Aan de Oosteinderweg in Wognum staat een stolpboerderij van ruim tweehonderd jaar oud. Daar woont Fiona Mesman met haar man en twee dochters. Hoewel ze er pas tweeënhalf jaar woont, is ze er goed op haar plek. ‘Ik kom zelf van het boerenland. Ik ben opgegroeid op een boerderij in Zwaanshoek, een klein dorpje in de buurt van Hillegom. Met een gezin van zeven kinderen in een houten huisje, dat mijn ouders zelf hebben gebouwd op het land van mijn grootouders.’ Het huisje was niet luxe, de enige verwarming was een houtkachel. Daarom liep Fiona als kind dag en nacht in wollen kleding rond. Maar de aanwezigheid van haar familie, de dieren en de moestuin maakte het tot een warm thuis.
Fiona’s ouders waren grotendeels zelfvoorzienend en kwamen bijna nooit in de supermarkt. ‘We hadden alles bij de hand en een groentewinkeltje op het land, dat was ook gelijk mijn eerste bijbaantje’, vertelt ze lachend. Toen ze acht jaar geleden met haar man een nieuwbouwwoning in De Bangert in Zwaag betrok, bleef het verlangen naar ruimte en groen dan ook knagen. ‘Ik heb altijd het gevoel gehad: dat zou ik later ook voor mijn kinderen fijn vinden. Een beetje ruimte om je heen, gewoon lekker de tuin in kunnen.’ Ze waren al aan het kijken naar boerderijen in de omgeving, toen Fiona’s schoonmoeder met een bijzonder voorstel kwam.
Samen in de stolp
Fiona’s schoonouders wonen al sinds 2003 in de stolpboerderij aan de Oosteinderweg. Voordat zij hem kochten, was de stolp enkele generaties lang in bezit van de familie Kamp. Zij woonden alleen beneden en hielden varkens, schapen, kippen en koeien voor eigen gebruik. Op de plek waar nu Fiona’s woonkamer is, lag het hooi opgeslagen. Toen Fiona’s schoonouders het huis kochten, was het een bouwval. Ze hebben eigenhandig het hele huis aangepakt. In het begin leefden ze op de begane grond. Daar sliepen Fiona’s man Mitchel en zijn broer elk in een eigen bedstee aan de andere kant van het huis. Later bouwde Fiona’s schoonvader een bovenverdieping, met twee ruime slaapkamers over de gehele lengte van de boerderij.
‘Ze hebben er echt heel veel tijd en energie in gestoken om fijn te kunnen wonen,’ vertelt Fiona, ‘maar op een gegeven moment werd het onderhoud hen te veel en gingen ze op zoek naar iets kleiners.’ Ze zetten een ‘Te koop’ bord in de tuin en ontvingen kijkers. Het huis heeft een tijdje te koop gestaan, voordat ze zich realiseerden dat ze er eigenlijk helemaal niet weg wilden. Fiona’s schoonmoeder stelde toen voor dat Fiona en Mitchel met hun gezin bij hen introkken. De boerderij zou gesplitst kunnen worden in twee huizen. Voor Mitchel was het een makkelijke stap, terug naar zijn ouderlijk huis, maar Fiona was niet meteen om. ‘Daar moest ik wel even over nadenken. Maar uiteindelijk toch besloten: we gaan het gewoon doen.’
Omdat Fiona zwanger was van haar tweede dochter Lumi, wilde ze de verbouwing binnen een half jaar af hebben. Maar er kwamen een aantal dingen tussen. ‘Ik had geen makkelijke zwangerschap en mijn schoonvader kreeg malaria door een trip naar Kenia, dus die heeft er even uitgelegen.’ Uiteindelijk zijn ze zes maanden na de bevalling in hun nieuwe huis getrokken. Daarna werd Fiona erg ziek, waardoor ze niet kon meehelpen met klussen. ‘De verbouwing heeft daardoor best lang geduurd. Ik denk dat we een jaar à anderhalf met tussenpozen bezig zijn geweest. En het is nog steeds niet helemaal af. De zolder, waar wij slapen, is nog een rommel.’ Maar ze is trots dat ze alles, op een enkele stukadoor en elektricien na, zelf hebben gedaan. ‘Ik hou wel van een beetje doorpakken.’
Oude charme in een modern jasje
Fiona’s woonkamer ligt in het hart van de stolp en wordt omringd door het huis van haar schoonouders, die op de begane grond wonen. Achter de wand met de televisie bevindt zich de slaapkamer van haar schoonouders. De muur ertegenover scheidt beide woonkamers van elkaar, maar een binnendeur zorgt ervoor dat de ruimtes toch verbonden zijn. De kinderen lopen vaak zelf heen en weer. Handig wel, om opa en oma altijd zo dichtbij te hebben. ‘Ze springen graag bij. Mijn schoonmoeder is vervroegd met pensioen en geniet nu met volle teugen van tijd met de kleinkinderen. Net als ik groeien ze met hun grootouders op, zo herhaalt de geschiedenis zich.’ Last van elkaar hebben ze niet, want de muren tussen beide woningen zijn goed geïsoleerd.
De woonkamer gaat over in een open keuken, waar extra ramen zijn aangebracht voor meer lichtinval. En aansluitend een halletje met een wc en een eigen voordeur aan de zijkant van het huis. Ondanks alle verbouwingen hebben Fiona en haar man geprobeerd om het karakter van de stolpboerderij te bewaren. Zo hebben ze in de woonkamer een nieuwe houtkachel geplaatst op de plek van de oude open haard, die gebruikmaakt van het originele rookkanaal. Ook zijn overal in huis oude houten balken, deuren, glas-in-lood raampjes en andere authentieke elementen te zien. ‘Ik heb zelf meer met wat artistieke, oudere huizen. Nieuwbouw heeft gewoon minder charme.’
Wol van de zaak
Eén van de ruime slaapkamers op de eerste verdieping gebruikt Fiona momenteel als atelier voor haar kleine onderneming. Het ligt er vol met stapels wollen kleding, klaar voor de verkoop. ‘Toen ik zelf kinderen kreeg en mijn eigen babykleding tevoorschijn haalde, herontdekte ik de fijne eigenschappen van wol.’ Ongeveer een jaar geleden begon ze met het verkopen van wollen truien via Facebook. Dat liep zo goed, dat ze haar eigen Instagrampagina begon: Huusje Wol. Eens in de twee weken houdt ze daar een verkoopronde met wollen truien, broeken, dekens en kinderkleding. Inmiddels heeft ze een trouwe schare volgers opgebouwd, die de verkooprondes goed in de gaten houdt. Want wie het eerst reageert, heeft beet.
‘Heel veel mensen denken dat ik de kringloopwinkels af zoek,’ lacht Fiona, ‘dat lijkt me best wel een klusje.’ Fiona’s wollen kleding komt naar eigen zeggen ‘van de zaak’. Haar man runt samen met zijn vader een familiebedrijf in de textielindustrie. ‘Zij zamelen kleding in en kijken wat herdraagbaar is. Als het herdraagbaar is, wordt het geëxporteerd naar het buitenland. De stukken die niet meer goed zijn, worden vervezeld en tot een nieuwe draad gesponnen om gerecyclede kleding van te maken. Dat is het begin van een circulaire revolutie.’ Voor het sorteren van de kleding hebben ze een eigen machine ontwikkelt, met de naam Fibersort. Dit de eerste machine ter wereld die op type vezel kan sorteren, zodat wol, katoen en andere stoffen automatisch van elkaar gescheiden worden.
Klein blijven
Fiona helpt op haar eigen manier met de verduurzaming van de kledingindustrie, door kwalitatieve wollen kledingstukken van de zaak een tweede leven te geven. ‘Voor mij is het belangrijk dat de samenstelling zoveel mogelijk wol bevat en dat de kleding mooi is.’ En dat wordt opgemerkt, want ze krijgt het steeds drukker. ‘Eerst ging ik zelf één keer per maand naar de zaak om in de bakken met wol te kijken. Maar inmiddels heb ik het zo druk dat de selectie door medewerkers van het bedrijf gedaan wordt. Dan check ik thuis of er geen defecten zijn en was of stoom ik de kledingstukken. Vervolgens fotografeer ik ze voor de volgende verkoopronde.’
Hoewel haar bedrijfje nog steeds groeit, hoopt Fiona een beetje klein te blijven. Het is iets wat ze erbij doet, naast het moederschap. ‘Dat is wel wat mij anders maakt dan andere accounts. Ik merk vooral dat ik er blij van wordt dat ik toegevoegde waarde heb. Dat ik andere mensen kennis kan laten maken met wol, zodat ze er warm bij zitten – zeker nu.’ Ze vraagt dan ook niet de hoofdprijs voor haar producten, om wollen kleding voor iedereen toegankelijk te houden. Hoewel Fiona het fijn vindt dat haar onderneming loont, doet ze het zeker niet voor het geld. ‘Als ik een verkoopronde heb gehad, vraagt mijn man wel eens: wat heb je verdiend? Dan zeg ik: ik heb géén idee. Dat geld op de bank, dat zijn maar euro’s. Mensen blij maken, dat is wat telt.’
Tekst: Sarah Remmerts de Vries. Met dank aan Fiona Mesman (Huusje Wol).
Publicatiedatum: 15/12/2022
Vul deze informatie aan of geef een reactie.