Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

Dronecamera’s onderzoeken eerste veenterpen Waterland

Om veenterpen van de eerste mensen die Waterland introkken te kunnen beschermen, laten de archeologen van de provincie Noord-Holland met drones en camera’s onderzoeken hoe ze erbij liggen.

De terpen van de eerste bewoners dateren van circa duizend jaar geleden. De reden dat dit drone-onderzoek voor het eerst in Waterland is uitgevoerd, komt omdat dit deel van de provincie geen grote steden kent, en het dikke ‘hoogveenpakket’ nog aardig intact is. Met een drone, waar een camera onder hangt, kun je in één middag tijd maar liefst driehonderd veenterpen opmeten.

Het is moeilijk voor te stellen in een land als Nederland, waar alles zo’n beetje is volgebouwd, maar duizend jaar geleden bestaat Noord-Holland nog geheel uit hoogveen: grote pakketten onverteerd veenmos. Het begint met plantenresten, waar uiteindelijk veenmos op groeit, een proces dat duizenden jaren duurt. Dat veenmos bedekt een zoetwatermoeras, waar je nauwelijks op kunt lopen, laat staan wonen, want je zakt een halve meter weg.

Rob van Eerden is beleidsadviseur archeologie bij de provincie Noord-Holland, die het drone-onderzoek laat uitvoeren. Foto: Arnoud van Soest.

Dun bevolkt

Duizend jaar geleden is Noord-Holland nog heel dun bevolkt. Er wonen naar schatting tussen de 20.000 en 30.000 mensen en die wonen vooral in de hoger gelegen kuststreek. Vanaf de achtste eeuw, als het leven op de strandwal door zandverstuivingen steeds moeilijker wordt, en hele dorpen onder het stuifzand verdwijnen, trekken de eerste kolonisten in kano’s over de veenriviertjes het binnenland in. Ze beginnen het hoogveen te ontginnen. Dat doen ze door slootjes te graven, zodat het water via de veenriviertjes weg kan stromen. Daardoor zakt de grond en kunnen de eerste boeren er schapen en geiten op laten grazen, maar ook emmertarwe, gierst en spelt verbouwen.

Dat graven van slootjes is aanvankelijk seizoenswerk en vindt vooral in augustus en september plaats, als de grond nog redelijk droog is. Pas vanaf de tiende eeuw gaan mensen ook daadwerkelijk permanent in de veengebieden, zoals in Waterland wonen. Het is niet voor niets dat in veel plaatsnamen het woord ‘veen’ voorkomt: denk aan Vinkeveen, Ankeveen en Amstelveen. Ook het begrip ‘broek’ (nat land) heeft betrekking op het ontginnen van veen: denk aan Broek in Waterland, Bennebroek en Velserbroek.

Door slootjes te graven, zodat het water uit het hoogveen weg kon, maakten de kolonisten nieuw land om te verbouwen en er vee op te laten grazen. Illustratie via Huis van Hilde.

Drone-onderzoek

We praten erover met Rob van Eerden, beleidsadviseur archeologie bij de provincie Noord-Holland, die het drone-onderzoek laat uitvoeren. Maar eerst legt hij, op ons verzoek, uit hoe die landontginning van duizend jaar geleden in zijn werk is gegaan. “In de Germaanse tijd, dus voordat het christendom hier zijn intrede deed, leefden mensen in familieverband. Ze bouwden ‘woonstalhuizen’, waarin vader en moeder, een paar kinderen, opa en oma en een paar knechten woonden.”

“Vanaf de achtste eeuw gaan mensen dichter bij elkaar wonen, komen er kerken en daaromheen ontstaan dorpjes. Dan krijg je iets van een centrale organisatie en ontstaan er voor het eerst beroepen, want vóór die tijd deed elke boer alles zelf; hij bouwde zijn eigen huis en maakte zijn eigen gereedschap. Mensen gaan zich dus specialiseren: de één slacht varkens, de ander bakt brood.”

Uiteindelijk trekken mensen het veen in om nieuw land te winnen. Vaak doen ze dat op initiatief van de kerk of de graaf, want die hebben geld om honderden veenarbeiders het moeras in te sturen en kunnen dat beter organiseren. Zij graven slootjes, zodat het land geschikt wordt om te verbouwen en erop te wonen, en er belasting kan worden geheven.

De eerste huizen waren primitief en waren voornamelijk uit hout en riet opgetrokken. Illustratie via Huis van Hilde.

Ontwateren

In Waterland zijn meestal groepjes van vijf à zes boeren die het hoogveen intrekken om nieuw land te maken. De eerste kolonisten hebben het bepaald niet makkelijk. Je kunt de grond wel ontwateren, maar als het omringende, nog niet ontgonnen, hoogveen drijfnat blijft, stroomt dat water uiteindelijk jouw gebied in, en moet je de boel weer ophogen, met veenplaggen of klei. Dat doen de eerste kolonisten ook, maar op een gegeven moment is er geen houden meer aan en zijn ze genoodzaakt verder te trekken. Zo rollen ze langzaam het hoogveen op, legt Van Eerden uit.

De eerste huizen zijn van hout en riet. In de eerste eeuwen van de landwinning blijven de kolonisten nog dicht bij de kust wonen, maar later vestigen ze zich permanent in het binnenland. Zo ontstaan er linten van bebouwing.

De meeste van die vroege nederzettingen, die tussen de tiende en de twaalfde eeuw zijn gebouwd, zijn inmiddels onder het weiland verdwenen. Men herkent ze aan bulten in het landschap, die vanuit de lucht goed zijn te zien. Met drones, waar camera’s onder hangen, kun je de hoogteverschillen in het landschap exact opmeten. Op die manier kunnen archeologen zien hoe die oude terpen erbij liggen.

Het drone-onderzoek werd uitgevoerd door medewerkers van de Universiteit van Amsterdam, in opdracht van de provincie Noord-Holland en de Gemeente Amsterdam. Foto via Huis van Hilde.

Kookpotten

Je zou denken dat archeologen niets liever willen dan zo’n eeuwenoude terp opgraven om eeuwenoude voorwerpen, zoals kogelronde kookpotten, naar boven te halen, maar het tegendeel is waar, maakt Van Eerden duidelijk. “Het liefst laten we die terpen met rust. Een archeoloog wil natuurlijk eigenlijk vooral graven, maar het beleid is om nu juist niet te graven. De overheid wil vindplaatsen zo lang mogelijk onbeschadigd in de bodem laten zitten. Als je een vindplaats opgraaft, vernietigt je hem meteen; een ijsje kun je ook maar een keer opeten.”

“Wat we willen voorkomen,” zo vervolgt hij, “is dat die veenterpen voor altijd verdwijnen. 80-90% van de vroege veenterpen die onze voorvaderen hebben gemaakt, en waar we uiteindelijk onze agrarische rijkdom aan te danken hebben, is inmiddels onder het weiland verdwenen. Alleen aan de lichte welvingen in het landschap, zoals bijvoorbeeld bij Zunderdorp en Broek en Waterland, kun je zien waar ze gelegen hebben.”

Drone-camera’s kunnen in één middag tijd zo’n driehonderd veenterpen opmeten. Foto via Huis van Hilde.

Bedreigde terpen

“Door gegevens van toen en nu met elkaar te vergelijken, kun je zien of zo’n terp bijvoorbeeld verzakt is, als gevolg van een lagere waterstand. Zo kunnen we zien welke terpen bedreigd worden en waar actie nodig is. We delen die informatie met gemeenten, zodat die er rekening mee kunnen houden, zoals besluiten dat de waterstand niet te laag wordt of dat er niet geploegd of gebouwd mag worden. Ook willen we niet dat er te veel bos en riet op de terpen gaat groeien.”

Als we tegenwerpen dat we ook graag willen zien hoe de eerste bewoners leefden, en dan het liefst aan de hand van oude voorwerpen, kan Van Eerden een glimlach niet onderdrukken. “Noord-Holland heeft niet voor niets een museum, Huis van Hilde in Castricum, terwijl  de meeste provincies alleen een opslagplaats voor archeologische vondsten hebben. Wij laten dus graag zien hoe mensen vroeger leefden.”

“Af en toe graven we ook een veenterp op, omdat die bijvoorbeeld bedreigd wordt. Vaak zie je dat het Hoogheemschap het waterpeil in de sloten verlaagt, waardoor terpen verpieteren. Boeren willen het liefst een lage waterstand, natuurliefhebbers willen een hoge stand en wij zitten daar zo’n beetje tussenin.”

“Sowieso doen we al veel onderzoek als ergens een tunnel wordt gegraven of een zwembad wordt gebouwd. Daar hebben we onze handen al vol aan, maar we willen vooral voorkomen dat we geen oorspronkelijke vindplaatsen meer overhouden, omdat alles is bebouwd of kapot gemaakt. Het zou mooi zijn als we zoveel mogelijk veenterpen onder de grond kunnen bewaren.”

Waterland is het eerste gebied in Noord-Holland waar drone-camera’s de veenterpen opmeten. Foto via Huis van Hilde.

Tekst: Arnoud van Soest

Met dank aan Rob van Eerden, provincie Noord-Holland.

Publicatiedatum: 13/10/2025

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

1 reactie
  • Vera Tielrooij schreef:

    Als oud historirisch geograaf en bestuurslid van de vereniging historisch Warder ben ik bijzonder geïnteresseerd in oude nederzettingen en landschapsvormen.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.