Majoor Roest van Limburg zorgt ervoor dat de auto samen met een detachement van vijftig mannen naar Den Haag vertrekt voor het bijzondere transport. Eenmaal in de Hofstad wordt Roest van Limburg hartelijk begroet door prins Bernhard. Hij zegt dat de majoor het prinselijk gezin en een klein gezelschap naar IJmuiden moet brengen. Vervolgens vertrekt de gepantserde auto naar Paleis Noordeinde waar het gezin van de prins zich bevindt. De veiligheid van de familie wordt tot in de details geregeld, er is zelfs een wiegje dat gasdicht kan worden afgesloten voor prinses Irene.
Met een mooie auto naar Velsen
Prinses Beatrix vindt de auto prachtig. ‘Mooie auto!’ roept ze voortdurend, en majoor Roest van Limburg moet haar meerdere malen in het gepantserde voertuig tillen, waarna ze er voorzichtig uitspringt aan de achterkant. Ze beseft nog niet dat de auto haar in veiligheid zal brengen. Na een diner vertrekt de auto met het gezin om zeven uur richting Velsen, koningin Wilhelmina achterlatend. Door de gevechten in Nederland kan de geldauto niet altijd over de hoofdwegen rijden en bij iedere gemeentegrens staat een politiemotor met zijspan klaar om het konvooi over de binnenwegen te escorteren. Zo komt de auto zonder problemen aan in Velsen.
Aan een zijden draadje
Eenmaal in Velsen wordt het toch nog spannend. De auto met het prinselijk gezin rijdt al snel op een pont, die naar de grote sluis vaart. Vanaf daar is het de bedoeling over te stappen op een schip dat de familie naar Engeland brengt. In de zeesluizen staat zo’n sterke stroming dat het de kapitein van de pont moeite kost om het schip goed te manoeuvreren. Als de pont op het Noordzeekanaal vaart, nadert er een Duits vliegtuig. Als het toestel zich recht boven de pont bevindt, is de spanning op z’n hoogst. Eén van de matrozen die het gezelschap beschermen schiet met zijn karabijn op het vliegtuig. Gelukkig blijft het schot onopgemerkt door de Duitse bemanning. Als zij de kostbare lading op de pont zouden ontdekken, hing het lot van Bernhard, Juliana en hun dochters aan een zijden draadje.
De vrijheid tegemoet
Om elf uur ’s avonds lukt het de pontschipper eindelijk om aan te meren en het gezelschap gaat snel van boord. Het prinselijk gezin stapt over op de HMS Codrington, een A-klasse torpedobootjager van de Britse Koninklijke Marine. Het inschepen van de familie is een ernstig moment, maar gaat snel. In de heldere nacht staat de bemanning van het schip aan dek in de houding opgesteld. Alles is doodstil. De geldauto gaat open en de kroonprinses, de prins en de prinsesjes verlaten het Nederlandse grondgebied. Eenmaal aan boord verdwijnt het gezin snel benedendeks. De touwen worden losgegooid en de Codrington stoomt met een beschermende escorte richting de monding van het Noordzeekanaal. Majoor Roest van Limburg kijkt de silhouetten van het kleine eskader na terwijl ze kleiner en kleiner worden, de veiligheid en vrijheid tegemoet varend.
Bron: Guus Hartendorf, Velsen Bezet en Bevrijd (2000)
Publicatiedatum: 28/02/2017
Vul deze informatie aan of geef een reactie.