Op de terugweg van Den Helder naar Amsterdam passeerde keizer Napoleon op 17 oktober 1811 landgoed Beeckestijn in Velsen. Eigenaar Willem François Boreel zal niet aan de poort hebben gestaan om de keizer te begroeten. Als trouw Oranje-aanhanger was hij geen vriend van de Fransen. Vier jaar later, in juni 1815, stond hij met zijn Nederlandse regiment ‘Huzaren van Boreel’ tegenover de Franse legers op het slagveld van Quatre Bras en Waterloo, waar Napoleon definitief werd verslagen.
Militaire carrière
Willem François Boreel stamde uit een vooraanstaande Amsterdamse regentenfamilie, met veel landbezit rond Velsen en Beverwijk. Hij was amper twaalf toen hij in dienst trad van het Staatse leger. Zijn militaire carrière verliep voorspoedig. In 1791 ging hij over naar het ‘Regiment Gardes Dragonders’ en drie jaar later werd hij bevorderd tot luitenant. Na de Bataafs-Franse machtsovername in 1795 nam Boreel echter ontslag. Pas achttien jaar later trok hij het uniform weer aan.
Huzaren van Boreel
Na Napoleons grote nederlaag in de ‘Volkerenslag’ bij Leipzig in oktober 1813 keerde Oranje-erfprins Willem Frederik – de latere koning Willem I – uit Engeland terug naar Nederland. Al in november gaf hij als voorlopig ‘soeverein vorst’ opdracht aan Willem François Boreel een ‘Corps Cavalerie’ te formeren. Dit werd het nog altijd bestaande Regiment Huzaren van Boreel. De 39-jarige Willem François kreeg het commando over het regiment, dat aanvankelijk bestond uit 8 compagnieën ruiters. In totaal waren er 641 Huzaren en 677 paarden. In de volksmond werd het regiment al snel de Blauwe Huzaren genoemd, vanwege het lichtblauwe veldtenue uit die tijd.
Waterloo
Onder Boreels leiding nam het regiment als ‘6e regiment huzaren’ op 16 juni 1815 deel aan de Slag bij Quatre-Bras. Toen de commandant van de brigade waarbij zijn regiment was ingedeeld sneuvelde, nam Boreel het commando over. Hij commandeerde de brigade ook in de beslissende slag bij Waterloo op 18 juni, die voorgoed een einde maakte aan Napoleons heerschappij in Europa. Willem François bleef daarna een trouw dienaar van de Oranjes. Hij ontving een reeks hoge onderscheidingen, waaronder de militaire Willemsorde. Op latere leeftijd diende hij als opperstalmeester en grootmeester onder koning Willem II.
Buitenplaats Beeckestijn
Beeckestijn was ruim twee eeuwen in bezit van de familie Boreel, tot het in 1952 werd gekocht door de gemeente Velsen. Vooral Willems grootvader Jacob drukte zijn stempel op het uiterlijk van het huis en de tuinen. Willem François zelf heeft ook een en ander aangepast. Het huis en de bijgebouwen werden in zijn tijd wit gepleisterd. De speelhuisjes en de tuinmuur liet hij slopen – midden twintigste eeuw zijn ze weer herbouwd. In de dubbele voordeur van het hoofdgebouw kwam glas om de centrale zichtas, nog altijd kern van de tuinaanleg, meer nadruk te geven.
Willem François Boreel was het laatste familielid dat belangrijke veranderingen aan huis en park liet aanbrengen. Na zijn dood in 1851 kwam de familie nog maar nauwelijks op het landgoed. Het hoofdgebouw werd verhuurd aan particulieren. De glorietijd van Beeckestijn was voorbij. De bezetting van het landgoed en de verwoestingen door de militairen tijdens de Tweede Wereldoorlog leken het definitieve einde in te luiden. In de jaren vijftig en zestig is het landgoed echter grondig gerestaureerd. De gebouwen zijn nu eigendom van Stichting Hendrick de Keyser; de tuinen en het parkbos van Natuurmonumenten. Het landgoed huisvest tegenwoordig het ‘Podium voor Tuin- en LandschapsCultuur’.
Meer weten over Beeckestijn?
http://www.buitenplaatsbeeckestijn.nl/huis
Publicatiedatum: 03/10/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.