Tot profijt, nutscap ende saligheid, om op geen dwaelwech te komen…
Meer dan 450 jaar geleden stichtte de priester Matthias Tynicy Matthiasz., wiens naam nog voortleeft door de Matthijs Tinxgracht, het Weeshuis aan de Grote Kerkstraat. Zoals het gebouw vóór de verbouwing van 1770 er uitzag is het nauwelijks nog te herkennen, maar de oude gekleurde gevelsteen omlijst door een namaak tempeltje siert nog altijd de gevel. Er staan weesjongens, bezig met kolfspelen, op afgebeeld.
Romeinse tempel
Toen het weeshuis in 1561 werd gebouwd liet Matthijs Tinx een prachtige gevelsteen vervaardigen. Voor die tijd zeer modern vormgegeven. De gevelsteen lijkt op een Romeinse tempel waarin kinderen spelen. Een bijzondere 16e-eeuwse gevelsteen die ons iets vertelt over het denken, leven en spelen van die tijd in Edam. Een feest om naar te kijken.
Je zou bijna gaan denken dat de weeskinderen vrolijk spelend hun tijd doorbrachten. Maar schijn bedriegt, zo vrolijk was het leven van deze gestigmatiseerde kinderen niet. Men liet weeskinderen allerlei klusjes opknappen. De scheepswerven, die destijds in open verbinding met de Zuiderzee stonden, kregen de getijdenverschillen aan de waterkant ook mee. Als er dan dure gesmede spijkers van timmerlieden in het water waren gevallen liet men de kinderen bij laag water de gevallen spijkers terug zoeken …
Rood/zwarte kledij
De fraaie, oorspronkelijk zestiende-eeuwse gevelsteen aan de voorkant heeft een voorstelling met spelende kinderen die allemaal een lichtblauw jak en schort aan hebben. Een boekje over oud Edam vermeldt dat dit spelende burgerkinderen zouden zijn. Het meest zekere was om samen met de restaurateur/schilder de steiger op te klimmen en te kijken wat voor verf eronder zat. En ziedaar, al krabbend kwamen rood/zwarte jakjes tevoorschijn!
Het poortje aan de Kaasmarkt
Boven het poortje aan de zijde van de Matthijs Tinxgracht staan twee weeskinderen afgebeeld in kledij, die in Friese plaatsen nog altijd terug te vinden is.
Gevelstenen van Weeshuis weer in juiste kleur
Toen ik na jaren van afwezigheid weer terugkeerde naar Edam, ben ik dagelijks van puur enthousiasme de stad door gaan fietsen. Om te registreren of de huizen en het straatbeeld na mijn jeugd veranderd, verbeterd of anders waren. Een van de dingen die mij direct opvielen was de poort van het Weeshuis, de achteruitgang die uitkomt op de Kaasmarkt. De gevelsteen met de weeskinderen die het stadswapen vasthouden was in slechte staat. Klimaat en zure regen begonnen hun tol te eisen en kleur zat er nog nauwelijks op. Tot mijn vreugde zag ik dat men ging restaureren. Twee weken later stond de poort er weer keurig bij.
Tweekleurig kostuum
Toen ik het geheel vanaf de Kaasmarkt stond te bekijken, zag ik opeens dat de weeskinderen die het stadswapen vasthouden, niet juist geschilderd waren. Weeskinderen hadden namelijk voorgeschreven kleren aan, zodat je ze altijd kon herkennen. In Edam waren de kleuren rood/zwart, het kostuum was als het ware door de helft gedeeld. In Gouda rood/groen. Amsterdam had dezelfde kleuren als in Edam. Met goede foto’s uit Amsterdam bewapend heb ik een afspraak gemaakt met de huidige eigenaar van het weeshuis. Ik vond een luisterend oor, maar ook enige verbazing en verwarring, men had alles nog wel zo zorgvuldig willen doen … Tot mijn genoegen zag ik dat na enige tijd de weeskinderen de goede kleur hadden.
Liefdadigheid met een lange baard
Dat je misdeelde en ouderloze kinderen wilt helpen en voogdij bieden is één, maar je curiositeit op de kermis in geld omzetten en dat in het weeshuis brengen is pure liefdadigheid. Het ultieme bewijs hiervan levert het volgende stukje boekhouding.
Auteur: Peter Sluisman (Edams Museum).
Samenstelling: Robert J. Lammers (Edams museum).
Publicatiedatum: 20/05/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.