De voorganger van deze molen werd hier in de tweede helft van de zeventiende eeuw neergezet om het Stommeer droog te maken.
Het afgraven in Amstelland van turf – een gewilde brandstof – begon al in de Middeleeuwen. Als je diep groef, ontstonden er plassen. Veel van dergelijke uitgestrekte plassen werden later weer droog gemalen om de grond voor landbouw te kunnen gebruiken. Het recht tot het droogmaken van de Stommeerpolder kwam in handen van Amsterdamse kooplieden. En die gingen aan de slag. Met vijzelmolens, want deze polder stak diep. Twee vijzelmolens waren nodig om het water de polder uit te pompen. Na het klaren van deze klus verkochten de eigenaars van de polder een van de molens. Die verhuisde naar elders om daar verder te malen. De achterblijver kon in z’n eentje de Stommeerpolder droog houden.
Bliksem
Tot december 1919. Toen sloeg de bliksem toe. En hoe, de hele vijzelmolen brandde af. Er moest dus een nieuwe molen komen. Zo verrees in 1920 aan de Stommeerkade een nieuwe. Nou, echt nieuw was de molen niet. Het betrof namelijk een molen uit de buurt die daar overbodig was geraakt. De molen die in 1920 aan de Stommeerkade werd gebouwd, kwam uit Leimuiden. Op zijn beurt raakte de Stommeermolen in 1929 overbodig. Een elektrisch aangedreven pomp nam namelijk het windmolenwerk over.
Eén gulden
Dat de molen nog zo stoer aan de Stommeerkade staat, is te danken aan de nodige restauratiewerkzaamheden. Voor het symbolische bedrag van één gulden is de molen in 1987 door het waterschap Groot-Haarlemmermeer verkocht aan de Rijnlandse Molenstichting. Want, zoals een landelijk dagblad schreef, ‘volgens het waterschap moet de molen kunnen blijven fungeren als sierraad van de omgeving.’ Zo komt het dat de Stommeermolen nu dient als hulpje van het elektrische gemaal. Hulpje of niet, deze achtkantige bovenkruier uit het eind van de achttiende eeuw is wel een officieel rijksmonument.
Water
De molen herinnert aan de tijd dat het dorp Aalsmeer aan vrijwel alle kanten water om zich heen had. Het grote Haarlemmermeer belaagde het dorp. En aan de andere kant van Aalsmeer klotsten het Hornmeer, het Stommeer, de Noorder- en Zuider Legmeer. Bovendien waren er plassen ontstaan als gevolg van het weggraven en uitbaggeren van veen ten behoeve van de turfverkoop. Aalsmeerse turf was gewild, het vond tot in Vlaanderen aftrek.
Het Stommeer en het Hornmeer waren de eerste meren in Aalsmeer die werden drooggelegd. Dat was in de tweede helft van de zeventiende eeuw. En daarmee brak voor Aalsmeer een nieuwe periode aan. Je zag er kwekerijen van bomen en heesters ontstaan. Gevolgd door de teelt van potplanten en bloemen.
Bloemenveiling
Enkele jaren voordat de bliksem sloeg in de (vorige) Stommeermolen was in Aalsmeer de bloemenveiling opgericht. Het jongste veilingcomplex reikt inmiddels tot enkele honderden meters van de oude windmolen. Terwijl Aalsmeer groeit en verandert, draaien de wieken van Stommeermolen onverstoorbaar hun rondjes – net als eeuwen geleden.
Publicatiedatum: 11/08/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.