De situatie in Diemen
Diemen telde aan het einde van de achttiende eeuw circa 175 huishoudens. De economische activiteiten bestonden voor 33% uit veehouderij, 34% ambachten, 17% (land)arbeiders en 16% overigen. Op het platteland rondom Amsterdam waren de boeren, vissers en herbergiers meestal prinsgezind, terwijl zich onder de ambachtslieden, dominees en schoolmeesters veel Patriotten bevonden. Diemen had in elk geval een landelijk bekende Patriot in huis: dominee Bernardus Bosch. Tijdens het preken gaf hij openlijk blijk van zijn patriottische gezindheid. In 1787 richtten de Patriotten verdedigingsposten op bij Diemerdam, om een Pruisische aanval op Amsterdam te kunnen tegenhouden.
Pruisische aanval
Op 1 oktober 1787 werden Diemenaren wakker door kanongebulder. De Pruisen vielen aan bij het Weesper Tolhek. Kanonskogels vlogen door boerderijen, koeien werden door geschut gedood en sommige families moesten vluchten. De aanval werd afgeslagen, maar zo’n acht huizen rond Diemerbrug raakten door kanonvuur beschadigd. Ondertussen wisten andere Pruisische troepen Amsterdam te bereiken via Amstelveen. Amsterdam capituleerde op 10 oktober en alle posten bij Diemen werden ontruimd.
Plunderingen
Na de capitulatie werden er tijdelijk Pruisische militairen in Diemen ingekwartierd. Ze plunderden er op los. Maar na hun vertrek keerde de rust terug in het dorp. Ook de Patriotten hielden zich stil. Diemen ging na alle ellende zoveel mogelijk mee met de Oranje- partij. Dat deze rust enkel een stilte voor de politieke storm van 1795 betrof, waarin de Franse revolutielegers de Patriotten opnieuw aan de macht zouden brengen, kon toen nog niemand weten.
Publicatiedatum: 30/05/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.