Bombardementen
Duikers speuren in de Ringvaart naar metalen voorwerpen. Je weet namelijk nooit of het om een afgedankte fiets gaat of om een explosief: in de buurt van Schiphol kan van alles in de bodem zitten dat gevaar oplevert. Tijdens de Tweede Wereldoorlog voerden geallieerde vliegtuigen bombardementsvluchten uit naar Fliegerhorst 561, zoals de Duitse bezetters de luchthaven noemden. Na een zwaar bombardement eind 1943 konden de Duitsers hun Fliegerhorst niet meer gebruiken.
Explosieven Opruimingsdienst
Allerlei voorzorgsmaatregelen zijn genomen om te voorkomen dat de boel de lucht in gaat. Vandaar dat onderzoek plaatsvindt op de bodem van de Ringvaart, vooral bij ‘verdachte gebieden’ nabij Schiphol. Mochten duikers een explosief aantreffen dan komt de Explosieven Opruimingsdienst in actie. De Ringvaart is duidelijk geen water dat je zo maar eventjes uitbaggert.
Zwoegende polderjongens
Polderjongens uit hele land werden in 1840 opgetrommeld om een kanaal te graven rond het woeste Haarlemmermeer. Dat meer moest namelijk worden drooggelegd. Pas na jarenlang zwoegen was de Ringvaart rond. De opgegraven grond diende als dijk om het water in te dammen. Stoomgemalen hadden jaren nodig om het meer leeg te pompen. Het water ging via de Ringvaart naar het Spaarne en uiteindelijk naar zee.
Nog altijd draaien er pompen om de Haarlemmermeer droog te houden en net als vroeger voert de Ringvaart dat water af. Zou de Ringvaart dichtslibben dan krijg je in de polder natte voeten. De mensen van Provinciale Waterstaat en Hoogheemraadschap van Rijnland die de klus klaren, vergelijken het karwei met de dakgoot thuis die je immers ook schoon moet houden.
Met de beurtschipper naar de stad
De Ringvaart rond de Haarlemmermeerpolder is meer dan een veredelde dakgoot. Het is een geliefde scheepvaartroute voor recreanten. Je vaart over de Ringvaart snel van de Nieuwe Meer naar de Zuid-Hollandse plassen. Ook de beroepsvaart maakt graag gebruik van de Ringvaart. Net zoals vroeger de beurtschipper. In de tijd dat de polder net droog was gelegd was het een zware opgave om over de eindeloze kale vlakte te reizen. Wie geen paard had moest lopen. Een bus of trein reed er niet. Maar bij de dorpjes aan de Ringvaart kon je gelukkig op de boot stappen naar Amsterdam, Haarlem of Leiden. Hoe afgelegen de polder was, merkten later ook de reizigers naar het vooroorlogse Schiphol. Over smalle weggetjes met tolbruggen hobbelden ze erheen. De weg langs de Ringvaart stelde weinig voor.
Romeinse munten
Waar nu de A-9 bij het Amsterdamse Bos de Ringvaart overbrugt, stond tot 1934 het Fort bij Schiphol. Dat fort dateerde uit het midden van de 19e eeuw en diende ter verdediging van Amsterdam. Misschien dat de baggeraars hier nog iets van kunnen terugvinden. Of wie weet duiken er Romeinse munten op. In de buurt zijn namelijk wel eerder dergelijke munten gevonden, wellicht soldij van langstrekkende Romeinse huursoldaten.
Een langdurig karwei
Net zoals de polderjongens jaren nodig hadden om de zestig kilometer lange Ringvaart te graven, neemt het zorgvuldig uitbaggeren ervan anderhalve eeuw later ook geruime tijd. In 2011 is het vooronderzoek gestart, de baggeraars verwachten eind 2013 het karwei af te ronden.
Publicatiedatum: 15/02/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.