Eenden en kippen
Het wemelde vroeger van het pluimvee in Oostzaan. Veel van de eendeneieren verdwenen in de beschuit van de Zaandamse firma’s Verkade en Hille. Rond 1880 ontstond er een geheel nieuwe bedrijfstak, als alternatief voor de teruglopende melkveehouderij en visserij. Veel Oostzaners schakelden over op het grootschalig houden van kippen en eenden. Maar ook ganzen en zwanen maakten deel uit van de nieuwe bedrijfstak, die op zijn beurt weer nieuwe beroepen creëerde. Bijvoorbeeld handelaren in eieren, veren en dons, slachterijen, poeliers, en venters in eieren, kippen en eenden.
Eendendieven
De eenden hadden een vrij leven. Ze werden ’s ochtends gevoerd, legden hun ei en zwommen vervolgens de rest van de dag vrij rond in de polder. Dat leidde nogal eens tot ruzie, want welke eend was nu van welke eigenaar? Ook was het dievengilde op grote schaal actief en wel zodanig dat een premie van niet minder dan vijftig gulden werd uitgeloofd voor het aangeven van een eendendief.
Vis voor de eenden
Spreeuwkoppen, Noord-Hollandse witborst, de khali-Campbelleend en de Pekingeend waren in Oostzaan de meest voorkomende rassen. Voor al die eenden en kippen werd vis aangevoerd uit IJmuiden en de havenplaatsen aan de Zuiderzee. Puf werd deze vis genoemd, vaak ondermaats en niet geschikt voor menselijke consumptie. De puf werd nog eens een kopje kleiner gemaakt door een gang door de gehaktmolen.
Plukkist
Wanneer de eierenproductie van de kippen tot stilstand kwam, werden ze geslacht. Dat gebeurde tientallen jaren lang met de hand. Zittend op een zogeheten plukkist werden ze door mannen en jongens met vaardige handen ontdaan van hun veren. Het kippenvlees, de eendenbouten en de eieren werden voornamelijk afgezet in de Zaanstreek en Amsterdam, door venters die er op uittrokken met hondenkar, bakfiets of paard en wagen. Na de Tweede Wereldoorlog keerde het tij. Eendeneieren raakten uit de gratie bij de consument en de beschuit- en koekfabrieken schakelden over kippeneieren. Daarmee raakt de legeend in Oostzaan op zijn retour. Dat gold niet veel later ook voor de Oostzaanse kippen, die het aflegden tegen de grote legbatterijen en kuikenfokkerijen elders in het land.
Kippenslachtmachines
Terwijl de grootschalige productie van eieren en gevogelte in de jaren zestig uit het dorp verdween, schakelde Oostzaan over op specialismen, zoals de handel in eieren, wild en gevogelte, het slachten van kippen en de ontwikkeling en productie van geavanceerde kippenslachtmachines. Deze specialisaties zijn nog altijd springlevend. Dat bewijzen de firma Maarten Ruig en Zonen, handelaren in wild en gevogelte en actief in geheel Nederland, en de firma Meyn met z’n computergestuurde pluimveeslachtapparatuur die over de gehele wereld zijn weg vindt.
Chicken Food Valley
De firma Meyn, opgericht in 1959 en thans eigen vestigingen in zestien landen, heeft al laten weten het boek voor relaties te zullen vertalen in het Engels en het Spaans. De verwachting is dat aan de groei van Meyn nog lang geen einde is gekomen. De voorspelling luidt dat over 50 jaar, bij de viering van het eeuwfeest van het bedrijf, Oostzaan wereldwijd bekend zal staan Chicken Food Valley.
Het boek ‘Vervlogen Tijden, over de handel en wandel van de Oostzaanse eenden- en kippenhouders’ is verschenen in november 2010. Het bevat talrijke sappige verhalen en is rijkelijk geïllustreerd. De redactie is in handen van Piet Roels en Rob Veerman. Het boek is inmiddels alweer het vierde deel in de reeks Historische Uitgaven Oostzaan van de Stichting Oudheidkamer Oostzaan. Eerder verschenen in deze serie succesvolle uitgaven over zeerover Claes Compaen, het Oostzaans dialect en de Oostzaanse melkveehouderij.
Auteur: Peter Roggeveen
Publicatiedatum: 28/12/2010
Vul deze informatie aan of geef een reactie.