Schoolkind
‘Ik kan lezen! Ik kan lezen!’ kwam kleine Jan schreeuwend na zijn eerste schooldag thuis. Zijn vader, predikant en hoogleraar A.H. de Hartog, pakte de Bijbel, sloeg die open en vroeg: ‘Wat staat hier dan?’ Jan zei: ‘Aap, Noot, Mies.’ Zijn vader: ‘Nou ja, daar komt het wel zo ongeveer op neer.’ Al te lang enthousiast over de schoolgang bleef Jan niet. Vier jaar later, toen hij tien was, liep hij van huis weg.
Huizen: thuishaven van Jan de Hartog
Jan de Hartog kwam terecht in het Gooise dorp Huizen. Hij woonde toen bij een weduwe aan de Schipperstraat 13. Jans moeder was in die tijd ernstig ziek en zijn vader kon niet voor hem zorgen. Jan werd daar waarschijnlijk zo nu en dan ook gevoed door de melk van het Huizer Melkmeisje dat alle weduwen van het dorp een kannetje melk bracht. Jan genoot van de sterke vissersverhalen die de ronde deden in het Zuiderzeedorp. Zij voedden zijn verbeeldingskracht als schrijver en zijn verlangen naar een avontuurlijk bestaan. Jan ging als tienjarig jongetje aan de slag als ‘bramzijgertje’ op een Zuiderzeebotter (een lage, platte vissersboot). De term bramzijgertje is een door De Hartog bedachte benaming voor een (te) jong bemanningslid op een vissersboot. Oorspronkelijk duidt het woord de nevelspiraaltjes aan die soms bij windstil weer uit het water omhoog kringelen om na enkele ogenblikken weer te verdwijnen, opgelost in de lucht.
Herinneringen van een bramzijgertje
Na vele jaren op de zeevaart gewerkt te hebben begon Jan de Hartog te schrijven. Hij publiceerde aanvankelijk onder het pseudoniem F.R. Eckmar (‘verrekmaar’) een aantal detectiveromans. Jan werd vooral bekend door zijn boek Hollands Glorie, over de beginperiode van de zeesleepvaart. Tijdens de oorlog vluchtte De Hartog naar Engeland en ging later in Amerika wonen. Daar schreef Jan in 1951 het boek ‘The Lost Sea’.In dit boek beschrijft hij zijn vroege belevenissen als schippersknecht op de Zuiderzee. In de Engelse versie wordt het dorp Huizen voluit genoemd, terwijl in de Nederlandse versie ‘Herinneringen van een bramzijgertje’ het dorp Oosterdam heet.
Of hoe ik besefte dat ik een geboren Leugenaar was
Herinneringen van een bramzijgertje gaat over een jongetje dat, net als Jan de Hartog in zijn jonge jaren, wegloopt naar zee, in dit geval de Zuiderzee. Als het bramzijgertje (de scheepsjongen) thuis zijn avonturen verhaalt merkt hij dat de toehoorders aan zijn lippen hangen. “Dat was het ogenblik waarop ik voor het eerst besefte dat ik een geboren Leugenaar (verhalenverteller) was.”
Auteur: Kirsten Kouwenhoven.
Bronnen
- Interview met Jan de Hartog
- Jan de Hartog, Herinneringen van een bramzijgertje(Boekenweekgeschenk 1967).
- Frans van Campenhout, Leven en werk van Jan de Hartog (Antwerpen 1987).
Publicatiedatum: 02/02/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.