Tegenwoordig kun je kiezen of je liever een lichte salade, gezonde smoothie of juist een vette hap voor de lunch eet, maar eeuwenlang was brood de eerste keuze. Om brood te kunnen bakken, had je natuurlijk meel nodig. En om meel te krijgen was er niet alleen graan nodig, maar ook een molen die de graankorrels kon fijnmalen. Niet voor niets bepaalden molens, samen met kerktorens, eeuwenlang het gezicht en de skyline van de Gooise dorpen.

De Larense molen is tegenwoordig omringd door huizen. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Zo stond er al vanaf omstreeks 1500 een molen in Hilversum, hadden Huizen en Blaricum hun eigen molens en telde de vesting Naarden meer molens dan al deze dorpen bij elkaar. Bijna al het graan uit de omgeving werd in Naarden gemalen, waar de stad veel inkomsten aan overhield. Totdat een nieuwe maalbelasting van het Gewest Holland boeren deed uitwijken naar Utrecht. Boeren uit Laren, dat tot ver in de zeventiende eeuw geen eigen molen had, brachten hun graan helemaal naar Amersfoort om de belasting te ontwijken.

Herfstsfeer in de Larense molen. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Malen op Sint Jan
Pas in 1672 werd voor het eerst melding gemaakt van een molen in Laren, maar het is niet bekend om welk type molen dit ging. Wel is bekend dat in 1704 een grutmolen in Laren heeft gestaan, aangedreven door een paard. Deze maalde het graan een stuk grover dan het fijne meel van de windmolens. Hierdoor ontstonden ‘grutten’, waar onder meer pap van gekookt werd. Grutten werden verkocht bij de ‘grutter’ (kruidenier), het fijne meel was voorbehouden aan de bakkers.
De huidige windmolen stamt waarschijnlijk uit 1724 en begon volgens de overlevering op 24 juni van dat jaar met malen. Of die datum heel waarschijnlijk is, valt te betwijfelen. 24 juni was namelijk een feestdag in Laren, gewijd aan Johannes de Doper, de beschermheilige van het dorp. In het grotendeels katholieke Laren werd op zon- en feestdagen traditioneel niet gewerkt. Aannemelijker is dat de molen met de kap gedraaid stond om de Sint Jansprocessie te volgen.

In de molen is niet een beeld van Sint Jan, maar van de heilige Victor van Marseille te vinden, de beschermheilige van de korenmolenaars. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Hoe dan ook wijst het ingehakte opschrift ‘A.o. 1745’ in een van de plooistukken van het bovenwiel op een herkomst uit de achttiende eeuw. Bij dit jaartal wordt ‘W. Brons’ genoemd als molenmaker. De naam Brons was destijds bekend in de molenmakerij te Oude Wetering. De familie Brons bouwde en repareerde veel poldermolens in Zuid-Holland. Vooral van het achtkantige type, waartoe ook de molen in Laren behoort.

Het houten bovenwiel met opschrift ‘W. Brons’ en het jaartal 1745. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Weids uitzicht
De Larense molen is echter geen poldermolen, maar een korenmolen, waarvoor de Staten van Holland het zogenaamde ‘recht van wind’ aan Laren hadden verleend. Dit hield in dat er binnen 500 meter van de molen niet gebouwd mocht worden, om de molen in staat te stellen genoeg wind te vangen. Op een tekening van Jacob Cats uit de tweede helft van de achttiende eeuw is duidelijk te zien dat de Larense molen destijds buiten het dorp stond, uitkijkend over de graanvelden. Aanvankelijk werden hier vooral boekweit en rogge verbouwd, later kwam daar ook tarwe bij.

Jacob Cats, Gezicht op Laren vanaf het Sint-Janskerkhof, met in het midden de Larense molen, ca. 1795. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.
Tijdens de oogsttijd was het een drukte van jewelste op de ‘engen’ (velden) van Laren. Maar daarna was het werk nog niet gedaan. Het koren moest eerst naar de boerderij gebracht worden om te dorsen, waarbij het graan uit de aren geslagen werd. Dit was zwaar handwerk, waarvoor een dorsvlegel gebruikt werd: een lange stok met daaraan een knuppel, die met een riempje aan de stok bevestigd zat. Pas na het dorsen kon het graan verwerkt worden door de molenaar.

In de molen wordt uitgelegd hoe van graan brood wordt gemaakt. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Kruien naar de wind
In de molen werd het graan tussen twee molenstenen (platte stenen met groeven) op de steenzolder fijngemalen. De bovenste steen (de loper) draaide over de onderste steen (de legger), waarna het gemalen graan er tussen de stenen aan de buitenkant uit stroomde. Via een goot werd het vervolgens opgevangen in zakken. Hoe minder ruimte tussen de stenen, hoe fijner het meel werd. Vanzelfsprekend was fijn meel, dat de bakker gebruikte voor brood en banket, duurder dan grof meel, dat bijvoorbeeld door de brouwer gebruikt werd om bier van te maken.
Voor het malen was de Larense molen afhankelijk van een gunstige wind. De molenstenen bewogen immers alleen als de wieken snel en krachtig ronddraaiden. Gelukkig kon de molenaar de kap met de wieken naar de wind toe draaien. De kap lag namelijk op speciale rollen, het zogenaamde ‘Engels kruiwerk’. De Larense molen is dan ook van het type ‘binnenkruier’, wat destijds gebruikelijker was voor watermolens dan voor korenmolens. Een bijzondere molen dus.

Op de steenzolder wordt het graan fijngemalen. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Met de tijd mee
Tot het begin van de twintigste eeuw bleef de Larense molen afhankelijk van de wind. Toen een houten wiek tijdens een storm in 1910 afbrak en in de tuin van de buren belandde, greep de toenmalige molenaar de kans aan om op machines over te stappen. In een gebouwtje naast de molen werd een zuiggasmotor geplaatst, die enkele jaren later vervangen werd door een elektromotor. Maar deze vooruitgang betekende ook dat romp en wieken niet langer nodig waren en al snel in verval raakten. Een tijd lang zag de toekomst van de molen er somber uit.
Van afbraak wilde de burgerij van Laren echter niets weten, dus werd er genoeg geld ingezameld om de molen in 1926 te kunnen restaureren. Tijdens deze restauratie is de naam van Jacob Dels verbonden geraakt aan de Larense molen. Dels was een houthandelaar die een belangrijke bijdrage leverde aan de restauratie. Zijn naam is, samen met het jaartal 1926, gesneden in hetzelfde bovenwiel waar ook de achttiende-eeuwse molenmaker W. Brons in vereeuwigd is. Om zijn naam heen prijkt een fraai bladmotief met aan weerszijden twee muizen. De schattige kleine diertjes staan symbool voor het kindje dat Dels net gekregen had.

Het bovenwiel met de naam ‘Jacob Dels’ en het jaartal 1926. Geheel links en rechts zijn muizen in het hout gesneden. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Molenaarsfamilie
Een andere naam die nog langer verbonden is aan de Larense molen, is die van de familie Calis. In 1747 werd ene Jan Roel Calis voor het eerst genoemd als ‘coornmulder in de dorpe tot Laarn’. Nakomelingen van Calis zouden eeuwenlang molenaar op de Larense molen blijven. In deze periode hebben ze alle veranderingen van de molen aan den lijve ondervonden, van de uitbreiding van de zaak met diervoer tot de overgang van windkracht naar elektriciteit. Zo moesten in 1939 en 1962 nogmaals herstelwerkzaamheden verricht worden om de molen in goede conditie te houden.
De laatste restauratie vond tussen 1994 en 1998 plaats. Hierbij zijn de kap en het wiekenkruis vernieuwd, waarna de molen weer kon draaien. Daarna volgden de molenromp en het binnenwerk, die de molen weer maalvaardig maakten. De molen had daarvoor al jaren niet meer gedraaid. In 1988 waren de wieken zelfs verwijderd, omdat ze in zo’n slechte staat verkeerden dat de veiligheid niet meer gegarandeerd kon worden. Een armoedig gezicht voor een monument.

De wieken kunnen weer draaien. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Liefde voor de wind
Maar inmiddels kan er weer vrolijk gemalen worden in Laren en dat gebeurt dan ook graag. De Larense molen maalt zijn eigen tarwemeel en -bloem, en verkoopt daarnaast pannenkoekenmeel en kruidkoekmix. Vrijwillige molenaar Hans Calis, een verre nakomeling van de achttiende-eeuwse Calis, leidt de bezoeker graag rond en vertelt over de werking van de molen en zijn geschiedenis. Elke zaterdag van 11:00 tot 17:00 uur kun je in de molen terecht voor een praatje en fraaie streekproducten. In het vakmanschap proef je de liefde voor de wind.

De Larense molen wordt met veel liefde onderhouden. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Tekst: Sarah Remmerts de Vries
Bronnen:
- Rondleiding door de Larense Molen (10 oktober 2025).
- Corry Majoor-Vos, De molen van Laren (Laren 2006).
- Website De Larense Molen.
Publicatiedatum: 16/10/2025
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
2 reactiesLeuk stuk. Ik meen wel een foutje te lezen in het stukje ‘kruien naar de wind’ staat:
Vanzelfsprekend was fijn meel, dat de bakker gebruikte voor brood en banket, goedkoper dan grof meel, dat bijvoorbeeld door de brouwer gebruikt werd om bier van te maken.
Het lijkt mij dat dat precies andersom is. Fijn meel zou ik duurder maken dan grof meel.
Els Kessens
Beste Els Kessens,
U heeft helemaal gelijk, er is een foutje in de tekst geslopen. Het fijnere meel was inderdaad duurder dan het grovere meel. Inmiddels is het verbeterd in het artikel.