Nestholtes
De Zandkuil op Texel is ontstaan na 1742 door afgraving van het zand dat men gebruikte voor het repareren van wegen. De beschutte en op het zuiden gelegen zandwanden zijn uitgelezen plekken voor graafwespen en graafbijen om hun nestholtes in te graven. De kuil bestaat uit drie grondsoorten, vlak naast elkaar gelegen. Daardoor is het het enige insectenreservaat in Nederland. Meer dan 40 soorten graafwespen en -bijen vind je hier.
Houten clubgebouw
Al in 1840 is de Zandkuil een aantrekkelijke plek voor vertier en vermaak. In een houten clubgebouwtje, de Tent genoemd, serveert het personeel van het buffet een verfrissing. De gegoede burgerij vermaakt zich met paardrijden en bij slecht weer met biljarten, whist of kegelen. In de Tent is heel wat afgepraat, waarvan in de dagboeken de weerklank is terug te vinden.
Met een rooden kop
Vlak na het verkrijgen van de status natuurreservaat in 1925, krijgen de insecten in de Zandkuil bezoek van een bekende Nederlander. Jac. P. Thijsse, onderwijzer, veldbioloog en natuurbeschermer kwam naar Texel om deze bijzondere locatie zelf te beleven. In zijn Verkade Album Texel neemt Thijsse de lezer mee op zijn ontdekkingstocht. ‘Het kan wat heet zijn in dien zandkuil. Menigmaal ben ik er met een rooden kop uit gekropen, om boven op den berg in het frissche koeltje weer wat bij te komen. Maar dan ging ik toch gauw weer omlaag, want wat daar in dien kuil te zien valt, is beter dan een heele kast vol boeken over het leven der insecten. Het is daar een echt natuurlijk insectarium.’
Publicatiedatum: 29/09/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.