgegraven. De rest verdween onder bebouwing, waardoor de oude bodemlagen vrijwel geheel werden verstoord. Na sloop van een sportzaaltje enkele jaren geleden kwam een terrein aan de Statenhoff vrij voor archeologisch onderzoek. Vanwege bouwplannen op deze plek werd in opdracht van de provincie een opgraving verricht, omdat dit waarschijnlijk de laatste kans is om meer over de terp te weten te komen. De opgraving duurde van 8 tot en met 12 februari.
Bijzondere resultaten
Ondanks plaatselijk zware bodemverstoringen vanwege bouw en sloop van het sportzaaltje bleek er op deze plek nog een belangrijk deel van de ophogingslagen van de terp aanwezig te zijn. De ophogingen bestonden deels uit platforms of podia, die omzoomd werden door ‘muurtjes’ van kleizoden. Op die platforms zullen omstreeks de tiende tot twaalfde eeuw huizen of boerderijen zijn gebouwd met plaggenwanden. De ophoging diende waarschijnlijk om wateroverlast te voorkomen. De platforms werden steeds verder naar het oosten uitgebreid en door voortgaande ophoging ontstond hier een grote terp. De podia lijken direct op kwelderarzettingen te zijn aangelegd, waarin zich geulen hadden ingesneden. De toplaag van de kwelderafzettingen was vertrapt: er was o.a. een indruk van een koeienpoot. Deze vertrapte laag is bij het eerdere onderzoek als akker beschouwd.
Veel vondsten
Zowel in een grote greppel als in ophogingen bevond zich veel vondstmateriaal: takjes, mosselen, bot (onder andere een hondenskelet), benen kam, keramiek (waarschijnlijk uit de tiende of elfde eeuw). Er zijn veel monsters genomen voor laboratoriumonderzoek. Daarbij zal onder meer gezocht worden naar klein botmateriaal (vis, vogel), zaden en pollen. Hierdoor kan veel over het leven van de terpbewoners en het omringende landschap ontdekt worden.
De archeologische vondsten en de opgravingsgegevens uit 1965 liggen in het provinciaal archeologisch depot Huis van Hilde te Castricum, maar zijn niet goed toegankelijk. Tot nu toe was er nooit een goed eindverslag over geschreven, maar sinds kort is daar een begin mee gemaakt.
Samenwerking
De uitvoering van de opgraving lag in handen van het archeologisch bureau ADC uit Amersfoort, met medewerking van het Terpencentrum van de Universiteit van Groningen. De gemeente Den Helder als eigenaar van de grond verleende de nodige medewerking. Aan de uitwerking van het oude onderzoek is begonnen door de Universiteit van Amsterdam. Beide onderzoeken worden gecoördineerd door AldersArcheo.
Auteur: Gerard Alders, AldersArcheo
Publicatiedatum: 22/02/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.