Van Zeevaarder tot Gezagvoerder
In december 2008 kwam ik na een tip van Wil Braam, de immer attente en meedenkende archiefmedewerker van de gemeente Texel, in contact met de heer Jacques Brijl (83) uit Den Haag. Deze vertelde mij bezig te zijn de familiegeschiedenis van de familie Brijl in het algemeen, en het leven van zijn oom Willem Frans Theodoor Brijl in de familie beter bekend als Boy Brijl in het bijzonder, vast te leggen. We kwamen overeen dat ik het door Jacques Brijl geschreven familieverhaal met een Texels sausje zou overgieten. Boy Brijl was bij zijn overlijden op 8 juni 1946 gezagvoerder bij de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij (K.P.M). Deze in het jaar 1891 opgerichte rederij had tot hoofdtaak de interinsulaire scheepvaartverbindingen in het voormalige Nederlands Indië te onderhouden. De belangrijkste havens voor de K.P.M waren naast Batavia (Tandjong Priok), Makassar, Singapore en Soerabaja. Boy Brijl volgde van september 1914 tot juli 1916 zijn opleiding tot leerling stuurman aan de Gemeentelijke Zeevaartschool Texel.
Een korte familiegeschiedenis
Boy Brijl werd op 17 mei 1897 in de op Oost Java gelegen havenstad Soerabaja, geboren. Soerabaja was naast een belangrijke handelshaven tevens de grootste marinebasis in Nederlands Indië. Hij was de oudste zoon van Frans Hendrik Brijl en Anna Julia Geertruida Brijl-Hansen. Vader Frans Brijl was Agent van de K.P.M. In de periode 1892 tot 1918, de jaren dat hij in dienst was van deze rederij heeft de familie Brijl op veel plaatsen in het voormalige Nederlands-Indië gewerkt en gewoond. Naast Soerabaja heeft het gezin Brijl onder meer gewoond in Sibolga (Tapanoeli) op Sumatra’s Westkust, Taroena, Ternate en Boeleleng (Noord-Bali). Als de mogelijkheid zich voordeed ging Boy met zijn vader mee naar Tandjoeng Perak (Zilveren Haven), de haven van Soerabaja.Van hier uit hadden zij een goed zicht op de op de rede voor anker liggende koopvaardijschepen. Ook mocht hij vaak met zijn vader mee aan boord van de K.P.M. schepen en dan genoot hij met volle teugen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Boy’s grootste wens was om later te gaan varen en dan het liefst op de zeeën van zijn geboorteland, de Indonesische Archipel.
Haarlem
Om dit ideaal te verwezenlijken moest er gestudeerd worden. Er was besloten de middelbare schoolopleiding aan de HBS van Haarlem te laten plaats vinden. Een bewuste keuze. Deze reeds in 1864 opgerichte HBS had een goede reputatie, welke reikte tot in het verre Nederlands Indië, met als gevolg dat veel Indische jongens er hun opleiding volgden. Eind 1910 vertrokken Boy en zijn één jaar jongere broer Robert naar Nederland. Samen gingen zij in Haarlem wonen op het adres Zijlweg 37. Gedurende hun verblijf in Nederland trad de heer H. Engelsman, oud-gezagvoerder van de KPM, op als toeziend voogd. De broers Brijl waren sportief aangelegd en hebben in hun Haarlemse jaren enige tijd gevoetbald bij de Koninklijke HFC. Aan het eind van het schoolseizoen 1913/14 werd aan Boy het diploma driejarige HBS uitgereikt.
Texel
Aansluitend heeft hij zich aangemeld bij en in laten schrijven voor het cursusjaar 1914/15 aan de Gemeentelijke Zeevaartschool Texel. Hier zwaaide directeur de heer P.Tjebbes de scepter, in januari 1915 opgevolgd door P.Bossen. Illustere namen in het Nederlandse Zeevaartkundige onderwijs! Op 21 september 1914 verhuisde Boy naar Den Burg, waar hij kon beginnen aan de tweejarige opleiding tot Stuurmansleerling. De Zeevaartschool Texel had géén internaat, waardoor Boy genoodzaakt was een kosthuis te vinden. Hij vond dit, mogelijk via een advertentie in de Texelse Courant of via verwijzing door de schoolleiding, in het gezin van Cornelis de Wijn en zijn echtgenote Bouwke de Wijn-Knol. Het echtpaar de Wijn woonde samen met hun op 18 december 1902 geboren zoon Willem Nicolaas (Wim) op het adres Kogerstraat 36. Op dit adres vonden meerdere ’Zeevaarders’ een goed tehuis. Het huis Kogerstraat 36 bestaat, weliswaar voorzien van een nieuwe voorgevel, nog steeds. Een rechts naast de voordeur ingemetselde steen met daarop de tekst ’Eerste steen gelegd door W.N de Wijn 18 dec.1911’ herinnert aan vroeger tijden. Bouwke de Wijn dreef hier een klein winkeltje met kruidenierswaren, terwijl Cornelis een melkhandeltje had en wat beesten hield. Waar het houden van dieren toe kan leiden laat zich lezen in een in de Texelse Courant van 26 april 1922 door De Wijn geplaatste advertentie waarin melding werd gemaakt van ’de vermissing van een schaap, gemerkt met rode streep over de rug en een lam, gemerkt 8 op de rechter voorbout’.
Bijzonder om te vermelden is dat de zoon des huizes, Willem (Wim), zelf ook een zeevaartkundige opleiding heeft gevolgd aan de Texelse Zeevaartschool. In Februari van het jaar 1921 werd aan hem het diploma 3e stuurman grote stoomvaart uitgereikt. Een langdurige loopbaan bij de gerenommeerde rederij Rotterdamsche Lloyd volgde.
In Den Burg ging Boy, zoals zovele collega zeevaarders, tennissen en werd lid van de plaatselijke sportvereniging, waarvan de tennisafdeling in 1922 de naam ’Deuce’ kreeg. De contributie… een dubbeltje per week, dit in tegenstelling tot de afdeling voetbal waar slechts een stuiver contributie geheven werd. Een in 1914, in de achtertuin van het huis van de familie de Wijn, gemaakte foto toont Boy met tennisracket. Vanwege zijn voetbalverleden bij HFC zal hij ongetwijfeld ook een plaats verworven hebben in het voetbalteam van de Zeevaartschool.
In februari 1915 verhuisde de Zeevaartschool van de tijdelijke behuizing ‘Het Glazen Paleis’ aan de Burgwal, naar het nieuwgebouwde pand aan het Schilderend. Ter inwijding van de nieuwe locatie werd door de leerlingen op 16 februari1915 in Hotel Texel een groot feest voor de inwoners van Den Burg georganiseerd. De opbrengst van dit feest met muziek, dans en een gekostumeerd bal, waarvoor de kaarten al snel uitverkocht waren, kwam ten goede van het ’Witte Kruis’ en de Wijkverpleging. Kortom, een dag waarvoor in Den Burg de vlag zou worden uitgestoken. Ten einde de heren zeevaarders hun danskunsten naar behoren te laten tonen liet de firma A.C Rab, Weverstraat 1 in Den Burg per advertentie in de krant weten een prachtcollectie balschoenen te hebben ingekocht. Geheel in de geest van de tijd werd van te voren duidelijk aangegeven dat het niet toegestaan was dat heren als dames verkleed gingen, en omgekeerd uiteraard ook niet. Gelet op het meer dan enthousiaste verslag in de Texelse Courant van 21 februari zal dit voorschrift de pret niet gedrukt hebben en hebben de zeevaarders zich uitstekend vermaakt met hun al dan niet van Texel afkomstige ’belles of the ball’. Ook belichtte burgemeester Gaarlandt in zijn dankwoord de door de schoolleiding geopperde gedachte met betrekking tot een meer intieme omgang tussen Texelaars en Zeevaarders. Of daarmee de omgang bedoeld werd die uiteindelijk zou leiden tot het grote aantal tussen Zeevaarders en Texelse dames gesloten huwelijken laat ik gaarne aan de fantasie van de lezer over.
In de Texelse Courant van 25 juli 1915 werd vermeld dat W.F.Th Brijl en zijn klasgenoten Jb. Boon, P.J Eelman, G.J Kaczor, K.J.Kikkert, B.C Kooger, C.S Kuiper, L.E de Nijs, D. de Ruijter waren bevorderd naar het 2e studiejaar. Veel echt Texelse familienamen. Leerling Brijl ontving voor ’vlijt, gedrag en vordering’ een niet nader genoemd geschenk als 1eprijs, zijn klasgenoot K.J Kikkert een 2e prijs. Boy’s vlijt en inzet waren duidelijk niet onopgemerkt gebleven.
Eerste Wereldoorlog
Het waren de jaren van de Eerste Wereldoorlog, The Great War. Het woord ’Great’ heeft vele betekenissen, waarvan er slechts één van toepassing kan zijn op deze rampzalige oorlog. De Nederlandse Strijdkrachten waren gemobiliseerd, voedsel en brandstoffen waren op de bon. Ondanks het feit dat Nederland neutraal was werden ook Nederlandse koopvaardijschepen door Duitse onderzeeboten aangevallen en getorpedeerd. Ook lag de zee vol met mijnen waardoor veel schepen zwaar beschadigd werden of zelfs verloren gingen, met veel dodelijke slachtoffers tot gevolg. Veel leerlingen kwamen uit zeevarende families en maakten zich zorgen over hun op zee verblijvende familieleden. Deze donkere periode moet ongetwijfeld een dagelijks terugkerend onderwerp van de gesprek geweest zijn op de Zeevaartschool. Velen zullen zich tevens afgevraagd hebben of zij na het behalen van hun diploma wel direct konden gaan varen en niet opgeroepen zouden worden voor militaire dienst.
De dood op zee kwam voor velen wel heel erg dichtbij toen in de Texelse Courant van 3 januari 1917 melding werd gemaakt dat het ss Themis, , van de Amsterdamse rederij KNSM mogelijk op een mijn was gelopen en in de golven was verdwenen. De Themis, gebouwd in 1903, mat 897 brt (brutoregisterton) en was onder gezag van kapitein P.Burghout op 21 december 1916 vanuit Newcastle vertrokken naar Amsterdam met een lading van 1006 ton steenkolen. Bij dit tragische gebeuren kwamen alle negentien opvarenden, waaronder 2e stuurman Cornelis Willem Kaan, oud leerling van de Zeevaartschool Texel, om het leven.
Naar zee
In de Texelse Courant van 20 juli 1916 lezen we dat Boy zijn einddiploma kreeg uitgereikt. Daarbij kreeg hij uit handen van de heer Roelofs, namens de ’Vereniging ter bevordering van het Zeevaartkundig Onderwijs’, als 1e prijs voor ijver, kennis en goed gedrag een zilveren chronometer (lees: horloge). Zijn klasgenoot Jb.Boon kreeg een fraaie 2eprijs, een exemplaar van het door de heer S.P l’Honoré Naber geschreven Zeemanshandboek. Een feit waar de journalist aan toevoegde,’twee lijvige delen in prachtband!’ Ook alle eerder genoemde klasgenoten kregen het felbegeerde diploma. Het echte zeemansleven kon nu beginnen. Per 14 juli 1916 had Boy Brijl een opleidingscontract gekregen bij de eerder genoemde rederij K.P.M , waarbij werd vastgelegd dat hij tijdelijk in dienst zou treden van de Rotterdamse Lloyd. Met het s.s Merauke van deze rederij maakte hij, als stuurmansleerling enige reizen naar Indië. Van het in 1912 gebouwde s.s Merauke kan vermeld worden dat het schip enige tijd door de Amerikaanse regering werd gevorderd om troepen naar vanuit de Verenigde Staten naar Frankrijk te transporteren. Uiteindelijk werd het schip in 1917 weer aan de Rotterdamse Lloyd teruggegeven, waarna het opnieuw werd ingericht tot passagiersschip. In 1932 werd het schip na twintig jaren trouwe dienst uit de vaart genomen en gesloopt. Het feit dat naast Boy Brijl ook, zij het in later jaren, Wim de Wijn op het ss. Merauke gevaren heeft mag tot de toevalligheden in het leven gerekend worden.
KPM
Na in Batavia het diploma 3e rang stuurman Grote Stoomvaart behaald te hebben trad Boy op 1 december1917 invaste dienst bij de K.P.M en voer hij op de vele door deze rederij onderhouden lijnen in het voormalig Nederlands Indië. In de daarop volgende jaren had hij verscheidene standplaatsen o.a. Batavia, Singapore en Makassar (Celebes) en behaalde hij de vaartijd benodigd voor zijn 2een later 1erang. De studie voor deze rangen werd via herhalingscursussen, gevolgd aan de mede door de KPM opgerichte Zeevaartschool te Weltevreden, Batavia. Als 2e en 1eStuurman heeft hij ondermeer gevaren op de schepen, s.s. G.G. Daendels, s.s. Merak en s.s. van Heemskerk. Na zijn benoeming tot gezagvoerder heeft hij het commando gevoerd over verschillende vracht-passagiersschepen, waaronder het s.s. van Imhof, s.s. Both, s.s. le Maire, s.s. van der Lijn en m.s. van Heutsz.
Europees verlof
Op 18 Augustus 1922 trad stuurman Boy Brijl, in de Kathedraal te Weltevreden, Batavia in het huwelijk met Louise d’Hollosy. Het echtpaar Brijl maakte in de daaropvolgende jaren driemaal gebruik van de mogelijkheid om Europees verlof op te nemen te weten in 1925, 1930 en in 1931. Tijdens deze verloven bezocht het echtpaar Brijl in Nederland wonende familie, maar ook werden toeristische reizen naar Engeland, Frankrijk, Zwitserland, Italië en Oostenrijk gemaakt. Uit het familiearchief blijkt niet dat zij, zoals mogelijk te verwachten was, ook Texel bezocht hebben. De reizen van en naar Indië, waarbij ondermeer de havens Sabang, Singapore, Colombo, Port Saïd en Genua werden aangedaan, werden gemaakt met de grote passagiersschepen ss Jan Pieterszoon Coen, Christiaan Huygens en de Marnix van Sint Aldegonde. Deze schepen waren eigendom van de gerenommeerde rederij Stoomvaart Maatschappij Nederland, ook wel ’de Nederland’ genoemd en zijn alle drie in of kort na de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan. De Jan Pieterszoon Coen werd op 14 mei 1940 door de Koninklijke Marine tussen de pieren van IJmuiden tot zinken gebracht. De tot troepentransportschip verbouwde Marnix van Sint Aldegonde werd op 6 november1943 in de Middellandse Zee door Duitse vliegtuigen met luchttorpedo’s bestookt. Eén trof doel. Het schip zonk een dag later op 7 november. De Christiaan Huygens tenslotte liep op 26 augustus 1945 onderweg van Antwerpen naar Rotterdam op een zeemijn waarbij het schip zwaar werd beschadigd en aan de grond werd gezet. In september van hetzelfde jaar brak het schip doormidden en moest als verloren worden beschouwd.
Tweede Wereldoorlog
De Japanse strijdkrachten maakten tijdens hun opmars door Zuidoost Azië snelle vorderingen. In deze periode, voerde Boy Brijl als kapitein het commando over het KPM schip s.s van der Lijn. Het duurde niet lang of ook kapitein Brijl en zijn bemanning raakten betrokken bij de oorlogshandelingen. De geallieerde troepen op Malakka hadden dringend behoefte aan versterking. Het s.s van der Lijn kreeg op 2 januari 1942 opdracht om samen met nog enige andere KPM schepen vierduizend militairen en hun materieel vanuit de Ratai-Baai (Zuid-Sumatra) via de zeer gevaarlijke route langs Sumatra’s oostkust naar Singapore te transporteren. Dit konvooi, genummerd MS.2A, werd begeleid door de Nederlandse torpedobootjagers Hr.Ms. Evertsen en Hr.Ms.Van Nes.
Het konvooi heeft Singapore veilig bereikt en ook de terugreis vanuit Singapore naar Makassar, verliep zonder ernstige problemen. Zowel Hr.Ms Evertsen alsook Hr.Ms. Van Nes zouden in de strijd op zee ten onder gaan. De Evertsen werd een dag na de slag in de Javazee, in Straat Soenda door vijandelijk vuur getroffen, strandde op een eilandje aan Sumatra’s zuidkust en moest als verloren worden beschouwd. Eenzelfde lot overkwam Hr. Ms van Nes, toen zij het KPM schip s.s Sloet van der Beele escorteerde. Beide schepen werden op 17 februari 1942 door Japanse bommenwerpers in de zuidelijke ingang van Straat Gaspar tot zinken gebracht.
Vlak vóór zijn vertrek uit Batavia vond nog een ontmoeting plaats tussen Boy en zijn broer Rob, officier bij de Genie van het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger). Na afloop van de oorlog in augustus 1945 zou blijken dat dit de laatste keer was de broers elkaar gesproken hebben. De oorlog zou nog meer sporen nalaten in het leven van beide broers. Hun jongere broer Alfred (Daddy) overleed op 21 september1943 in het Japanse krijgsgevangenen kamp Harima, nabij Osaka (Japan).
Doordat zowel Malakka, Nederlands Indië en de Fillipijnen in handen van de Japanners waren gevallen werd door de KPM directie besloten naar Australië uit te wijken. Kapitein Brijl kreeg Brisbane als nieuwe standplaats toegewezen. Uit de KPM archieven blijkt dat het echtpaar Brijl m.i.v. augustus 1942 op het adres 27 Napierstreet, Ascot, Brisbane is gaan wonen.
Boy Brijl bleef tot midden 1943 het commando voeren over het s.s. van der Lijn. In deze gevaarlijke en moeilijke periode maakte hij met zijn schip deel uit van verschillende geallieerde konvooien met als hoofdtaak het vervoeren van militairen en oorlogsmaterieel naar de verschillende oorlogstonelen in de Zuidoost Pacific. Tijdens deze reizen werd hij geconfronteerd met zeemijnen en aanvallen van vijandelijke vliegtuigen en onderzeeboten. De meeste van deze konvooien vertrokken vanuit de havenstad Townsville, Queensland, Australië naar o.a. Port Moresby de hoofdstad van het toenmalige Australisch Nieuw Guinea, nu Papoea Nieuw Guinea en het zuidelijker gelegen Milne Bay. Vanaf medio 1943 voerde hij het bevel over het m.s. van Heutsz. en nam hij ook met dit schip aan een aantal konvooien deel.
Volgens gegevens verkregen uit het KPM archief is Boy Brijl midden oktober 1944 ziek geworden, waarna hij waarschijnlijk na het beëindigen van de vijandelijkheden in augustus 1945 met zogenaamd recuperatieverlof naar Nederland is gegaan. Na zijn herstel heeft hij vermoedelijk nog een korte tijd gevaren. Midden 1946 werd hij opnieuw ernstig ziek en moest worden opgenomen in een ziekenhuis in Sydney. Hier overleed hij op 6 juni 1946.
De begrafenis vond plaats op het Lutwyche Cemetery te Brisbane. Zijn echtgenote Louise Brijl – d’Hollosy besloot in 1970 voorgoed naar Nederland terug te gaan. Aansluitend woonde zij een zevental jaren in Nijmegen, waar zij op 3 juni 1977 is overleden. Na haar crematie werd, volgens haar uitdrukkelijke wens, de urn met haar as naar Australië overgevlogen en bijgezet in het graf van haar echtgenoot.
Kruis van Verdienste
Postuum werd door Hare Majesteit Koningin Wilhelmina, bij Koninklijk Besluit no. 29 van 25 februari 1947, aan KPM gezagvoerder Willem F.Th ’Boy’ Brijl het ’Kruis van Verdienste’ toegekend, met daarbij de aantekening:
“die als gezagvoerder bij de Nederlandsche Koopvaardijvloot waardevolle diensten aan de oorlogsvoering bewees door gedurende meer dan twee jaren op moedige en beleidvolle wijze het gezag op zijn schip te hebben uitgeoefend in gebieden, waar door de oorlogsomstandigheden voortdurend groot gevaar van vijandelijke handelingen werden geloopen “
Het verhaal van een leerling van de Zeevaartschool Texel die gezagvoerder werd bij de Koninklijke Paketvaart Maatschappij. Willem F.Th ’Boy’ Brijl, niet zomaar een Zeevaarder!
Tekst: Ed Vermeulen
Nawoord: Met respect voor de doortastendheid waarmee de heer Jacques Z. Brijl, in relatief korte tijd, veel, bijna verdwenen, informatie over zijn oom Boy, boven water heeft weten te krijgen en heeft vastgelegd in het door hem geschreven familieverhaal ‘Herinneringen aan Boy Brijl, een bijna vergeten moedige gezagvoerder van de K.P.M en zijn echtgenote Louise Brijl-d’Hollosy’.Zijn verhaal vormt de basis van mijn verhaal ’Van Zeevaarder tot Gezagvoerder’.
Met dank aan:
Wil Braam, medewerker archief gemeente Texel
Ron de Mes, archiefbeheerder Vereniging van Oud-employé’s der KPM *
Henk Meurs, persoonlijk archief Nederlandse Koopvaardij 1940-1945 * * (via J.Z.Brijl)
Ab de Wijn, Den Burg
Bronnen:
– Archieven Gemeente Haarlem en Gemeente Texel
– Archief Texelse Courant – Archief Vereniging van Oud-employé’s der K.P.M. (via J.Z. Brijl)
– Ir. H.Th. Bakker- De K.P.M. in Oorlogstijd (1939-1945).
– Div. auteurs – Een halve eeuw Paketvaart (1891-1941).
– Familiearchieven Brijl, Honée en d’Hollosy (via J.Z. Brijl)
– Het nieuws van de dag voor Ned.Indië , 1 december 1917
– J.H. Hoogendijk- De Nederlandsche Koopvaardij in den Oorlogstijd. – J.P. Nieborg – Indië en de zee
Publicatiedatum: 24/01/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.