Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Het Gemeen-landshuis in Edam

Toen Edam in 1357 stadsrechten kreeg van graaf Willem V mocht de nieuwe stad een directe en tolvrije uitgang naar de Zuiderzee graven. Dit was een zeer gunstige ontwikkeling voor de kleine handelsnederzetting. Daarom ging het Hoogheemraadschap kantoor houden aan de Schepenmakersdijk. In de loop van de achttiende eeuw werd de werf een echt bestuurlijk centrum.

Doorsteek naar Zuiderzee

De Edammers hadden in de late middeleeuwen al veel problemen om het bestaande veenriviertje de IJe dat door Edam bij Volendam de Zuiderzee instroomde op voldoende diepte te houden. Bovendien wilde Edam groeien en de economie veilig stellen. Door de nieuwe uitgang, de huidige Voorhaven, ontstond in omgekeerde richting tegelijk een snelle doorgang naar het nabij gelegen Purmermeer. Hoe strategisch dit lag is nog goed te zien op deze kaart uit 1683 van de latere polder door Joh. Leupenius.

Kaart van het Purmermeer na de droogmakerij (Joh. Leupenius, 1683, naar L.J. Sinck).

Kaart van het Purmermeer na de droogmakerij (Joh. Leupenius, 1683, naar L.J. Sinck). Beeld: Edams Museum

Toenemende wateroverlast

Noord-Holland bestond in die tijd uit grote (binnen-)meren en diverse uitgangen naar de Zuiderzee. Door de toenemende getijdenbeweging op de Zuiderzee werden de zeearmen steeds verder uitgeschuurd en werden de meren zoals de Beemster, Schermer, Wormer en de Purmer door oeverslag steeds groter. De wateroverlast begon in het begin van de 16e eeuw zorgwekkende vormen aan te nemen. Overstromingen en stormvloeden teisterden het Noorderkwartier. Mogelijk naar aanleiding van een zware storm in 1542 en talrijke klachten van diverse dorpen en steden wilde keizer Karel V weten op welke wijze de waterhuishouding van het Noorderkwartier verbeterd kon worden.

Portret van keizer Karel V.

Portret van keizer Karel V. Beeld: tweedekamer.nl

Edam ligt dwars

In deze klachten werd de beschuldigende vinger vaak naar Edam opgeheven. De open haven aldaar had tot gevolg dat er veel wateroverlast voor de dorpen rond de binnenmeren was. In 1544 werd het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen opgericht, de zetel was Alkmaar. Keizer Karel liet in dat jaar een onderzoek instellen naar de problematiek rond Edam. De stad wilde een ebsluis en was zelfs al begonnen met de bouw ervan. De sluizen zouden dan zo worden gemaakt dat bij eb uitgewaterd kon worden, maar dat bij vloed geen water meer naar binnen kon. Keizer Karel wilde daarentegen een schutsluis. Daar was Edam fel tegen. Het uitblijven van een oplossing werd mede veroorzaakt door tegengestelde belangen binnen Edam: timmerlieden tegenover kooplieden. Edam had open sluizen nodig om de haven op diepte te houden met behulp van de krachtige getijdestroom, was de gedachte. De hele economie van de stad berustte op scheepsbouw en aanverwante industrie. In de 16e eeuw had Edam wel 30 scheepswerven. Als er sluizen kwamen en de haven zou verzanden, was het gebeurd met het welvarende stadje.

Wapencompositie van keizer Karel V.

Wapencompositie van keizer Karel V. Beeld: Armorial Achievements of Spain.

Twee eeuwen lang conflict

Het Edamse stadsbestuur had in 1357 niet voor niets bedongen dat de haven een eeuwig open verbinding zou houden. Processen werden gevoerd tot bij de Hoge Raad. Compromisvoorstellen werden gedaan, er zou een schutsluis komen met een kolk van een lengte tot 45 meter. Bij hoog binnenwater en lage ebstand op de Zuiderzee mocht men de sluizen aan beide zijden van de schutkolk open zetten om de haven door te spoelen. Er was een voorstel om een spuiboezem aan te leggen, met een molen in de Purmer zodat men het water hoog op deze boezem zou kunnen opmalen om zo de doorstroming nog krachtiger te maken. Maar Edam bleef overal tegen en er gebeurde niet veel. In 1545 werd er van hogerhand opdracht gegeven om sluisdeuren te plaatsen; het verhaal gaat dat de Edammers de timmerlieden met geweld de stad uitdreven. Een andere keer werd het hout voor de sluis gestolen en zo sleepte het conflict voort.

Edam haalt bakzeil

Toen keizer Karel in 1555 afstand deed van de troon waren er nog steeds geen sluizen in Edam. Pas na langdurige processen heeft de stad zich definitief neergelegd bij de afsluiting van de haven. De eerste grote nederlaag op dit punt was in 1567 toen het hof in Brussel (zetel van de toenmalige regering) uitsprak dat de sluizen aangelegd dienden te worden. In 1569 onder de regering van koning Filips II werden de deuren dan eindelijk in de damsluis geplaatst. Maar ook daarna waren er nog incidenten.

Hoogheemraadschap naar Edam

Het Hoogheemraadschap had zijn hoofdzetel in Alkmaar, maar tussen 1650 en 1700 raakte in Edam ongeveer een kwart van het aantal huizen onbewoond en halveerde het gemiddeld aantal kinderen dat ten doop werd gehouden. Ook de waterstaatswerken in de stad hadden onder die neergang te lijden. In een overeenkomst van 1701 kreeg het Hoogheemraadschap de verantwoordelijkheid voor de sluizen en voor het wegwerken van het achterstallige onderhoud. Gezien de omvang en het belang daarvan vonden dijkgraaf en heemraden het wenselijk om in Edam te zoeken naar geschikte ruimten voor een werkplaats en de opslag van materialen. Het Hoogheemraadschap kocht drie aan elkaar grenzende panden met opstallen aan de Schepenmakersdijk.

Het Gemeenlandshuis van het Hoogheemraadschap aan de Schepenmakersdijk.

Het Gemeenlandshuis van het Hoogheemraadschap aan de Schepenmakersdijk. Beeld: hhnk.nl (Hoogheemraadschap).

Edam verliest hoofdzetel

Naast timmerloodsen waren hier ook vergaderruimten, maar de hoofdzetel bleef in Alkmaar. In 1743 was er in Edam al een goed onderheide stenen kamer waar op niveau vergaderd kon worden. Het werd al snel duidelijk dat onderhoud en vernieuwingen in Edam van een blijvende aard zouden zijn. In de jaren 1760 tot 1762 werd er een vernieuwd complex gebouwd aan de Schepenmakersdijk. Toen op 28 september 1881 een nieuw reglement voor Uitwaterende Sluizen bij Koninklijk Besluit was bekrachtigd, werd Edam de officiële zetel van het Hoogheemraadschap. Helaas voor Edam heeft men in 2010 besloten om nieuwbouw te plegen in Heerhugowaard vlakbij Alkmaar, de oorspronkelijke hoofdzetel. En zo lijkt na ruim 300 jaar een einde gekomen aan de haat-liefdeverhouding met het huidige Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

Wapen van het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen met keizerskroon.

Wapen van het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen met keizerskroon. Beeld: hhnk.nl

Wapen in de Damsluis

In de Damsluis (alleen de ijzeren ophangringen zijn nog te zien) van Edam vindt u nog steeds aan de ene kant het wapen van het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen bekroond met de keizerskroon. Aan de andere kant een gedenksteen, als herinnering aan de overeenkomst voor onderhoud uit 1701 met de namen en wapens van de toenmalige Hoogheemraden. Ook nu nog is het onderhoud van de Dam in Edam voor het Hoogheemraadschap.
Het toegangshek van het voormalige complex aan de Schepenmakersdijk heeft twee toegangspoorten. De belangrijkste voert de keizerskroon, de andere de koningskroon als eerbetoon aan Filips II die uiteindelijk de sluizen in de Dam plaatste.

Auteur: Peter Sluisman.
Samenstelling: Robert J. Lammers (Edams Museum).

Bron: C. Boschma Aarnoudse, Het Westeinde van Edam.

Publicatiedatum: 21/05/2014

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.